Herfstexcursie Schiermonnikoog 16 t/m 20 oktober 2010
Inleiding… door Peter Noy
Eigenlijk was dit najaar Vlieland aan de buurt voor onze meerdaagse excursie naar de Waddeneilanden. Helaas lukte het niet om daar een geschikte (en betaalbare) groepsaccommodatie te vinden. Dat we met veertig enthousiaste vogelaars van zaterdag 16 tot en met woensdag 20 oktober 2010 naar het mooie en compacte Schiermonnikoog zijn geweest, heeft volgens mij niemand spijt van gehad. Ondanks de af en toe frisse temperatuur, wat overigens hoort bij een herfstexcursie, heeft iedereen gedurende vijf dagen kunnen genieten van de mooie natuur (wad, strand, zee, kwelders, weiland en bos). Saamhorigheid Vijf dagen met elkaar optrekken. “Gô, hoe houd je het bij elkaar uit”, hoor je wel eens zeggen. Bij Vogelwacht Uden gaat dat uitstekend, iedereen past zich aan en dan gaat het meestal vanzelf. De (typische Vogelwacht) sfeer, gedurende die dagen, is geweldig waarbij iedereen iets voor elkaar overheeft. Ik zeg altijd; dat moet je een keer hebben meegemaakt! Dat zegt waarschijnlijk iets over de steeds grotere deelname aan onze meerdaagse excursies (voor- en najaar). Is er dan ook nog gevogeld? Natuurlijk wel; iedereen komt aan zijn trekken. De vrijheid om je eigen ding te doen is meestal wel aanwezig. In totaal zijn er ruim 130 vogelsoorten gespot. ’s Avonds na het warmeten werd de ‘ornithologische checklijst’, onder aanvoering van Jan Verhoeven, luid en duidelijk ingevuld. De vele trekvogels, waaronder leuke soorten als Jan van Gent, Strandleeuwerik, Velduil (jammer Willie!), Bladkoning en de Grauwe Franjepoot, spreken tot de verbeelding. Wie gingen er mee? 40 deelnemers: Ad Bekkers, Jan van Bergen, Willie Bergmans, Tiny en Riet van Boekel, Vera Brounts, Martien van Dooren en Dieny Fleuren, Ad Geenen, Stijn van Gils, Bert van Ginkel, Gerrit Goorts, Lenie van Heusden, Conny Koenen, Willy van Lanen, Chris van Lieshout, Els en Frans Loeffen, Marlies Noy, Peter Noy, Theo Peters, Marc Poulussen, Jacques Raats, Isidro Rendon, Carel van der Sanden, Lies Schoenmakers, Jan van den Tillaart, Ton van den Tillart, Emmy Veeger, William van der Velden, Theo van der Velden, Jan Verhoeven, Hermien en Lambert Verkuijlen, Arend Vermaat, Theo en Dorien Versteegden, Annie Vervest en Peter en Tonny Vlamings.
Zaterdag 16 oktober 2010 (door Marlies Noy)
Klokslag half zes ‘s morgens werd ik door mijn tweelingbroer, Peter Noy opgehaald. Daarna haalden we Lies en Willie op en gingen we naar de Groenhoeve. Daar waren een kleine veertig vogelaars zich in het donker al warm aan het lopen. Op naar Lauwersoog. Het strakke schema van Peter zorgt ervoor dat we om kwart voor negen al klaar staan bij de boot. Om half tien vertrekken we naar Schiermonnikoog. De boottocht duurt slechts drie kwartier. De meesten gaan in het ruim beneden zitten. Daar is het behaaglijk warm. Slechts eenmaal waag ik mij naar het bovendek om een sigaretje te roken. Helaas: Roken verboden en de wind is hier zo krachtig dat hij vanzelf door de wind was opgerookt! Ondanks de krachtige wind staan enkele diehards in een hoekje te kijken over het water naar de meeuwen die ik niet kan ontdekken. Net als drie jaar geleden krijgen we de fietsen weer van ‘Soepboer’. Wat een grappige naam toch. Ik heb (gelukkig) net als enkele anderen de luxe van een elektrische fiets. Er is zoveel wind (teveel) en op het eiland zijn zoveel lange duinpaden en lange wegen langs de kust (teveel) dat ik blij ben met deze elektrische ondersteuning. Al na vijf minuten bereiken