Herfstexcursie Vlieland 9 t/m 13 oktober 2014
Na al bijna tien jaar niet meer op Vlieland te zijn geweest tijdens de herfstexcursie, werd het weer eens tijd om dit prachtige Waddeneiland met een bezoek te vereren. Met 24 enthousiaste vogelaars zijn we van donderdag 9 tot en met maandag 13 oktober er naar toe geweest. Jammer dat Tiny van Boekel zich op het laatste moment moest afmelden. Normaal gaan we altijd van zaterdag tot en met woensdag, maar in verband met de beschikbaarheid van de verblijfslocatie was het deze keer een ander deel van de week. Hoewel enkele dagen van te voren de weersvoorspellingen nog niet zo goed waren, mochten we tijdens de excursie niet klagen over het weer. Een enkel regenbuitje, niet te veel wind en een aangename temperatuur. Het aantal gescoorde soorten bleef iets achter bij andere jaren met 109 stuks, maar een Alk (in de haven), Strandleeuwerik, Kleine Jager, Bladkoning, Baardmannetje en Steppekiekendief (zelfs twee dagen) zijn toch mooie waarnemingen. Op de dag van vertrek van Vlieland kwam er, waarschijnlijk veroorzaakt door een weersomslag, nog een invasie van Koperwieken en Vinken op gang en werden er nog vijf Beflijsters gespot. Tevens nog een compliment voor de groep als geheel. Het is een heel ervaren groep van leden waarvan de meesten al vaak zijn mee geweest met de herfstexcursie. Iedereen weet wat er moet gebeuren en zonder opdrachten of lijstjes gebeurt het dan ook. Niemand ontloopt zijn taak. Het lijkt wel alsof alles van zelf gaat. Ook geen wanklank over wat niet helemaal goed ging. En de vijf eerstejaarswaddenexcursiegangers, die vonden het allemaal prachtig.
Donderdag 9 oktober 2014
In alle vroegte loopt om vier uur de wekker af. Dit is toch anders dan normaal, want je bent meteen klaar wakker en springt je bed uit. Niet nog even lekker vijf minuutjes soezen. Om half zes aan de Beerseweg 41 in Mill zijn, dan heb je geen tijd te verliezen. Dit jaar was voor het eerst de Groenhoeve niet de centrale verzamelplaats voor het vertrek naar de Wadden. Iedere auto vertrok van huis uit en de chauffeur haalde zelf zijn medepassagiers op of deze kwamen naar hem toe. Bij de boot in Harlingen zouden we elkaar pas treffen. Een experiment met voor- en nadelen. Onderweg voor de zekerheid toch maar een telefoontje naar alle chauffeurs gedaan om te checken of ze op weg waren. De meesten lagen al een kwartier of meer op ons voor, dus dat liep lekker en iedereen was ruimschoots op tijd voor de boot van negen uur. De tassen waren wat voller dan andere jaren, want we moesten zelf een slaapzak meenemen. Om half negen konden we met onze groepsticket de boot op na de koffers in een overdekte bagagekar van rederij Doeksen te hebben gezet. Alle tijd voor een kopje koffie en wat bijpraten, want de oversteek duurt anderhalf uur. Sommigen gingen aan dek kijken om alvast wat vogels te spotten. Door de sterke stroming in de smalle geul en door de haakse wending die de veerboot moest maken naar het westen op een bepaald punt, was er toch zoveel deining dat sommigen hun maag begonnen te voelen. Maar dat was zo over toen we in de luwte van Vlieland kwamen. Altijd toch weer een mooi gezicht als je zo’n eiland nadert en daarna voet aan wal zet. Het eilandgevoel neemt onmiddellijk bezit van je. Omdat we pas rond vier uur in ons verblijf De Vliehorst terecht konden, hadden we alle tijd om het eiland aan een eerste verkenning te onderwerpen. Koffers en slaapzakken konden we in het busje van fietsenverhuurder Zeelen droppen en die zorgde voor