Hemelvaartexcursie Overijssel 2010
Inleiding (door Liesbeth Verkaar)
Het was weer geweldig, de Hemelvaartexcursie! De Wieden en de Weerribben stonden op het programma. Deze keer wel erg luxe; allemaal tweepersoonskamers in prachtige bungalows op een mooi park. Eten deden we gezamenlijk in het restaurant van het park. Vierenveertig vogelwachters bij elkaar, het leek wel een kippenhok! Maar zeer de moeite waard! Aanvankelijk had ik zo mijn bedenkingen; met vierenveertig vogelaars op excursie, dat leek me toch wel erg veel. Dan kan je toch niet meer fatsoenlijk vogelen? Maar onze grote organisator Peter Noy had alles van tevoren al uitgedacht. Hij vroeg John Hermans en mij al enkele dagen van tevoren of wij een groep onder onze hoede wilden nemen. Heel slim, vond ik achteraf. Het was de ideale oplossing. Peter nam zelf ook een groep, dus hadden we drie groepen van ongeveer vijftien man. Dat is nogal eens te behappen. John en ik werden uitvoerig ingelicht over de te rijden routes en de vogelhutten, met uitgebreide informatie op papier (we zijn niet anders gewend!). Het kon dus bijna niet meer mis gaan. Er was veel variatie, een dag vogelkijkhutten bezoeken, een dag fietsen, een dag op de boot en de laatste dag kon je kiezen wat je nog wilde doen. En aan de reacties te horen, heeft iedereen het heel goed naar zijn zin gehad. Daarbij zagen we ook nog heel veel en heel mooie vogels, wat wil je nog meer! Wij kozen de zondag voor een wandeling die Lambert en Hermien Verkuijlen vorig jaar hadden gemaakt; en die was werkelijk schitterend! Heel veel bloemen, vlinders en libellen. Eenmaal weer thuis vroegen verschillende mensen hoe het was geweest en of we het niet koud hadden gehad. Eén ding is zeker, het was niet warm, maar het was droog en tegen kou kun je jezelf kleden. Ook al heb je handschoenen aan en een das om de nek, de natuur is er niet minder mooi om. Een prachtig gebied met heel veel water, veel bloemen en vogels. Dat is bij ons op de droge zandgronden een vreemd begrip. En juist omdat het zoveel anders is als bij ons, is het extra aantrekkelijk. Vier prachtige dagen waar Peter Noy weer heel veel werk aan heeft gehad. Maar als de mensen het naar de zin hebben, is zijn doel bereikt. Daar doet hij het voor! Bedankt!
Wie gingen er mee?
Jan van Bergen, Tiny en Riet van Boekel, Vera Brounts, Simone van de Burgt, Lambert Cox, Coby Dijkgraaf, Martien van Dooren, Gerrit van Eenbergen, Dieny Fleuren, Bert van Ginkel, John Hermans, Petra Hermens, Lenie van Heusden, Sjoukje van den Heuvel, Henri en Maria van den Heuvel, Peter en Tineke Huijs, Toon Kanters, Antoinette Klören, Conny Koenen, Els van der Leest, Els en Frans Loeffen, Lia Mickers, Peter en Sjan Noy, Marlies Noy, Noud en Ria van de Rakt, Lies Schoenmakers, Ton Smits, Theo Veldpaus, Ramon en Liesbeth Verkaar, Lambert en Hermien Verkuijlen, Theo en Dorien Versteegden, Annie Vervest, Alexander Vesters, Peter en Tonny Vlamings.
Donderdag 13 mei 2010 (door Lia Mickers en Annie Vervest)
Er was eens… Lang geleden meldden zich twee jonkvrouwen aan voor een veldtocht naar een waterrijk land. Ridder Noy had, zoals gewoonlijk, de totale verantwoording voor deze enerverende expeditie naar de Wieden en de Weerribben. Op 13 mei worden de jonkvrouwen in koetsen opgehaald door edele lakeien. Om acht uur vertrekken twaalf koetsen met in totaal vierenveertig ridders en jonkvrouwen vanuit de thuisbasis naar de Kop van Overijssel, alwaar zij allen rond kwart voor tien aanwezig zijn. Eenieder is rijkelijk bedeeld met perkamentrollen, voorzien van de nodige informatie. De ontgrendel mechanieken van de poorten van de kastelen worden uitgereikt en Ridder Peter en Jonkvrouw Sjan delen de eerste levensbehoeften uit voor de inwendige en uitwendige mens. Nadat we de kastelen bestormd en bezet hebben verzamelen we allen op het ‘Binnenhof’ voor drank en spijs. De ridders en jonkvrouwen zijn ongeduldig en vallen deze dag direct een aantal uitkijktorens aan: De Rottige Meente, De Auken en alle interessante plekken daartussen. Vele gevleugelde slachtoffers, de meesten verscholen tussen het riet, maar ook die van adel met een blauwe borst, vallen door de kijkers en telescopen, onder luid geroep van de aanvallers. Ook de bruine dieven worden gekiekt. Er wordt flink gescoord. Rond half zeven zijn alle troepen weer op het Binnenhof. Daar is de proviand en het nodige vuurwater en komen alle sterke verhalen los. Tot in de late uurtjes wordt er gepraat, gelachen en gefeest, waarna iedereen in zijn of haar boudoir te ruste gaat voor de volgende dagtocht: een expeditie op “ijzeren paarden”. De volgende edele mensen zouden wij extra willen ridderen: Ridder Peter en Jonkvrouw Sjan, voor de geweldige organisatie van deze expeditie; De koetsiers, voor het veilige vervoer naar, tijdens en van de Weerribben; Ridder John, voor zijn hoffelijkheid en geduldig leren tijdens de aanvallen; Alle ridders, die voor ons het zware geschut torsen, zodat wij allen het doelwit beter kunnen observeren; Ridder Frans en Ridder Henri met zijn Jonkvrouw Maria: voor het Canasta-steekspel; Alle aanwezige ridders en jonkvrouwen, voor het slagen en het plezier van deze tocht. Deze slag om de Wieden en de Weerribben hebben wij allen gewonnen. De (Jonkvrouw)musjes