we de groepsaccommodatie ‘de Oorsprong’. Ik herken de enorme boerderij al snel. Wat me goed is bijgebleven is de grote binnenruimte waar gelegenheid is voor groepen om te tafeltennissen of met zijn allen naar een film te kijken etc. We halen de bagage uit de bus en zoeken onze slaapplekken op. Ik slaap met zes andere dames op een vrij kleine ruimte, zonder kasten en op stapelbedjes. Dat is weer wennen na de luxe van de zespersoonshuisjes van Wieden de Weerribben het afgelopen voorjaar. Maar enfin, het is slechts om te slapen. De groepshuiskamer en de eetzaal zijn gezellig ingericht. We drinken koffie en krijgen er een lekkere koek bij. Met een groepje zijn we daarna door de duinen en langs het wad gefietst. Op de weg erna toe zie ik weer hordes Brandganzen in het groene sappige gras pikken. Er zijn er weer duizenden! Zou er weer een Zwarte Rotgans tussen zitten? We kunnen hem niet ontdekken. Ik heb weer die grappige steltlopertjes en Bonte Strandlopers gezien. En natuurlijk ontbreken de Bergeenden, talloze Scholeksters en diverse meeuwensoorten niet. Ik meen dat ik niet zo veel vogels gezien heb als in andere jaren. Op naar het strandpaviljoen ‘De Marlijn’, daar is het behaaglijk warm. Wat schetst onze verbazing: Daar zitten onze diehards (Jan, Chris en Carel) aan de snert. Moeten zij de kustlijn niet afspeuren naar Jan van Genten? Wij laten ons de snert, koffie en appelgebak eveneens goed smaken. Dat pakken ze ons niet meer af. Alsof dat niet genoeg is, komen we bij de volgende strandhut weer een Udense groep vogelaars tegen. Hier gaan we even het strand op. Het waait zo hard, dat je tegen de wind kunt gaan in staan. In het duingras ontdekken we een klein zangvogeltje, waar alle fotografen op af doken. ‘s Avonds laten we ons culinair verwennen door de kookkunsten van cateraar de Berkenplas. Na afloop volgt de bekende ornithologische checklist van Jan Verhoeven. Ik meen dat er 76 vogelsoorten werden gezien deze eerste dag. Als ‘afsluitertje’ kijken we in de grote binnenruimte naar enkele diashows (met muziek) van vorige herfstexcursies. Ik voelde toen de moeheid toeslaan en niet veel later duik ik in het stapelbedje.
Zondag 17 oktober 2010 (door Stijn van Gils)
Eigenlijk is vogelen een vreselijke hobby. De tweede dag van een winderige herfstexcursie tussen uitsluitend fanatiekelingen maakt dat meer dan eens duidelijk. Nee, het is niet de koude gure wind die op je afkomt wanneer je een verder prachtige duintop beklimt. Het zijn ook niet de duindoornstruwelen die, bij aanraking, heel vervelend jeuken. Dergelijke ellende wordt namelijk geheel gecompenseerd als je met een telescoop eens goed naar één van de talloze Kepen kijkt die het eiland hebben overspoeld. Die prachtige kleuren, dat bijzondere oranje. Dan zit je daar, bovenop een duin, te kijken naar zo’n afwisselende mozaïek van allerlei kleuren. Wie op zo’n moment tegen een waterig zonnetje inkijkt en plotseling een Blauwe Kiekendief langs ziet scheren zou haast vergeten dat deze excursie een ernstige kwelling betreft. Het probleem van vogelen op zo’n prachtig eiland als Schiermonnikoog zit hem namelijk in de niet te behappen hoeveelheid vogels, en de collega vogelaars die altijd net even iets meer zien. Ontbijt met Tjiftjaf Het opstaan gaat nog wel. Omdat het in de herfst pas laat licht wordt is het zo goed als onmogelijk om al voor het ontbijt substantiële aantallen vogelsoorten te missen. Alleen de allergrootste fanatiekelingen zoals Jan Verhoeven wagen zich aan voortijdig vogelen. De meesten moesten