het vervoer naar ons onderkomen. Telescopen, verrekijkers en fotoapparatuur moesten mee op de fiets, want anders ben je nergens als vogelaar. Te voet naar de winkel van diezelfde Zeelen om de gehuurde fietsen op te halen was maar honderd meter. Altijd een gedoe voordat iedereen een fiets heeft en dan ook nog een fiets die het doet qua versnellingsapparaat en/of accu. Wat dat betreft heeft Jan Verhoeven het goed bekeken met een gewone damesfiets met terugtraprem. Afstanden op Vlieland stellen niet zoveel voor. De totale lengte van het eiland is maar 19 kilometer (inclusief 8 km. militair oefenterrein) en de breedte varieert van 1 tot 3 kilometer. Er is slechts een dorp en dat heet Oost-Vlieland. Deze naam suggereert dat er ook nog een West Vlieland is. Dat klopt, maar dat is verleden tijd. In 1736 is dit dorp kopje ondergegaan in de zee. Omdat ik tijdens de reis aanspreekpunt was, voelde ik me toch wel verantwoordelijker voor het geheel dan andere jaren. Dus toch maar even kijken of alle bagage goed was aangekomen. Die stond inderdaad keurig in het halletje van de Vliehorst. De beheerster was nog druk aan het schoonmaken, want er waren net zo’n zestig kinderen vertrokken. Wij lieten haar mooi haar gang gaan en gingen richting het strand, omdat het aan de wadkant hoog water was en er dan nauwelijks wadvogels te zien zijn. Tijdens de fietstocht moesten we even schuilen onder een grote den voor een klein buitje, maar toen hadden we mooi de tijd om een grote groep Goudplevieren te bestuderen die voor ons een vliegshow opvoerden. De zeekant is altijd mooi met z’n meeuwen (zilver, kok en storm), Drieteenstrandlopers en als je geluk hebt een Jan-van-Gent of Zwarte Zee-eend in de telescoop. Op het strand diverse soorten schelpen en je weet maar nooit of je iets bijzonders vindt. Eigenlijk hetzelfde als met vogels kijken. Via een mooi fietspad door de duinen kwamen we bij het Posthuys aan de wadkant. Onderweg struikelden we zowat over de Graspiepers. Ook waren er mensen cranberries aan het plukken in het veld. Iets voor morgen om ook te gaan doen. Ik herkende dit pad omdat ik in het voorjaar ook naar Vlieland was geweest voor de twee Sneeuwuilen die er zaten. Toen was het er echter bitter koud. Aan het wad was het nu laag water en wemelde het van de voedselzoekers zoals Wulpen, Tureluurs, Steenlopers en Bergeenden. Voor een uitgebreid bezoek aan de Kroon’s Polders was nu geen tijd meer, maar een eerste blik op het gebied beloofde heel wat voor morgen. Rustig terug fietsend naar OostVlieland werden we af en toe door een auto opgeschrikt. Die verwacht je eigenlijk niet op een autovrij eiland. Terug op de Vliehorst waren er al verschillende vogelaars aan het inhuizen en bedden aan het opmaken. Er was plaats genoeg. Totaal zestig stapelbedden voor 24 personen. Het was wel even zoeken naar de stopcontacten, want die waren uit het zicht geplaatst, omdat er ook vaak kinderen logeren. Om kwart voor zeven konden we aanschuiven voor het diner. De twee vegetariërs in de groep waren zeer tevreden over het eten. Daarna was het onder leiding van Jan Verhoeven de lijsten met waargenomen vogels doornemen. Dat viel met totaal 74 stuks iets tegen, dus daar moest de volgende dag nog een tandje bij. Omdat iedereen ‘s morgens erg vroeg op was werd er na de afwas nog wel gezellig nagepraat onder het genot van een kopje koffie en een biertje, maar het werd niet te laat gemaakt. De weersvooruitzichten voor morgen waren voortreffelijk, de zin om er weer vroeg uit te komen was groot.