Vrijdag 14 mei 2010 (door Simone van de Burgt)
‘Big-five van Peter’ Na een nacht van redelijke stilte, ergens wordt er nog wel geprobeerd een boom om te zagen, gaan we gezamenlijk aan het ontbijt op ‘de zolder’ van het restaurant. De eigenaresse verbaast zich over de goede eetlust van de vogelaars en er wordt dan ook flink op en neer gelopen, om alles aan te vullen. Tussendoor wordt snel de boterham voor de lunch klaar gemaakt en dan de briefing van Peter. Daarna vlug naar buiten, waar de vogels al lang fluiten. De fietsen zijn inmiddels gearriveerd en iedereen trekt er op uit om met zijn groep op pad te gaan. De eerste dag zijn er al veel vogels gespot, dus is het de vraag, zullen we vandaag nog iets nieuws zien. Nou dat zit wel goed. Alexander Vesters, maar vooral Peter hebben we een paar keer helemaal uit hun dak zien gaan. Net op weg ziet Alexander een Purperreiger opvliegen, dus dat was de eerste noodstop. Coby weet nu meteen hoe een vogelaar fietst: flink doortrappen, keihard op de rem en kijken door de kijker, weer honderd meter en vervolgens weer keihard op de rem. En dat terwijl er een fietstocht van achtendertig km gepland is. We zijn dan ook zo'n drie uur onderweg en hebben er pas veertien kilometer opzitten. Ondertussen genieten Antoinette, Coby en ik, naast alle vogels, ook van de schitterende bloemenpracht (doen anderen ook hoor). Het fluitenkruid, de grootbloemig muur, de zuring, het prachtig gele koolzaad en heel veel meer, staat werkelijk te pronken langs de wegkant. Op een gegeven ogenblik staat Peter bijna te stuiteren van enthousiasme. Eén van de ‘big-five vogels’ hebben ze heel duidelijk in het vizier. De Sprinkhaanzanger. Een vogeltje dat ook Alexander wel vaker gehoord had, maar nog niet eerder zo mooi en van dichtbij gezien. Hij kwam steeds weer terug om zijn riedeltje ten gehore te brengen en je zag heel duidelijk zijn keeltje trillen en dat kon hij heel lang volhouden. Geweldig mooi. Toch maar weer eens op de fiets gestapt en verder. Langs een dijkje zou een Noordse Kwik moeten zitten. Kijkers er weer op gericht en maar turen, hele discussie, heeft die Gele Kwik nou wel, of niet een zwart kopje? Op een gegeven ogenblik meent Peter er echt een te zien en in zijn enthousiasme rolt hij bijna met camera, kijker en al van de dijk af, het prikkeldraad in! Einde middag, richting huis, moesten we met een handpontje naar de overkant. Maar de pont was stuk. Dus was het even wachten, totdat de monteur hem gemaakt had. Riet dook daarom maar even in het riet! Jammer voor Peter hebben we de Roerdomp niet gehoord, wel hebben we de Blauwborst weer gehoord en gezien. Het was weer echt een hele dag genieten van de vogels en de natuur. Toen ik ´s avonds mijn bed in dook, zat er zelfs nog een spanrupsje op mijn dekbed.
Zaterdag 15 mei 2010 (door Tonny Vlamings-Donkers)
Vaarexcursie De Wieden en bezoek vogelobservatiepunten
Rond negen uur vertrekken we met twaalf auto’s naar Sint-Jansklooster. Richting fluisterboten krijgen wij in onze auto een herhaling van de vogelsoorten, die we daags tevoren gezien hebben: “Kijk daar zat de Braamsluiper en de Gekraagde Roodstaart, mooi joh. Daar, de Groenling en de Boerenzwaluwen. Daar in de rietkraag, de Purperreiger, oh hij vliegt op. Mooi man die Rietzanger en de Sprinkhaanzanger. Wat heeft die een lange adem, zo’n klein beestje en dan zo’n aanhouder.” We naderen Blokzijl, een oud havenstadje met heel idyllische straatjes. Snelheidsbeperkende maatregelen zijn hier niet nodig. Wij rijden over de dijken en bewonderen het veenlandschap met weiden en akkers. Hier en daar zie je wat boompartijen rondom een huis om het te beschermen tegen de weersomstandigheden, die hier zo nu en dan heftig kunnen zijn. De percelen zijn begrensd door smalle slootjes, geen draden waar vogels op kunnen landen, alleen langs de weg is een afrasteringdraad. Wij rijden door ‘Moespot’ en naderen Sint Jansklooster. Wij zien mooie boerderijen met fruitbomen, knoestige appelbomen vol in bloesem. Een foto waard: een knoestige oude appelboom met daaronder een grazend schaap met een lekker dikke wollen vacht. In Beulaker parkeren