het deze ochtend doen met alleen een dappere Tjiftjaf. Eigenlijk een zielig beestje, want in plaats van gewoon naar Afrika vliegen, ontdoet hij raamkozijnen van in spinnenwebben belande vliegjes. Hopelijk weet deze insecteneter ook de komende winter voldoende voedsel te vinden. Isidro Rendon (vandaag trouwens jarig) vertelt dat hij dolgraag een IJsgors wil zien. Zijn wens verdient medelijden. De IJsgorzen zitten namelijk op een stuk kwelder waar de wind vrij spel heeft. Wie niet ongelukkig struikelt over één van de vele kreken moet een snijdende wind doorstaan en dan maar hopen een glimp van het amper 16 centimeter grote vogeltje op te vangen. Maar Isidro is een doorzetter, aan het einde van de dag blijkt dat hij inderdaad een groepje is tegengekomen. Strandleeuweriken, Tapuitjes en Haviken De groep van William van der Velden, Marc Poulussen en enkele anderen kiest er echter voor vandaag het oostelijk deel van Schiermonnikoog op te zoeken. Voor de dagen na vandaag wordt namelijk regen voorspeld en het ongerepte oosten biedt nauwelijks beschutting en al helemaal geen strandtentjes met warme chocolademelk. Qua vogels is het zo nu en dan geweldig: er worden verschillende Haviken gezien en tot ieders verrassing zelfs een groepje Strandleeuweriken. Af en toe vliegt een er een Blauwe Kiekendief voorbij. Verder op de lijst onder andere Gekraagde Roodstaart, Eider, Zwarte Ruiter, Oeverpieper en Watersnip. Maar goed, geen groepje Pestvogels, geen Zwarte Rotgans. Is dit een lijstje waar een zichzelf respecterend vogelaar mee thuis mag komen? Baardmanfrustratie Samen met Jan van den Tillaart maakt William nog een extra blokje. Zelf ga ik mee met de rest, waar we rustig bij een bankje ons brood opeten. Dat lijkt een gelukkige beslissing. Minuten lang staan we oog in oog met een Goudhaantje. Hoewel deze soort nu niet echt zeldzaam is, blijft dit een fantastische ervaring. Als extraatje zien we, vanaf grote afstand weliswaar, ook nog een Klapekster. Jan en William echter, komen terug met een fantastisch verhaal waarvan ik alleen de Baardman niet heb kunnen verdringen. Op advies besluit ik de Baardmannen samen met Lies Schoenmakers en Arjen Boerman (een bekende uit het welbekende Putten die ik stomtoevallig tegenkwam) ook op te zoeken. Een teleurstellende twee uur durende zoektocht is het resultaat. Uit de rand van de dichte rietkraag waar het volgens Jan en William stikte van de Baardmannen komen allerlei geluiden, maar helaas, wij scoren uitsluitend Vinken. Moe, koud, en vooral gefrustreerd komen we terug bij de kampeerboerderij. Gelukkig blijk ik niet de enige die een vreselijke dag achter de rug heeft. Bert van Ginkel blijkt voor de tweede keer in zijn leven een telescoopschroef verloren. Ook heeft hij ergens midden in het veld zijn bril laten liggen. Oké, hij vond hem terug, maar pas nadat hij er eerst zelf volledig op was gaan staan. Het drama van Willie Bergmans is mogelijk nog groter. Hij ging nadrukkelijk op zoek naar een Velduil, maar wist, als enige van zijn groep, de toch imposant ogende vogel op een haar na te missen. De Velduil vloog, ter hoogte van Strandpaviljoen De Marlijn, jammerlijk vlak boven zijn hoofd, maar zag hem niet! Mijn grootste persoonlijke dagtrauma voltrok zich overigens pas achteraf. Mijn bekende uit Putten constateerde na bestudering van zijn foto’s dat hij een Woestijntapuit was tegengekomen. Oh oh oh, had ik al die Tapuiten zelf maar wat beter bekeken. Nee, het ziet er leuk uit allemaal, maar eigenlijk is vogelen een vreselijke hobby.