Vrijdag 10 oktober 2014
Vannacht wakker gehouden door een hevige onweersbui. Het knetterde en verlichtte heel Vlieland. ‘s Morgens om zeven uur waren enkele vogelaars actief, sommigen met een krantje lezen, maar een klein aantal genoot van de frisse lucht! De volle maan weerspiegelde zich prachtig in de waterplassen. Heerlijk wandelend door het duinlandschap kwam ik oog in oog te staan met een luid blaffende hond. In eerste instantie leek het een eenzaam dier, maar even later was zijn baasje toch ook in de buurt. De eerste ochtendgroet had ik te pakken, een vriendelijke inwoonster van Vlieland. Aan de rand van het bos drong het geluid van een Merel en een Winterkoning tot me door. Even later de stemmen van Jan en Chris en kreeg ik mijn eerste lesje. Op mijn vraag of zij een uil gehoord hadden, was hun antwoord: "Nou, een Ransuil zou nog kunnen”, maar de Bos- en Steenuil komen blijkbaar niet op dit eiland voor. Verder op mijn pad zag ik een Zanglijster en twee Zwarte Kraaien. De dag had een goede start gemaakt, de maan verdween achter de wolken en geleidelijk werd het lichter. Na het ontbijt verspreidde de groep zich over Vlieland. Ons groepje ging richting dorp via het pleintje met de hervormde kerk en het militaire kerkhof op zoek naar de Bladkoning, echter zonder resultaat. Wij fietsten verder door de duinen richting Zeedam 20. Een schitterend slingerend pad door de duinen, waarbij de geur van de zee ons steeds vergezelde. Aan zee hebben wij de Zwarte Zee-eend voorbij zien trekken en heel veel buitelende meeuwen, rennende Drieteenstrandlopers en Bontbekpleviertjes. In de duinen werden wij continu vergezeld door Graspiepertjes die zich badderden in de waterplassen, mooie luchtshows toonden en om elkaar heen buitelden. Op een kruispunt van het schelpenpad werden wij verrast door een Tapuit, verderop vergezelden ons twee Tapuitjes, zij vlogen steeds voor ons uit. Bij het Posthuys trakteerden wij onszelf op heerlijke cappuccino en appeltaart met cranberrysaus, mmmmm, vooral de cranberrysaus was verrukkelijk! Op naar de Kroon’s Polders, een prachtig moerasgebied met Lepelaars, Kiekendieven en vele eendensoorten en plevieren waaronder de Goudplevier, de Zilverplevier en de Kievit. Alle plevieren zijn oogjagers, zonder ogen zijn zij nergens, dus wij hebben hun ogen nog eens extra aandacht gegeven. De dag van vogels spotten werd afgesloten met een kijkje bij de jachthaven, waar wij de Alk bewonderden, een bijzondere vogel, die zich regelmatig verstopte door onder water te gaan. Roezig, rood of gebruind, maar in ieder geval zeer voldaan vielen wij weer op de klep van ons verblijf ‘De Vliehors’. In mijn ogen een minpuntje; helaas overheerst scoringsdrang vaak de socialiteit. Nog een aardige toevoeging van dichtkunst op het strand van Vliehors afgedrukt door autobanden.