wij de auto en lopen naar Bezoekerscentrum ‘De Wieden’. Om klokslag tien uur vertrekken we vanaf het Bezoekerscentrum van Natuurmonumenten met twee fluisterboten (Aalscholver en Zwarte Stern) voor een twee uur durende vaartocht door De Wieden. Liesbeth, een gids van Natuurmonumenten geeft ons deze ochtend tekst en uitleg over het ontstaan van het gebied en het beheer, het bespieden van vogels laat zij aan de deskundigen in de boot over. Visdiefjes, Tafeleend, Zwarte Sterns, Aalscholvers, Koekoek, Kleine Karekiet, Bosrietzanger, Rietzanger en Bruine Kiekendief in zijn blauwe fase worden waargenomen, waardoor hij door enkele leden aangezien wordt voor een Blauwe Kiekendief. De gevarieerde boottocht leidt ons door sloten, kreekjes, trekgaten, langs rietkragen, moerasbos, hooilandjes en trilveentjes en via open water weer terug naar het beginpunt. Na afloop van deze excursie gaan de meesten picknicken en maken een wandeling over een vlonderpad tussen de rietkragen. Vanaf een verhoging hebben we schitterend uitzicht op de kolonie Zwarte Sterns die hier ieder jaar broedt, maar ook eenden en visdiefjes maken gebruik van deze kant en klare vlotjes. De visdiefjes zijn een voorbode van de Zwarte Sterns. Dan worden er door Natuurmonumenten zo’n vijftig tot zestig vlotjes neergelegd. Langs het vlonderpad ligt een veenmuseum. Zeer interessant om te lezen hoe het veen gewonnen werd en daardoor de Weerribben en de Wieden zijn ontstaan. Langs het wandelpad staan verschillende borden met gedichten die op de omgeving en de natuur betrekking hebben. Hieronder een van die gedichten, die ik overgenomen heb: “Soms moet je stilstaan, Om verder te gaan dan het pad en de haast je voeren Verder te zien dan een oogopslag naar de wereld aan je voeten.” “Soms moet je stilstaan Bij het gewone Om het bijzondere Te begroeten.” Op het klinkerpad in het tuintje naast het museum van Natuurmonumenten observeren wij de Grote lijster, mooie grote druppels op zijn borst en de Grauwe Vliegenvanger. Om twee uur vertrekken wij richting de Kadoelen, om op het hier gelegen vogeleiland de zeldzame Zeearend en Grote Karekieten te bewonderen. Sommigen hebben het geluk, anderen waren te ongeduldig en vonden dat zij de Zeearend wel op internet konden zien. Op de terugweg rijden we nog langs de vogelkijkhut bij Wanneperveen, ten zuiden van Giethoorn. Op deze hoge toren die bereikt wordt door een wandelpad door weilanden, zien wij Canadese Ganzen met vijf jonge kuikens en na veel turen een Fuut met jongen op haar rug, een moederlijk tafereeltje. De Purperreiger komt voorbij vliegen en de Rietzanger fluit aanhoudend in een struikje beneden ons. Een Ooievaar zit op haar nest en op het laatste moment wordt er nog een Kolgans ontdekt, een aanvulling op de al vele scores. Wij rijden via Giethoorn naar huis met toch een beetje een gevoel van oho die Zeearend had ik toch ook nog wel willen zien, maar gelukkig hebben de meesten een voldaan gevoel over deze interessante dag. Om half zeven kunnen we aanschuiven in Restaurant ’t Binnenhof van Villapark De Weerribben voor een lekkere warme maaltijd.
Zondag 16 mei 2010 (door Marlies Noy)
‘Vierde en laatste dag van de excursie naar Wieden de Weerribben’ De laatste dag was helaas alweer aangebroken. In een mum van tijd hadden Theo, Dorien, Lies, Peter en ik ons aangekleed, gewassen en alle spullen ingepakt. Dorien veegde nog even onze luxe ‘hut’. Surprise, surprise: Het zonnetje scheen zowaar! Onze laatste dag zou zonnig gaan verlopen. Het werd bijna zestien graden. Tijdens het ontbijt vertelde Peter de indeling van de dag. We konden kiezen uit een fietstocht, een uitgebreide wandeling of een boottocht door de Weerribben. Ik had samen met zeventien anderen voor dit laatste gekozen. Het leek me mooi om nog eens rustig en luierend dit unieke natuurgebied te ervaren. We verdeelden ons over drie fluisterboten, nadat we het mopperend met de eigenaar over de prijs eens waren geworden. Ik deelde de boot met Dorien, Theo, Tiny, Riet en Vera. Zonder discussie wierp Tiny zich op als de kapitein en zat vervolgens achter het roer. Om het gewicht te verdelen en geen scheefstand te krijgen, verdeelden we ons netjes over de aanwezige bankjes. Opnieuw voeren we door de schitterende vaartjes van het Weerribben gebied. Helaas maakten we geen enkele snelheid. Zouden we dan samen toch te zwaar zijn? Was de accu wel vol? Het schoot niet op en de andere twee bootjes waren al in geen enkele velden of wegen te bekennen. Tiny wist al snel raad: De motor kon wel eens onder de rotzooi zitten. Hij bleek gelijk te hebben en na een grondige schoonmaakbeurt schoten we ineens vooruit. Helaas diende er zich een nieuw probleem aan: De boot