Maandag 18 oktober 2010 (door Tonny Vlamings)
Een winderige maar droge dag met heel veel vogelgenot. Het hoogtepunt was een bezoek aan het Vogelringstation Schiermonnikoog gelegen in het ‘Groene Glop’. De doelstelling van dit ringstation is:
- inzicht krijgen in de betekenis van het Groene Glop voor de trekkende zangvogels
- vaststellen van de conditie (gewicht, vetgraad)
- de effecten vaststellen van het gebruik van lokgeluiden
- gegevens verzamelen over de broedvogels van het Groene Glop
Dinsdag 19 oktober 2010 (door William van der Velden)
De hele nacht genoten van de baltsroepen van de Middelste en de Grote Zaagbek. Gelukkig toch af en toe een oog dichtgedaan. Het beetje nachtrust wordt abrupt verstoord door Willy’s wekker. Snel eruit want jippie we mogen corveeën. Twee sloten koffie en een paar mikken verder kunnen we eindelijk gaan vogelen. Volgens Stijn zijn telefoon is het tot twee uur wisselvallig en daarna de rest van de middag één grote bui. Een reden te meer om snel op pad te gaan. De wind is Noordwest, dus snel naar zee. Het is bij de Merlijn behoorlijk druk want er zit ook een grote groep NJN-ers op Schier en die weet natuurlijk ook dat je bij Noordwester wind bij de Merlijn moet zijn. De Jan-van-Genten zijn op grote afstand te zien, maar voor de rest is het nog redelijk tam. Af en toe een groepje Zwarte Zee-eenden als zwarte stipjes aan de einder en regelmatig grote groepen Eiders. Vaak bestaan deze groepen uit (bijna) alleen mannetjes of (bijna) alleen vrouwtjes. Geen idee waarom dat is. Misschien net als bij mensen ook de typische mannen- of vrouwenpraatjes onderweg! Een aantal van ons gaat een wandeling maken langs het strand op zoek naar Sneeuwgorzen en Strandleeuweriken, maar hun hoofddoel is een Velduil eruit kloppen. Wij besluiten met een groepje oostwaarts te fietsen richting de Kobbeduinen. Daar is gisteren nog een Velduil en een Klapekster gezien. Bij de Kobbeduinen ploffen we op een bankje om onze koffie weg te slobberen en het brood erin te proppen. Ja, we zijn al een stief uurtje onderweg en buitenlucht maakt hongerig! De bankjes waar we op zitten staan op een duinenrij aan de rand van een vlakker gedeelte en je kunt daar mooi een eind weg kijken. Er vliegen verscheidene vrouwtjes Blauwe Kiekendief en wat Buizerden, maar voor de rest is het maar wat behelpen. Stijn en ik gaan een ommetje maken en na een paar honderd meter ploeteren door heeeeeeel lang en nat gras staan we ineens oog in oog met iemand die een foto van zichzelf aan het maken is. Op zich niet vreselijk bijzonder, maar het feit dat ze een minuscuul zomerjurkje draagt, terwijl het zo koud is dat zelfs de ijsberen een extra bontjas dragen, is toch wel heel apart. Haar huid ziet er bijna blauw en doorzichtig uit. Het kan geen gezond vak zijn dat van ‘kunstenaar’! Gelukkig brengt een roepende Groenpootruiter ons weer uit de trance en terug naar de realiteit. Voor we hem goed kunnen zien duikt de groenpoot een van de slenken in. Balen, maar hij mag op het lijstje. We moeten scoren nietwaar! Terwijl we weer terugwandelen worden we gebeld door de rest die nog boven staat. Ze hebben een Ruigpootbuizerd in het vizier en gelukkig kunnen wij nog even meegenieten. Van een andere groep horen we dat ze een kilometer terug een Klapekster gezien hebben, dus allemaal op het stalen ros en pal tegen de wind op zoek naar deze Klapekster. Deze is al snel gevonden en wordt een tijdje door ons allen bewonderd. Samen met Isidro laten we de rest doorfietsen. We gaan aan ‘do it yourself birding’ doen. Lekker rustig op ons dooie akkertje fietsen we langs het wad naar het westen. Onderweg genietend van alles wat we tegenkomen. Dat is onder andere vijf Rietgorzen in hun winterkleed die steeds een tiental meters voor ons uitvliegen, een Zwarte Ruiter die tot zijn buik in het water staat te foerageren, een Oeverpieper met zijn metalige eentonige roep en donkere pootjes en nog veel meer. We zijn bijna bij de jachthaven als we worden overvallen door een fikse bui. Telescoop in een hand en met de andere hand proberen je fiets tegen de regen, hagel en stevige