Zaterdag 11 oktober 2014
Vlieland: trek in vogels. Vogeltrek op de Waddeneilanden is altijd rekening houden met verrassingen. Op onverwachte plaatsen kunnen zeldzaamheden opduiken of grote aantallen van een soort, maar garanties zijn er niet. Het is zaterdag 11 oktober. De derde dag van de excursie van de VWU op Vlieland. Vlieland, een naam die je langzaam door je mond moet laten rondgaan als een goed glas wijn. Het eiland met slechts één dorp, een lange weg naar het Posthuys in het Westen met alleen verkeer van de eilanders en een eiland dat bereisbaar is met de fiets in één dag. Combineer het landschap van duinen, rus- en biesvelden, polders, kreken en weilanden met de maand oktober en je hebt alle ingrediënten voor een fantastische vogelexcursie. Nu is het pas zeven uur en ik veer uit bed. Snel nog even een wandeling door het bos bij onze kampeerboerderij voordat we op pad gaan. ‘Lippen branden van verlangen naar het zilte van de jouwe. De wind maakt ruimte en in vrijheid kan ik van je houden’. Als ik terugkeer hoor ik plotseling een vreemd vogelgeluid. Ik heb nog nooit eerder dat geluid gehoord. Ik maak een provisorische opname met de telefoon en ren terug om mijn opnameapparatuur op te halen. Ik vraag binnen of iemand het geluid dat ik naboots al eens heeft gehoord. Niemand herkent het. Komt het doordat ik slecht naboots of is het echt een spannende soort? Als ik met apparatuur terugkeer is het doodstil. De vogel is gevlogen. Wat maakt deze hobby ook alweer leuk?? Dat vogels weg vliegen!! Deze keer heb ik aan die wijsheid minder houvast. In de opname op mijn telefoon is niets te horen. Teleurgesteld begin ik aan mijn ontbijt. Je kunt nooit lang teleurgesteld blijven want er wachten nog zoveel kansen op mooie ontmoetingen buiten. Daar komt het illustere reisgezelschap bij waar ik het eiland mee verken: John, Arend, William, Jan, Arend, Rien, Isidro en Henk. Goed voor jaren vogelervaring, maar ook met een humoristische inslag. Vandaag hebben we besloten dicht bij het dorp te blijven. Daardoor hopen we de vogels, die moe van het vliegen over zee op de oostkant van het eiland even bijkomen, te vinden. We zetten eerst koers naar Stortemelk. Onderweg komen we langs de sportvelden van Vlieland. Normaal is de jeugd daar druk aan het voetballen, maar nu trappelen er foeragerende vogels. De Zanglijsters en Merels op zoek naar wormen in de grond. De bomen rondom de sportvelden wemelen van de groepen mezen (Koolmezen, Pimpelmezen en Staartmezen (vliegende lolly’s), Goudhanen, Kepen en Vinken. Grappig als je je realiseert dat misschien wel tachtig procent van de vogels, die we hier nu zien, vanuit het noorden komen en een week eerder hier nog niet zaten. Iets verder naar het noorden ligt Stortemelk. Dit is een vakantiepark met huisjes en kampeerplekken. Mooi groots opgezet met veel ruimte. Het gebied is zacht glooiend en zo uitgestrekt dat een fiets geen overbodige luxe is. We besluiten even te schuilen in verband met een bui die boven ons hoofd besluit neer te slaan. We zien Jan Verhoeven en Chris van Lieshout staan. We gaan even buurten onder de overkapping van een prachtig nieuw toilet- en douchegebouw. De bui trekt snel over en we kunnen ons weer werpen op het speurwerk in het veld. We kammen de struiken direct achter de duinen uit. Hier rusten de vogels vaak even uit. We zien Groenlingen, Roodborsten, Eksters en Kneuen. We hadden eigenlijk gehoopt op een Bladkoning, maar deze laat zich helaas niet zien of horen. Het is pas negen uur en we kunnen nog wat meepikken van de zeetrek. De fietsen worden richting het strandhotel gestuurd, met een fantastisch zicht op zee. Tegenover het hotel zit een