helde gevaarlijk naar links door. We wilden niet in het ruime sop belanden maar wat was nu toch de oorzaak? Nadat zelfs Dorien werd beticht van een eventuele kilo overgewicht en zij verschrikt heen en weer schoof over het houten bankje, ontdekten we de oorzaak: In een kist aan boord lag een zware accu scheef. Deze werd naar het midden verschoven en we konden weer doorvaren! “Zie je wel dat het niet aan mij ligt”, zei Dorien verontwaardigd! Kilometers voeren we tussen de moerassige gronden en zagen vele rietbundels waar ze hier al die mooie rieten daken van maken. Natuurlijk maakten we ook een picknick stop en dronken en aten wat. We leenden het ‘gouden’ zitmatje van Sjoukje om op de grond te zitten. Een eenden familie met dertien kuikentjes at gretig van het brood dat ik in het water gooide. Wat een geluk: bij familie van Theo en Dorien werden we onthaald op koffie en koeken. Deze mensen bezaten een prachtig vakantiehuis in een plaats die veel overeenkomsten met Giethoorn vertoonde: Veel water, bruggetjes en huizen met rieten daken… Na een half uurtje gezeten te hebben besloten we weer terug te keren. Theo nam het roer over en om ongeveer twee uur waren we weer terug bij het restaurant. De boottocht had aan al mijn verwachtingen voldaan. Ik schrijf nu niets op over al de vogels die we onderweg hoorden en zagen want dat hebben de voorgaande schrijvers al volop gedaan! In het park aangekomen zorgden we dat alle huisjes weer schoon en leeg werden opgeleverd en we gingen met zijn allen nog naar het terras om een laatste bak koffie te pakken en nog wat na te kletsen over ieders belevingen van deze laatste prachtige dag. Langzamerhand vertrok iedereen en Peter rekende als laatste nog af met de vriendelijke eigenaresse van het Villapark. Ik had nog nooit zo een chic excursieverblijf meegemaakt als in dit park. Veel te snel waren deze vier dagen weer omgegaan en ik keek terug op een paar gezellige vogeldagen met het zien van veel vogelsoorten, een typisch Hollands natuurgebied en veel gezelligheid!
Vogelwaarnemingen Weerribben-Wieden door John Hermans
01. Aalscholver | 22. Fazant | 43. Heggenmus | 64. Meerkoet | 85. Snor | 106. Witte Kwikstaart |
02. Appelvink | 23. Fitis | 44. Holenduif | 65. Merel | 86. Sperwer | 107. Wulp |
03. Bergeend | 24. Fuut | 45. Houtduif | 66. Nachtegaal | 87. Spotvogel | 108. Zanglijster |
04. Blauwborst | 25. Gaai | 46. Huismus | 67. Nijlgans | 88. Spreeuw | 109. Zeearend |
05. Blauwe Reiger | 26. Geelgors | 47. Huiszwaluw | 68. Noordse Kwikstaart | 89. Sprinkhaanzanger | 110. Zilvermeeuw |
06. Boerenzwaluw | 27. Gekraagde Roodstaart | 48. Kauw | 69. Oeverloper | 90. Staartmees | 111. Zomertaling |
07. Bontbekplevier | 28. Gele Kwikstaart | 49. Kievit | 70. Oeverzwaluw | 91. Tafeleend | 112. Zwarte Kraai |
08. Bonte Vliegenvanger | 29. Geoorde Fuut | 50. Kleine Karekiet | 71. Ooievaar | 92. Tapuit | 113. Zwarte Roodstaart |
09. Boomklever | 30. Gierzwaluw | 51. Kluut | 72. Paapje | 93. Tjiftjaf | 114. Zwarte Stern |
10. Boomkruiper | 31. Goudvink | 52. Kneu | 73. Pimpelmees | 94. Torenvalk | 115. Zwartkop |
11. Boompieper | 32. Grasmus | 53. Knobbelzwaan | 74. Purperreiger | 95. Tuinfluiter | |
12. Boomvalk | 33. Graspieper | 54. Koekoek | 75. Putter | 96. Tureluur | |
13. Bosrietzanger | 34. Grauwe Gans | 55. Kokmeeuw | 76. Rietgors | 97. Turkse Tortel | |
14. Bosruiter | 35. Grauwe Vliegenvanger | 56. Kolgans | 77. Rietzanger | 98. Vink | |
15. Bosuil | 36. Groenling | 57. Koolmees | 78. Ringmus | 99. Visdief | |
16. Braamsluiper | 37. Groenpootruiter | 58. Krakeend | 79. Roek | 100. Waterhoen | |
17. Brandgans | 38. Grote Bonte Specht | 59. Kramsvogel | 80. Roodborst | 101. Watersnip | |
18. Bruine Kiekendief | 39. Grote Lijster | 60. Kuifeend | 81. Roodborsttapuit | 102. Wilde Eend | |
19. Buizerd | 40. Grote Mantelmeeuw | 61. Kwartel | 82. Scholekster | 103. Winterkoning | |
20. Canadese Gans | 41. Grote Zilverreiger | 62. Lepelaar | 83. Slobeend | 104. Wintertaling | |
21. Ekster | 42. Grutto | 63. Matkop | 84. Slobeend | 105. Witgat |
Excursie Hemelvaartsdag Overijssel 2010 ‘Sneeuwgorzen’(door Bert van Ginkel)