westenwind in recht te houden. Het kan geen gezond vak zijn dat van vogelaar! Bij de Jachthaven aangekomen laten we ons tegen een container aan zakken. We staan hier lekker beschut en kunnen mooi de omgeving afscannen. Een eenzame Kanoet die nog aan het ruien is, die zal wel niet helemaal oké zijn. Al snel valt ons een grote groep KBV-tjes op. Ze vliegen af en toe op en dansen als één bal wat rond om vervolgens weer neer te vallen in de korte begroeiing. Een KBV-tje staat voor ‘Klein Bruin Vogeltje’, maar dit lijken wel Fraters. Dat kan toch niet. Er zijn de laatste dagen enkele Fraters hier gezien, maar dit zijn er wel zestig. Even wat dichterbij op onderzoek uit. Al snel horen we het kenmerkende kneuachtige geroep van de Fraters en we krijgen ze ook prima te zien. Geen twijfel mogelijk. Echt bizar zo’n grote groep Fraters. We zijn al blij als we er af en toe een paar zien! Na wat sms’jes zijn we weldra met een grote groep vogelaars van deze Fraters aan het genieten. Het is inmiddels al over vieren. We besluiten om nog een uurtje terug naar de Merlijn te gaan om te kijken of de zeetrek al wat aangetrokken is. Dat was een goede keuze. De Jan-van-Genten vliegen nu volop en diverse Jannen vliegen door de branding en dus lekker dichtbij. We zien nog prachtig een juveniele Drieteenmeeuw met zijn zwarte -W- op de rug en er komen zowaar een paar Grauwe Pijlstormvogels langsgekeild. Dat is wel genoeg vogels op één dag. Meer kunnen we niet behappen, dus terug naar ons stekkie en naar de Bavaria. We horen nog van een ingevallen Sneeuwgans bij de Westerplas die door Ad Bekkers ontdekt is, maar dat moet maar op morgen wachten. Met lichte tegenzin wordt een bord stamppot met speklap en spekkies naar binnen gewerkt. Na het eten meer bier, chips en vooral sterke verhalen tot de luiken dichtvallen. Hopelijk gaan de Zaagbekken vannacht weer baltsen…
Woensdag 20 oktober 2010 (door Bert van Ginkel)
Eén…, twee…, drie…, vier……..…één…, twee…, drie…, vier………. Ik lig in mijn bed op de verdieping van de groepsaccommodatie ‘De Oorsprong’ aan de Heereweg op het Waddeneiland van ‘de grijze (Schiere) monniken’ en zie de lichten van de vuurtoren de omgeving verlichten. Vier keer achtereen, gevolgd door een pauze, en zo voort. Het is woensdag, 20 oktober 2010, ongeveer vijf uur in de ochtend, op de laatste dag van ons verblijf op het prachtige Schiermonnikoog, de parel van de wadden. Ik lig te ‘hanewaken’ omdat ik deze ochtend als enige van onze kamer om zeven uur corvee heb. Ik moet met een aantal andere excursiegangers onder andere de tafels dekken, het brood en dergelijke klaar leggen en vooral veel koffie zetten, heel veel koffie. Om mijn kamergenoten niet wakker te maken (we liggen met zeven man op de kamer) heb ik geen wekker gezet maar als gevolg daarvan al wel zo’n vijf keer op mijn horloge gekeken, bang dat ik mij zou verslapen. Het is voor mij bovendien een vreemde dag, een dag die ongetwijfeld veel lijkt op die van toen ik nog heel jong was, laat ik zeggen een jaar of vijf oud. Ook toen zal ik ongetwijfeld op de twintigste oktober heel vroeg wakker zijn geweest. Alleen had dat toen een andere reden, een veel aangenamere, namelijk om cadeautjes in ontvangst te nemen. Ik ben vandaag namelijk jarig en heb om die reden nog getracht van de vroege corvee af te komen, maar onze reisleider was onverbiddelijk. Hij geloofde niet dat ik echt jarig was, terwijl je toch zou verwachten dat hij het hele ledenbestand van de vereniging in zijn laptop zou hebben opgeslagen, inclusief geboortedata. Ook een poging om mijn dienst te ruilen met Stijn van Gils, de benjamin van onze kamer, die dan mooi de avond ervoor nog een poging kon wagen een Sneeuwgans in de omgeving op te sporen, liep op niets uit. Toen ik zo jong was had ik die kans niet laten schieten. Afijn, vol goede moed sta ik op om mijn laatste verplichtingen van deze fantastische vijfdaagse ‘vogelvakantie’ aan te vangen. Het zou ook nog een uitgebreid corvee worden omdat het de laatste dag van ons verblijf was en alles moest worden geveegd en gesopt. Maar wat nog erger was, is dat ik verkeerd