strandrestaurant, maar er zijn nog geen klanten. We kunnen dus mooi gebruik maken van de bankjes en de telescopen laag opstellen. We turen de zee af, maar vergeten de kribben ook niet. Daar zitten vaak diverse soorten steltlopertjes en meeuwen. Ook nu kunnen we de Drieteenstrandlopers en Kanoeten zien foerageren. Ook een aantal Scholeksters gooit zich in de strijd om het voer dat de kribben biedt. Doordat de golven van de zee steeds over de kribben heen slaan, blijven er allerlei schelpdiertjes achter. Prachtig om te zien hoe de drietenen snel hun hapjes in de snavel nemen of er af en toe wat op hameren. Verder op zee zijn de Eidermannetjes goed te herkennen met hun wit-zwarte kleed. De vrouwtjes hebben de markante kop en grote snavel die de Eider zo kenmerken. Jammer dat de Eiders zo in aantal zijn afgenomen op de Waddeneilanden. Boven de zee zien we regelmatig Roodkeelduikers vliegen. De hals maakt een kleine bocht naar beneden en is niet strak recht. Het zijn krachtige vliegers en je zou soms met ze willen ruilen om zo vanuit de lucht over de zee te kunnen speuren. We zien treintjes met Zwarte Zee-eenden laag over het zeewater scheren, Grote Sterns en Visdiefjes. En dan ziet William opeens een grijze zeehond dicht bij de kust. De markante kegelvormige kop maakt direct duidelijk dat het om de grijze zeehond gaat. De vrouwtjes werpen de jongen dichtbij de plaats waar ze zelf geboren zijn en na twee tot drie weken zogen mogen de jonge zeehonden zelf voor de kost zorgen. Al dat speurwerk maakt dorstig en inmiddels is het restaurant open. Tijd voor wat anders. We gaan zelf ook foerageren. Koffie, warme chocolademelk, thee en voor sommigen een mooi stuk gebak. We kunnen vanaf onze zitplaats prachtig zicht houden over zee. In het restaurant blijken we geen zonderlingen met verrekijkers te zijn. Er zijn meer vogelaars op het eiland. Er hangt een goede sfeer. Om kwart over elf willen we vertrekken. We hebben onze fietsen opgesnord, maar dan pakken de donkere wolken zich snel samen boven onze hoofden. We halen de afslag naar Stortemelk nog droog, maar dan gaat het hard regenen. Sommigen besluiten regenkleding aan te doen, de echte bikkels rijden door. We zijn Isidro kwijt geraakt en hij heeft besloten een andere kant op te gaan. Een besluit waar we hem later erg dankbaar voor zijn, maar dat komt straks. Wij zetten koers richting Stortemelk. We zitten opnieuw op Stortemelk en gebruiken de prachtige faciliteiten om te schuilen. Na vijftien minuten houdt het op met regenen. Op de velden lopen Veldleeuweriken, Graspiepers en Witte Kwikstaarten. De speeltuin wordt bezocht door een Tapuit, maar hij heeft maar weinig interesse in de schommels. Wat wil je als je moet opvetten voor de trek. Daar heb je een volle dagtaak aan. Watersnippen vliegen over en iets later een groepje Goudplevieren. Op het strand, dat vanuit Stortemelk is te zien, komen we nog Kanoeten, Steenlopers en Bonte Strandlopers tegen. Druk foeragerend. Ze doen ons inzien dat het voor ons ook tijd wordt. Een lange traditie blijkt het ‘gebakken visje’ te zijn. Door ons speurwerk in de afgelopen dagen weten we inmiddels dat er een viskraam staat vlak bij de vuurtoren. Daar gaat de reis vervolgens naar toe. We worden warm welkom geheten door de dame van de viskraam. De bestelling wordt gedaan en we wachten verlekkerd. Inmiddels worden we op de hoogte gebracht van het vocht waar vissen het beste in kunnen zwemmen. Bier aan de open lucht gegist zou een goede kandidaat zijn. Als je jonge jenever gebruikt moet je meer drinken om de vis te laten zwemmen. Op een been kun je niet lopen dus er wordt nog een tweede lekkerbekje, Hollandse nieuwe of portie kibbeling