…!!! Ja, die hebben we gezien maar uiteraard niet tijdens deze excursie. Ik was ze vergeten te vermelden in mijn vorige stukje over de najaarsexcursie Terschelling 2009. Bij deze dus weer recht gezet. Eén van de doelen was toen om in ieder geval deze vogel te spotten. En dat is toen gelukt. Voor deze excursie waren er natuurlijk ook weer doelen gesteld (‘big five’). De Blauwborst (vooral), Roerdomp, Purperreiger en Geoorde fuut, maar vooral ook de Zeearend, waarvan er drie paartjes in Nederland voorkomen. Behalve in de Oostvaardersplassen en het Lauwersmeer, in het Nationaal Park Wieden-Weerribben in Overijssel. Ik ben zelf één van de gelukkigen die op de zaterdag deze ‘vliegende deur’ ruimschoots heeft mogen bewonderen nabij het ‘Vogeleiland Kadoelen’ bij het Zwarte Water. Geruime tijd heeft de groep waarvan ik min of meer deel uitmaakte een volwassen vogel kunnen volgen tijdens zijn jachtpogingen boven het water, achtervolgd en meerdere keren aangevallen door enkele meeuwen. Een volwassen vogel, hoor ik John zeggen, zeker vier jaar oud. Goed te zien aan de opvallende witte staart. Euforie voor sommigen onder ons. “We hebben ‘m gezien, we kunnen naar huis”. Ik hoopte natuurlijk zelf ook de Zeearend te zien te krijgen tijdens deze trip maar toch bleef de sensatie een beetje uit toen ik hem zag. Is dit nou alles? Dat moet ik natuurlijk even uitleggen. Sinds ik, inmiddels een paar jaar, lid ben van onze geweldige vereniging heb ik drie keer op rij een hoeveelheid onzin bij elkaar gefantaseerd om het Bruujsel te laten groeien. Op zijn knieën ging Peter Noy tijdens mijn eerste excursie, de voorjaarsexcursie naar het Lauwersmeergebied en Ameland. Daarna de voorjaarsexcursie naar het Geuldal in Zuid-Limburg en België en nogmaals vorige herfst naar Terschelling. Of ik alstublieft een stukje wilde schrijven voor het Bruujsel. Ik had er toen al over geschreven, een eer zou het zijn dat ik uit de vele vrijwilligers ‘uitverkoren’ was om een verslagje te mogen maken. En wat schertst mijn verbazing? Peter ‘vergeet’ mij te vragen om ook van deze excursie een verslag te maken. Moest ik hem alle andere keren (echter zonder resultaat) trachten te ontlopen om onder die stukjes uit te komen, nu was het andersom. Ik werd niet gevraagd. Juist nu ik het een beetje onder de knie begin te krijgen en de vogels en de andere Vogelwachtleden een beetje leer kennen. Hevig teleurgesteld natuurlijk, heb ik toch nog geprobeerd me door de volgende dagen heen te worstelen. Gelukkig waren er veel vogels te zien en kon ik mijn gedachten voldoende verplaatsen. Ook de vele vriendelijke medevogelaars hebben mij er doorheen gesleept. En natuurlijk onze gids Liesbeth van de fluisterboot van Natuurmonumenten. Prachtig dat verhaal over de Koekoek en de Kleine Karekiet. Het is een ‘wonder’, ik zal er niet verder over uitweiden. Het werd bij terugkomst in het park, waar wij voor de duur van de excursie waren ondergebracht, nog iets draaglijker door na afloop van de excursie in de gelagkamer van het restaurant ‘het Binnenhof’ een heerlijke Leffe te kunnen nuttigen. Bij nader inzien begrijp ik nu ook waarom ik tijdens de fietstocht mijn lekke band niet zelf mocht plakken en dat Peter dat met alle geweld wilde doen. Toch nog dank daarvoor Peter, je had natuurlijk door dat ik hevig teleurgesteld was. Eenmaal thuis bleef ik met de vraag worstelen of je mij gewoon vergeten was of dat je geen interesse meer had in mijn stukjes. Uiteindelijk heb ik besloten om toch een stukje te schrijven en plaats ik je mogelijk voor een dilemma: “Moet ik dit nou plaatsen of niet?”. Blauwborst Het Bruujsel, 2010-2 -37- Ik ben benieuwd. Voor het geval dat dit stukje toch wordt geplaatst kan ik natuurlijk net zo goed nog even verder ‘ouwehoeren’. Ik zal bij het begin beginnen. Ik moet er wel bij aantekenen dat het af en toe wat moeizaam gaat omdat mijn ogen soms nog steeds dicht vallen als gevolg van chronisch slaaptekort tijdens mijn verblijf in bungalow nummer 56. Daar werd ’s nachts door een slaapkamergenoot (we noemen geen namen) een groot deel van een of ander tropisch regenwoud omgezaagd waardoor het maar het beste was om ’s morgens al vóór half zes op te staan en te gaan douchen. Gelukkig hadden mijn kamergenoten besloten om zaterdagavond al naar huis te gaan zodat er een einde kwam aan deze lijdensweg en ik in ieder geval nog één nacht normaal kon slapen. Dan nu maar de start van deze heuglijke voorjaarsexcursie, natuurlijk nog onwetend van de beproevingen waaraan ik zou worden blootgesteld. Op Hemelvaartsdag, donderdag 13 mei, vertrekken we om acht uur met 44 vogelaars, vlinderaars en planteraars vanaf de Groenhoeve richting Overijssel, om precies te zijn naar Paasloo. Uiteraard hadden ook nu de chauffeurs vooraf het oliepeil en de koelvloeistof van hun auto gecontroleerd en de brandstoftank gevuld en niet te vergeten de moppentrommels. En…, natuurlijk allemaal voor vertrek even plassen want het wordt een lange rit. Nog belangrijker, de weersvoorspelling belooft veel goeds. Heeft het bijna drie weken onafgebroken geregend, nu zou het prachtig weer worden en dat is uitgekomen. Het vogelen begint, zoals gewoonlijk, bij de Groenhoeve zelf alwaar in dit geval een Zanglijster het hoogste lied had. Daarna, zoals