op de corveelijst had gekeken en ik eigenlijk pas om negen uur had hoeven beginnen, na het ontbijt dus, en mijn kamergenoten dat volgens mij wisten. Zoals ik al zei, heb ik mij het eerste uur voornamelijk bezig gehouden met het zetten van koffie. Er moesten wederom heel veel thermoskannen worden gevuld. Maar het lukte tussendoor ook om voor mijzelf een ontbijtje en een lunchpakketje te verzorgen, de spullen te pakken en….. niet te vergeten, de regenkleding klaar te leggen alvorens tot de grote schoonmaak over te gaan. Nadat de boel aan kant was konden de koffers en tassen worden klaargezet om later voor vervoer naar de boot te worden opgehaald door rijwielverhuurder Soepboer en konden de fietsen worden geprepareerd voor de laatste pogingen om nog een ‘nieuwe’ soort aan de lijst toe te voegen. We hadden de tijd tot kwart voor twee in de middag, dan moesten we bij de veerboot aan de Veerdam zijn om ons gereed te maken voor de terugreis. Iets later dan gewoonlijk, zo tussen negen en tien uur, vertrokken voor de laatste keer groepjes vogelaars van diverse pluimage, per fiets van ‘De Oorsprong’ richting het onbekende ergens op het eiland. Al gauw kon de regenkleding uit de tassen worden gehaald en die hoefde je voor de rest van de dag ook niet meer op te bergen. Zelf ben ik die dag met Jan van Bergen en Willie Bergmans op pad gegaan (er wilde verder niemand met ons mee) en hebben we niet zoals alle dagen zo’n beetje het hele eiland rondgefietst maar hebben wij ons beperkt tot de Westerplas, natuurlijk het Noorzeestrand bij het restaurant Marlijn aan de andere kant van het eiland en de Kobbeduinen, althans dat was de bedoeling. Het fietspad daar naartoe eindigde in een grote watervlakte van de Binnenkwelder. Het vele hemelwater, het zeewater in combinatie met de harde wind en het kwelwater hadden bezit genomen van een groot deel van het land van het, sinds 1989, nationaal park. Verder fietsen was daardoor onmogelijk en van een hernieuwde kennismaking met de Klapekster die we daar eerder hadden gezien zou dus ook geen sprake zijn. We besloten naar de Westerplas te fietsen om daar ons geluk te beproeven, maar helaas, daar aangekomen bleken ook nu de weergoden ons niet goed gezind. Hadden we de dagen eerder hier nog groepen eenden kunnen aanschouwen (Wilde Eenden, Pijlstaarten, Wintertalingen, Kuifeenden, Tafeleenden, Smienten, Krakeenden) en waren ook onder andere Futen, Dodaarzen en Kleine Zilverreigers vertegenwoordigd, nu spoedden we ons naar de uitkijkhut om tegen de regen te schuilen. Echter bij aankomst aldaar beloofde de ongeveer twintig gestalde fietsen niet veel goeds. Mogen er volgens de bebording ter plaatse maar acht personen tegelijk in de uitkijkhut verblijven, schuilen zou daar nu waarschijnlijk “schier” (en grijs was het) onmogelijk worden. Ik besloot op de fietsen te passen, geheel bedekt onder mijn poncho en toch nog een poging te doen te genieten van de Staartmezen en Goudhaantjes die mij in de begroeiing om mij heen gezelschap hielden. Zo stilaan begon het zachter te regenen en kwamen de eerste bezoekers uit de hut tevoorschijn. Er was ondanks het slechte weer toch nog wel het een en ander te zien (geweest). Even voor onze komst was er volgens een bezoeker namelijk een Havik gezien die over de plas scheerde. Inmiddels droog geworden besloten we voor de laatste keer naar het Noordzeestrand bij Marlijn te fietsen. Hier hadden we de dagen eerder onder andere genoten van de Jan-van-genten, Zeekoeten, Roodkeelduikers en Bruine- en Blauwe Kiekendieven. Maar toch het allermooiste was die Veldkuil die vanaf zee laag over het strand, achtervolgd door een Zwarte Kraai, recht over ons heen vloog om vervolgens over de duinen achter ons te verdwijnen. Zonder dat een verrekijker nodig was keek ik hem (of haar) recht in de ogen. Vanaf zee….., terwijl er een zeer krachtige (ongeveer 8) aflandige wind stond? Het beestje zal dan ook geen grammetje vet meer op zijn lijf hebben gehad en erg hongerig zijn geweest. En dan ook nog zo’n vervelend zwart beest achter je aan. Héééél jammer voor één van ons (ik vind het zo sneu