besteld. John krijgt een telefoontje van Isidro. Er is een Sperwergrasmus gezien aan de westkant van het dorp aan de weg naar het Posthuys. Nu we zijn aangesterkt kunnen we ons weer verlekkeren aan zeldzame vogels. We bestijgen de stalen rossen en fietsen verder. Aangekomen op de plek staan er meerdere vogelaars. Zij hebben de Sperwergrasmus al gezien. Hij was kort in een gaspeldoornstruik te zien. Een vogelaar uit Wieringermeer gaat een pad verderop in om aan de andere kant van de ruige weide te kijken. John wil over het draad heen stappen, maar krijgt van de collega vogelaar toegebeten dat hij daar weg moet gaan. Omdat we na lang wachten de vogel nog niet hebben gezien, besluiten we ook het pad in te gaan en aan de andere kant van de weide ons geluk te beproeven. Niet iedereen overigens en dat blijkt voor hen een minder gunstig besluit. Na een tijd wachten zit daar open en bloot boven in de struik een fors formaat Grasmus, met een stijl voorhoofd en lichte tekening over de borst. Dit is de Sperwergrasmus. Het geluk stroomt door de aderen en op deze stoot adrenaline kunnen we wel weer even vooruit. We besluiten de dag af te sluiten met een bezoek aan de Alk in de jachthaven. We moeten even speuren, maar uiteindelijk vinden we hem. Tevreden gaan we naar de boerderij om de bal gehakt tot ons te nemen. John blaast de avond leven in door zijn fotoreportage te laten zien over IJsland. Je krijgt meteen zin om er weer naar toe te gaan. Ik was er zelf al eens geweest, maar toen stonden vogels nog niet centraal. De derde dag van de excursie is zijn einde genaderd en inderdaad is het terecht om te stellen dat een bezoek aan Vlieland in trektijd vol verrassingen kan zitten. Soms zit het mee en soms zit het tegen.
Zondag 12 oktober 2014
Na het ontbijt liep Jan samen met nog enkele andere personen naar buiten, stak zijn vinger op en riep: Appelvink. Zo zie je maar weer als je goed hoort en de geluiden kent kom je soorten tegen die niet zo algemeen zijn. Nadat we afgewassen hadden zijn we met een groepje langs het wad gefietst. Je hebt op Vlieland niet zo veel weiland dus de Rotganzen die er zitten zijn van zeer dichtbij te bewonderen. Dit jaar viel op dat ze een goed broedjaar achter de rug hadden met veel jongen. Je zag telkens ouderparen (te herkennen aan de witte streep in de nek) met enkele jongen. (die de streep niet hebben). Het valt niet op, maar deze ganzen hebben al weer een tocht van minimaal drieduizend kilometer achter de rug. Het merendeel van ‘onze’ Rotganzen broedt in Tajmyr in Siberië. Het grootste deel van het jaar, van september tot mei, zijn ze in Nederland en maar enkele maanden verblijven ze in Siberië om er te broeden. Bij Lange Palen zagen we een groepje Staartmezen, dus even gestopt om ze stuk voor stuk te zien oversteken. Er zaten geen ‘witte’ Staartmezen tussen dus ze komen niet zo ver van ons vandaan hier heen. De ‘witte’ Staartmezen komen uit Noord- en OostEuropa en zie je in de winter in klein aantal ook hier in Nederland. Ineens riep Arend Vuurgoudhaan maar wij zagen alleen maar Goudhaantjes. Iets verder in de bosjes zag ik iets later ook de Vuurgoudhaan maar helaas hebben alleen Arend en ik dus de Vuurgoudhaan gezien. De Vuurgoudhaan is bij ons nog steeds zeldzaam. De Goudhaantjes vind je vooral in naaldbossen terwijl de Vuurgoudhaan meer een loofbosbewoner is. Tijdens de trek zie je ze wel op allerlei plaatsen, zo had ik het Vuurgoudhaantje een aantal jaren geleden bij de voederplaats in mijn tuin. Verder waren er nog opvallend veel Tjiftjaffen te zien. Tijdens het fietsen zagen we groepen Spreeuwen die ons inhaalden. Je ziet op de Waddeneilanden veel dat groepen vogels in