altijd als je in noordelijke richting rijdt, met een Ooievaar in de omgeving van Staphorst. Er zullen er nog vele volgen daar op bijna ieder erf in het grootste laagveengebied van West-Europa een Ooievaarsnest staat. Onze tijdelijke verblijfplaats was het villapark De Weerribben. Het lijkt wel of het ieder jaar steeds luxer wordt. Een prachtig aangelegd park met bungalows met rieten kappen, waarvan een groot deel aan het water. Gegeten werd er in het parkrestaurant ‘Het Binnenhof’, waar ook voor een groot deel de avonden gemeenschappelijk werden doorgebracht. Bonte Vliegenvanger, Appelvink, Goudvink, Groenling, Staartmees, niet de namen van de bungalows maar van een aantal vogels dat zoal in het park werd waargenomen. De Appelvink heb ik helaas niet gezien. John onder andere wel. Leuk als opwarmertje. Peter had weer een mooi programma in elkaar gedraaid; donderdag met de auto een rondgang langs onder andere de in de Weerribben gelegen uitkijkhutten Rottige Meente en De Auken, vrijdag een fietstocht door de Weerribben, zaterdag de vaarexcursie met een ‘fluisterboot’ van Natuurmonumenten in de Wieden en zondag een facultatief programma bestaande uit de mogelijkheden fietsen, varen en/of wandelen of nog een rondje met de auto langs de kijkhutten. Ik heb geen lijst bijgehouden maar tijdens deze dagen zijn heel veel vogelsoorten waargenomen. Ik meen gehoord te hebben 114 soorten. Ik houd mij maar bij de vogels want van planten en insecten weet ik nog minder. Hier volgt een kleine samenvatting van wat zoal gezien en/of gehoord is: Rietzanger, Sprinkhaanzanger, Snor, Kleine Karekiet, Zwartkop, Tuinfluiter, Braamsluiper, de Blauwborst en de Boomvalk die Peter had beloofd, de al eerder genoemde Ooievaar, Appelvink en Goudvink, Lepelaar, Purperreiger, vele Bruine Kiekendieven, Bosruiter en tijdens de fluisterbootexcursie in de Wieden de Zwarte Stern en de Geoorde Fuut. Helaas heb ik de door Peter beloofde Roerdomp, Visarend en Baardmannetjes niet gezien. Dat is wel heel jammer, zeker nu we, naar het laat aanzien, ook nog moeten bijbetalen voor deze ‘vakantie’. Maar…. gelukkig is dat voor een deel goedgemaakt door de eerder door mij genoemde Zeearend. Sterker nog, we zijn met een paar man de zondag voor de ‘dubbel’ gegaan (zie verslag Alexander). Peter was zo slim geweest om de vierde dag een facultatief programma in te lassen met de mogelijkheid om te fietsen, wandelen of fluisterboten. De vierde mogelijkheid was nogmaals met de auto een rondje kijkschermen en kijkhutten maken. Hiermee voorkwam hij dat er zoals tijdens de laatste excursies mensen deserteerden en alleen op pad gingen. Hieraan maakte ook ik mij schuldig en ik kreeg daar steeds meer gewetenswroeging door. Nu kon ik tenminste zonder schuldgevoel met Jan, Ton en Alexander nog dat autorondje maken. Er moest wel wat benzinegeld bij want het rondje werd wel wat groter. Namelijk Lauwersmeer. En daar hebben we geen moment spijt van gehad want het duurde niet lang of we zagen al een exemplaar van het vermoedelijke broedpaar Zeearenden van het Lauwersmeergebied, voor mij dus al een score van twee op drie voor wat betreft het aantal locaties in Nederland. Alexander zal waarschijnlijk een stukje schrijven over deze dag dus ik zal er niet te veel van verklappen. Wel dat wij die dag maar liefst 93 soorten vogels hebben gezien en/of gehoord waaronder behalve de Zeearend ook nog de Wielewaal, Zomertaling en een stuk of tien Kemphanen, waaronder een aantal mannen in volledig zomerkleed met kragen in de kleuren, wit, zwart, bruin en oranje. Terwijl ik deze vogels met mijn 25-50x W op mijn telescoop sta te bekijken verschijnt er vlak voor onze neus op nog geen tien meter ook nog een Bosruiter die geruime tijd aan de waterkant voor ons poseerde. En natuurlijk duurt dat te kort om nog even snel het oculair van de telescoop te wisselen voor de 30xW met camera. Gelukkig had Ton meer geluk. Hij heeft de vogel prachtig kunnen portretteren (zie foto). Inmiddels was het licht zodanig afgenomen dat we er achter kwamen dat het de hoogste tijd werd om huiswaarts te keren. De Bosruiter was wel de apotheose van de dag, een geweldig sluitstuk. Jammer dat zo’n mooie dag maar zo kort is anders hadden wij net als Louis van Gaal van Bayern München ook voor de hattrick kunnen gaan. Dan hadden we op de terugweg nog even langs de Oostvaardersplassen kunnen rijden, alwaar zich nog een paartje Zeearenden bevindt. Ik zet er nu een punt achter want als Peter dit stukje niet plaatst ben ik hier voor ‘Jan met de korte achternaam’ aan het typen. Iedereen weer hartelijk dank voor de leerzame maar vooral gezellige dagen en tot de volgende keer. Groet, Bert van Ginkel (de liefhebber).