dat ik geen naam zal noemen) als zo’n vogel bijna door je haren (nou ja haren) scheert en je deze niet ziet. Maar ik heb afgesproken het daar niet meer over te hebben, dus dit is de laatste keer (ik kan het niet laten, Willie). Het zat hem toch al niet zo mee, hij was al erg teleurgesteld. Wat was het geval? Op 17 oktober staan we samen op het strand bij de Marlijn door onze telescoop te kijken naar een meeuwachtige vogel met een dikke hoge snavel, die tussen de golven heen en weer dobberde. Zo was ie te zien en zo was ie weer verdwenen. Maar voor mij was duidelijk welke vogel dat was, al kon ik op dat moment zo snel niet op de naam komen. Ook mijn vriend dacht aan dezelfde vogel die na inzage van de ‘bijbel’ gedetermineerd werd als Noordse Stormvogel. Ja, zei ik, die bedoel ik. Dat is ‘m. Wat was dan het probleem zul je je afvragen. Nou dat zal ik vertellen. De ‘beoordelingscommissie’ (zijn overigens mijn woorden en niet bedoeld om stemming te maken) zou niet geloven dat wij deze vogel hadden gezien. Hij, c.q. wij, werden niet serieus genomen en konden deze vogel ‘nooit hebben gezien’! Nou vriend, ik kan je gerust stellen, op www.waarneming.nl zag ik dat zowel op 16 als op 20 oktober de Noordse Stormvogel is waargenomen (en dus geaccepteerd) op dezelfde plaats waar ook wij deze vogel zagen. Bij de strandovergang Marlijn! Dus zo gek is het niet dat wij ‘m op de 17de ook hebben gezien. Inmiddels aangekomen bij Marlijn zagen we vanaf de strandovergang al direct enkele Jan-vanGenten door de telescoop. Verder naar het strand lopen was gezien de zeer hoge waterstand niet nodig, we konden vanaf hier ver genoeg kijken. Veel tijd was ons echter niet gegund, de regen kwam al gauw met bakken uit de lucht en onze ‘vlucht’ eindigde, weliswaar drijfnat, in het restaurant Marlijn. Geen erwtensoep dit keer maar een warme kop koffie en een lytje Pole (Schiermonnikoogs kruidenbitter) om op temperatuur te komen. Na nog een kopje koffie en om mijn verjaardag te vieren nog een Lytje Pole, vertrekken we met als bestemming het eerste berkenbosje langs de Prins Bernardweg, niet ver weg van Marlijn, alwaar zich al enkele dagen zes, onlangs door het vogelringstation op Schiermonnikoog geringde Witkopstaartmezen zouden ophouden. We hadden niet het geluk deze vogels daadwerkelijk als ‘zeker’ te kunnen noteren. Dit terwijl we tijdens ons verblijf van ongeveer een half uur aldaar wel zes Staartmezen zonder onderbreking van de ene kant van de weg naar de andere zagen vliegen, gevolgd door nog een groepje van drie, zonder ons te plezieren daar even in de begroeiing neer te strijken. De tijd begint langzaam te verstrijken en we besluiten om richting de Veerweg te rijden. We hadden eigenlijk nog gehoopt de Sneeuwgans te kunnen vinden die de avond ervoor was gezien, al was deze eerder op de dag door anderen ook al niet meer gezien. Gelukkig hadden we eerder tussen de vele Brand- en Rotganzen al wel een Zwarte Rotgans en een Dwerggans gezien. De volledige opsomming van waargenomen vogelsoorten zal zeker elders in dit Bruujsel worden afgedrukt maar ik wil zelf nog wel even de Roodborsttapuit, Tapuit, Frater en vooral de Strandleeuwerik noemen, die we dezer dagen hebben gezien. Inmiddels aangekomen bij de Veerweg Soepboer opzoeken om onze fietsen in te leveren, even de bagage ophalen, de groepsfoto maken en vervolgens de boot op. De bootreis verliep, mede door de stormachtige noordenwind, voortvarend en dat gold ook voor de autorit terug naar huis, althans voor wat betreft het gezelschap waarvan ik deel uitmaakte. Het was een zeer geslaagde, wederom zeer goed georganiseerde waddenexcursie, waarop ik, ondanks het slechte weer, met veel plezier terugkijk. Iedereen bedankt voor de leerzame en vooral gezellige dagen en Peter nogmaals bedankt voor de goede zorgen en ik kijk al uit naar de volgende voorjaarsexcursie in Domburg. Bij deze mijn opgave: kan niet rijden/damesfiets met versnellingen/lakenpakket/geen dieet. P.s.: In dit verhaal heb ik gebruik gemaakt van gefingeerde namen. Iedere gelijkenis met bestaande, bekende personen berust louter op toeval.