het verlengde van het eiland richting het volgende eiland, in Vlieland dus Texel, vliegen. Van daaruit gaat de trek verder langs de kust. Bij de Kroon’s Polders aangekomen besloten we om over de dijk onze tocht lopend voort te zetten. Al aan het begin bij een rietvlakte zagen we vijf Baardmannetjes, drie vrouwtjes en twee zeer fraai gekleurde mannetjes. We hadden de zon vol in onze rug dus we zagen ze prachtig door de telescoop. Zeker vijftien minuten zaten ze op dezelfde plek. Je ziet ze nu al volop zaad etend van het riet, een maand geleden aten ze nog vooral insecten. Baardmannetjes horen tot de mezen waarbij de meeste soorten in de zomer insecten eten en in de winter overschakelen op zaad zodat ze niet de winter in tropisch Afrika hoeven door te brengen. Hierbij zie je dat in de herfst de maag en de darmen zich vergroten waardoor ze in staat zijn om de zaden te verteren. Tussen alle Wintertalingen en Pijlstaarten zaten twee Krakeendjes, het waren de enige twee die we hier op Vlieland hebben gezien. Kennelijk is de Krakeend meer gesteld op zoet water wat nauwelijks voorhanden is op Vlieland. Iets verderop langs de dijk hoorden we een apart geluid waar Bart al meteen Waterral tegen zei. Het was niet het kenmerkende ‘biggengeluid’ maar een totaal ander roepje. Plotseling zag ik de Waterral voor de rietkraag lopen, open en bloot. Een gezelschap gelegenheidsvogelaars uit Groningen hebben deze Waterral ook allemaal mooi via onze telescopen gezien. Meestal hoor je de Waterral maar nu zagen we de Waterral in al zijn glorie. Iets verderop in de polder zagen we drie Kleine Zilverreigers en een Grote Zilverreiger. In de herfst heeft de Kleine Zilverreiger een zwarte snavel en de Grote Zilverreiger een gele snavel zodat de twee soorten goed te herkennen zijn. De Kleine Zilverreiger is meer zout gerelateerd terwijl de Grote Zilverreiger zich meer ophoudt in zoetwatergebieden maar je ziet hier wel op Vlieland dat je ze ook allebei in hetzelfde gebied kunt tegenkomen. Achter de Zilverreigers zat nog een groep van 250 Kluten. Meestal zie je tijdens de herfstexcursie nog een enkele Kluut (de meeste Kluten trekken in de winter naar het Middellandse zeegebied) maar nu zaten er dus nog veel. Ook bij de Lepelaars zagen we dit verschijnsel (nog minstens twintig exemplaren gezien). Het mooie weer zorgt er kennelijk voor dat ze iets later gaan dan in andere jaren. Vanuit de Kroon’s Polders fietsten we naar Oude Kooi. Hier kwamen we een grote groep van de Vogelwacht tegen die net deze eendenkooi hadden bezocht. Staatsbosbeheer heeft een pijp hersteld zodat je kunt zien hoe het eenden vangen in vroeger tijden gebeurde. Mooi kon je zien dat aan het einde van de pijp een vangkorf stond en hier is dan ook het spreekwoord ‘de pijp uit gaan’ van afgeleid. Verder zagen we hier nog enkele Kruisbekken overvliegen en op de eendenplas zaten warempel vier Meerkoeten, de enige op het hele eiland Vanuit de Oude Kooi zijn we via de duinen naar de zeekust gefietst. Op Vlieland heb je aan de kust overal kribben en in het verleden zagen we hier altijd Paarse Strandlopers maar tijdens ons verblijf op Vlieland hebben we ze deze keer niet gezien. Wel zaten er een aantal Kanoeten, die we duidelijk meer zagen dan tijdens andere keren op een van de Waddeneilanden. De meeste Kanoeten trekken zuidelijker dus kennelijk was ook hier het mooie weer de oorzaak dat ze iets langer bleven. In totaliteit heb ik enkele honderden Kanoeten gezien tegenover een enkeling normaal. Tussen de Kanoeten zaten nog Drieteenstrandlopers, Steenlopers en Bonte Strandlopers. Verder zagen we een aantal malen een vin van de Bruinvis tevoorschijn komen. De Bruinvis is