Bezoek aan Nationaal Park Lauwersmeer op zondag 16 mei(door Alexander Vesters)
De laatste dag van de voorjaarsexcursie naar het Nationaal Park De Wieden en Weerribben in Overijssel hebben wij (Bert van Ginkel, Jan van Bergen, Ton Smits en ondergetekende) na overleg met Peter Noy besloten, om op zondag 16 mei, geen gebruik te maken van het aangeboden facultatief programma. Het programma voor deze dag bestond uit de volgende mogelijkheden: wandeltocht, fietstocht, varen met fluisterboot of bezoeken van vogelhutten. Ons leek het erg interessant om op deze dag het Nationaal Park Lauwersmeer te bezoeken, de afstand vanaf Paasloo naar de onderkant van het Lauwersmeer is ongeveer tachtig kilometer. Nadat we de koffers hebben gepakt en de slaapkamers in de erg luxe vakantiehuisjes (het heet niet voor niets Villapark de Weerribben) hebben opgeruimd, gaan we voor de laatste keer ontbijten in het restaurant van dit park. Iets na negen uur nemen we afscheid van iedereen en vertrekken richting Lauwersmeer. Omstreeks tien uur staan we op de parkeerplaats van groepsaccommodatie Het Kollumeroord (waar we in mei 2008 ook zijn geweest met de voorjaarsexcursie). We hebben wat rondom Het Kollumeroord gevogeld en zien al veel soorten zoals: Grasmus, Kleine Karekiet, Rietzanger en Braamsluiper. Helaas zagen we ook dat de eerste vijfentwintig vakantiehuisjes (van Villapark Lauwerssee) gereed waren van de ongeveer 175 vakantiehuisjes die langs Het Kollumeroord gebouwd gaan worden. De huisjes waren nog maar net klaar, slechts enkele waren al in gebruik. Jammer dat dit villapark in deze mooie omgeving is gepland. Ook Het Kollumeroord zelf wordt flink opgeknapt, het terras bij het hoofdgebouw is overdekt, aan het groen rondom de gebouwen wordt gewerkt en ook het haventje op het terrein wordt flink onder handen genomen. Vervolgens een klein stukje verder gereden naar de bossen langs Het Kollumeroord om de uitkijkheuvel bij het Zomerhuisbos te bezoeken. Naast de vele Bruine Kiekendieven (vooral mannetjes) was hier niet zo veel te zien. We zagen wel een zeer grote vogel vliegen, maar dit was te ver weg om er met zekerheid een Zeearend van te kunnen maken. Zeearenden worden namelijk in dit deel van het Lauwersmeergebied regelmatig gezien, want ook in dit gebied broedt een paar Zeearenden. Toen we weer bij de auto waren zagen we, vanachter het bos, een Zeearend aan komen vliegen. Deze was erg dichtbij en zeer mooi te zien in de zon. Zijn staart was helemaal wit, dus het was een volwassen exemplaar. Na een paar minuten verdween de Zeearend weer uit het zicht. Bert, Jan en Ton hadden de Zeearend gisteren al gezien bij het Vogeleiland in het Zwarte Meer, maar ikzelf was daar niet bij. Gelukkig werd dit vandaag goed gemaakt. In de bossen hebben we ook enkele keren een Wielewaal gehoord en enkele andere standaardsoorten gezien. Een paar kilometer verder stoppen we op een parkeerplaatsje, van hieruit kun je naar de vreemd uitziende uitkijktoren lopen en heb je een mooi uitzicht over de Kollumerwaard. Wij zijn niet naar de uitkijktoren gelopen, maar hebben op een bank boven op een heuveltje, onze lunch genuttigd. Hier zagen we zeven Tapuiten zitten, waarvan een erg dichtbij op een bord, deze heeft Ton mooi kunnen fotograferen. De volgende vogelhut die we willen bezoeken, ligt bij het Jaap Deensgat. Onderweg hier naar toe zijn we nog een paar keer even gestopt, omdat we bijvoorbeeld enkele Gele Kwikstaarten pal langs de weg zagen zitten. In de vogelhut zagen we verschillende soorten ganzen en eenden, er stonden enkele groepjes Lepelaars, een Kluut en enkele Bontbekplevieren. Een eindje verder zijn we gestopt om over de velden te kijken richting Ballastplaat. Hier zagen we verschillende soorten steltlopers staan, jammer genoeg erg ver weg en door de zeer harde wind was het bijna niet mogelijk om ze goed te kunnen zien. De middag was inmiddels al voor een groot deel voorbij, dus besloten we om eerst maar eens lekker te gaan eten. In de haven van Lauwersoog zit een erg goed restaurant (Het Pierenend) met een mooi uitzicht over het Wad en de vissershaven. Om hier te komen moet je helemaal door de haven heen rijden, vervolgens de pier oprijden en op het eind is Het Pierenend. Hier hebben we lekkere visgerechten gegeten. Vanaf Lauwersoog kun je rechtsaf naast de dijk gaan rijden, dan kom je langs de Marnewaard (een militair oefen- en schietterrein) wat tevens ook een groot natuurgebied is. In dit gebied ligt pal langs de weg een waterplas, vanaf een uitkijkbultje kun je over het water kijken. Hier was niet veel te zien, er vlogen alleen vier of vijf Grote Zilverreigers rond en enkele eendensoorten op het water. Enkele kilometers verder