Vogelwaarnemingen Schiermonnikoog 2010 (door Jan Verhoeven)
01. Roodkeelduiker | 24. Krakeend | 47. Waterhoen | 70. Kleine Mantelmeeuw | 93. Roodborsttapuit | 116. Zwarte Kraai |
02. Parelduiker | 25. Pijlstaart | 48. Meerkoet | 71. Grote Stern | 94. Tapuit | 117. Ringmus |
03. Fuut | 26. Slobeend | 49. Scholekster | 72. Visdiefje | 95. Beflijster | 118. Huismus |
04. Dodaars | 27. Wintertaling | 50. Bontbekplevier | 73. Zeekoet | 96. Merel | 119. Vink |
05. Noordse Stormvogel | 28. Tafeleend | 51. Goudplevier | 74. Houtduif | 97. Kramsvogel | 120. Keep |
06. Grauwe Pijlstormvogel | 29. Kuifeend | 52. Zilverplevier | 75. Holenduif | 98. Koperwiek | 121. Appelvink |
07. Jan-van-Gent | 30. Eider | 53. Kievit | 76. Turkse Tortel | 99. Zanglijster | 122. Sijs |
08. Aalscholver | 31. Zwarte Zee-eend | 54. Steenloper | 77. Velduil | 100. Grote Lijster | 123. Groenling |
09. Kleine Zilverreiger | 32. Grote Zee-eend | 55. Drieteenstrandloper | 78. Grote Bonte Specht | 101. Zwartkop | 124. Putter |
10. Grote Zilverreiger | 33. Brilduiker | 56. Kanoet | 79. Veldleeuwerik | 102. Bladkoning | 125. Goudvink |
11. Blauwe Reiger | 34. Middelste Zaagbek | 57. Bonte Strandloper | 80. Boomleeuwerik | 103. Tjiftjaf | 126. Barmsijs spec. |
12. Rietgans spec. | 35. Blauwe Kiekendief | 58. Wulp | 81. Strandleeuwerik | 104. Goudhaantje | 127. Frater |
13. Dwerggans | 36. Bruine Kiekendief | 59. Rosse Grutto | 82. Oeverzwaluw | 105. Baardman | 128. Kneu |
14. Kolgans | 37. Sperwer | 60. Tureluur | 83. Boerenzwaluw | 106. Pimpelmees | 129. Kruisbek |
15. Grauwe Gans | 38. Havik | 61. Zwarte Ruiter | 84. Oeverpieper | 107. Koolmees | 130. Geelgors |
16. Sneeuwgans | 39. Buizerd | 62. Groenpootruiter | 85. Graspieper | 108. Staartmees | 131. Rietgors |
17. Rotgans | 40. Ruigpootbuizerd | 63. Watersnip | 86. Witte Kwikstaart | 109. Witkop Staartmees | 132. Rietgors |
18. Zwarte Rotgans | 41. Torenvalk | 64. Rosse Franjepoot | 87. Gr. Gele Kwikstaart | 110. Boomkruiper | 133. Sneeuwgors |
19. Brandgans | 42. Slechtvalk | 65. Kokmeeuw | 88. Winterkoning | 111. Klapekster | |
20. Bergeend | 43. Smelleken | 66. Stormmeeuw | 89. Heggenmus | 112. Spreeuw | |
21. Nijlgans | 44. Patrijs | 67. Drieteenmeeuw | 90. Roodborst | 113. Gaai | |
22. Smient | 45. Fazant | 68. Zilvermeeuw | 91. Gekraagde Roodstaart | 114. Ekster | |
23. Wilde Eend | 46. Waterral | 69. Grote Mantelmeeuw | 92. Zwarte Roodstaart | 115. Kauw |