zijn we gestopt en over de dijk heen gelopen, dit was een groot succes. Dit hele stuk wad zat vol steltlopers, die ook nog eens erg dichtbij zaten en gelukkig was de wind een beetje gaan liggen. Op korte afstand zagen we grote groepen Bonte Strandlopers, Zilverplevieren (sommige al helemaal in prachtkleed!), Steenlopers, Bontbekplevieren, Rosse Grutto’s (prachtig rood gekleurd), Wulpen, Tureluurs, Scholeksters, enkele Zwarte Ruiters en dit alles met een laagstaande zon (van achteren), zodat we de kleuren van de vogels erg mooi konden zien. Verder van ons vandaan zagen we ook Eidereenden, Rotganzen, Lepelaars en groepjes zeehonden. De tijd begon te dringen, dus moesten we weer verder, anders waren we hier zeker langer gebleven zo mooi en prachtig was het, vooral door de ideale omstandigheden en de grote aantallen vogels. Soms vlogen alle aanwezige vogels massaal op en gaven dan pal voor onze neus een mooie vliegshow. Door tijdgebrek slaan we de Bantpolder over, want we moeten nog naar een ander zeer vogelrijk gebied, namelijk Ezumakeeg, te bereiken via Ezumazijl. We hadden onderweg al gehoord dat het water in de Ezumakeeg erg hoog stond, wat wel erg jammer is. Bij een normale waterstand heb je hier erg veel slikgebiedjes en wemelt het van de steltlopers. Inderdaad het water stond erg hoog, bij de uitkijkheuvel was geen slik en wemelde het nu van de eendensoorten, bijna alle eendensoorten waren hier in grote groepen aanwezig, samen met enkele ganzensoorten. In de verte zagen we dat bij de vogelhut veel auto’s stonden, dus daar moeten wij ook naar toe. Langzaam zijn we naar de vogelhut gereden, onderweg ontdekte Bert nog een mooi mannetje Zomertaling, dat ook nog eens dichtbij zat. Enkele honderden meters voor de hut zijn we gestopt, hier was nog een beetje slik met verschillende soorten steltlopers. Op dit slik zat ook een grote groep Kemphanen en Kemphennen. De mannetjes waren in prachtkleed en hadden mooie kleurcombinaties, sommige waren bijna helemaal wit, andere meer bruinoranje, andere weer donkerder enzovoorts. De mannetjes hadden het erg druk, er werd volop gebaltst, dit was erg mooi om te zien, ook toonden ze soms vreemd gedrag. Bijvoorbeeld een mannetje ging zitten en de andere gingen op zijn rug staan of pikten in zijn rug. Het schouwspel was erg mooi en ging steeds maar door, ook de tijd. Toen we uiteindelijk besloten hadden om dan toch maar eens naar huis te gaan, kwam op ongeveer tien tot vijftien meter van ons vandaan een Bosruiter door het water gelopen. Zo dichtbij hadden wij nog nooit een Bosruiter gezien. Het patroon van het verenkleed op de rug en de kleuren waren nu erg goed te zien, we hebben er mooie foto’s van kunnen maken. Hoogste tijd, we moeten naar huis, het is al twintig voor acht en we hebben nog ongeveer 250 kilometer te rijden voordat we thuis zijn. Onderweg hebben we nog ergens koffie gedronken en om half elf word ik moe, maar vooral voldaan, thuis afgezet. Wat hebben we toch veel vogels gezien in de afgelopen vier dagen, het was weer geweldig!
Vogelwaarnemingen Lauwersmeer verzameld door Alexander Vesters
01. Aalscholver | 22. Grauwe Gans | 43. Koolmees | 64. Rotgans | 85. Wulp | |
02. Bergeend | 23. Groenpootruiter | 44. Zwarte Kraai | 65. Scholekster | 86. Zanglijster | |
03. Blauwe Reiger | 24. Grote Bonte Specht | 45. Krakeend | 66. Sprinkhaanzanger | 87. Zeearend | |
04. Boerenzwaluw | 25. Grote Zilverreiger | 46. Kuifeend | 67. Steenloper | 88. Zeearend | |
05. Bontbekplevier | 26. Grutto | 47. Lepelaar | 68. Stormmeeuw | 89. Zilverplevier | |
06. Bonte Strandloper | 27. Havik | 48. Meerkoet | 69. Tafeleend | 90. Zomertaling | |
07. Boomklever | 28. Holenduif | 49. Merel | 70. Tapuit | 91. Zwarte Roodstaart | |
08. Boomkruiper | 29. Houtduif | 50. Nijlgans | 71. Tjiftjaf | 92. Zwarte Ruiter | |
09. Bosruiter | 30. Huismus | 51. Oeverloper | 72. Torenvalk | 93. Zwartkop | |
10. Braamsluiper | 31. Huiszwaluw | 52. Ooievaar | 73. Tuinfluiter | ||
11. Brandgans | 32. Kanoet | 53. Pijlstaart | 74. Tureluur | ||
12. Bruine Kiekendief | 33. Kauw | 54. Pimpelmees | 75. Turkse Tortel | ||
13. Buizerd | 34. Kemphaan | 55. Putter | 76. Veldleeuwerik | ||
14. Eider | 35. Kievit | 56. Rietgors | 77. Vink | ||
15. Ekster | 36. Kleine Karekiet | 57. Rietzanger | 78. Visdiefje | ||
16. Fazant | 37. Kleine Mantelmeeuw | 58. Roek | 79. Gaai | ||
17. Fitis | 38. Kluut | 59. Roodborst | 80. Wielewaal | ||
18. Fuut | 39. Kneu | 60. Rosse Grutto | 81. Wilde Eend | ||
19. Gele Kwikstaart | 40. Knobbelzwaan | 61. Rotgans | 82. Winterkoning | ||
20. Gierzwaluw | 41. Koekoek | 62. Scholekster | 83. Wintertaling | ||
21. Grasmus | 42. Kokmeeuw | 63. Slobeend | 84. Witte Kwikstaart |