een kleine dolfijnachtige die de laatste tijd weer meer voor onze kust te zien is. Als klapper zagen we opeens een Kleine Jager op het water zitten die enkele ogenblikken later begon te vliegen en uiteindelijk weer op het water ging rusten. Hier kijken ze of er meeuwen met voedsel langs willen komen om daarna de meeuw furieus te achtervolgen om zo het voedsel van de meeuw af te kunnen pakken. Jammer genoeg was er weinig zeetrek; we hebben alles bij elkaar twee keer een Jan van Gent gezien. Na de zee hadden we trek in een visje en ondanks dat het al vijf uur in de namiddag was weerhield het ons niet om smakelijk enkele vissen naar binnen te werken. Achteraf bleek dit een heel goed idee want het avondeten bestond uit niet meer dan maaltijdsoep, wat te weinig is om van een maaltijd te spreken. Jan en Chris vonden dit zeer zeker want spoorslags fietsten zij naar een plaatselijk restaurant om ervoor te zorgen dat ze wel voldoende eten binnen kregen. Een smetje op het onderkomen; als we hier nog ooit terug komen moet dit in ieder geval beter. Normaal is het avondritueel het lijsten door Jan maar omdat hij nog in het restaurant zat, heb ik deze avond het ritueel voorgezeten. Alles bij elkaar tot en met zondag 109 soorten.
Maandag 13 oktober
Slotdag excursie Vlieland: grande finale. Wie denkt dat de slotdag van de VWU alleen maar in het teken van het vertrek staat en het halen van de boot om twaalf uur heeft het mis. Vogelen tot de laatste snik….. Het is maandag 13 oktober. Dit is de laatste dag van een mooie excursie naar Vlieland. Een dag die me vervult met gemengde gevoelens (‘de gevoelens die je hebt als je schoonmoeder met je nieuwe sportauto een ravijn inrijdt’ werd me voorgehouden in mijn tijd bij de marine). Als ik opsta denk ik dat deze dag gewijd zal zijn aan het inpakken, opruimen, inleveren van de fiets en zorgen dat we op tijd op de boot zijn. Toch pakt dit anders uit. Het blijkt dat de leden van de VWU de ‘vogelkwaliteit’ tot de laatste druppel uitpersen. Vroeg opstaan, snel alles inpakken en de koffers voor transport in de hal. Dan ontbijten en snel de spullen afruimen en afwassen. Rond acht uur zijn we klaar en krijgen we permissie om op pad te gaan. Het is een aparte dag, die past bij een afscheid. De lucht is nevelig, tegen mist aan. Als we buiten staan horen we al de hoge langgerekte piep-roepen van overtrekkende Koperwieken. Deze worden afgewisseld door de korte hoge tikken van Zanglijsters. Er is geen twijfel mogelijk: de vogeltrek is in volle hevigheid aan de gang. We kunnen vandaag niet ver weg en moeten dus in de buurt van het dorp blijven om op tijd de fiets in te leveren en de boot te halen. Dus we gaan nog maar eens naar Stortemelk. Er is nog steeds een kleine hoop dat we hier een Bladkoning te zien of te horen krijgen. We stoppen niet onderweg maar rijden doelbewust door naar Stortemelk. Op het park aangekomen zetten we onze fietsen onder een overkapping en gaan te voet over het terrein van het park. Intussen blijven met name de lijsterachtigen in groten getale over onze hoofden vliegen. Uit een rozenbottelstruik vliegt opeens een Beflijster weg. Zijn schrille alarmroep nog uitstotend. De vleugels lijken aan de randen bijna doorschijnend. Prachtig en redelijk onverwacht worden we op de aanwezigheid van deze vogel getrakteerd. We hebben nog een vogelplekje op de verlanglijst staan. Het is een bizar hoekje op het zeer kleine industrieterreintje van Vlieland. Er staan wat bouwketen, begroeide zandhopen, diverse struiken waar de vogels beschutting kunnen vinden en het grenst aan de duinen en een grote tuin. Op de eerste dag hebben we er bijzonder veel zangvogels gezien en het ligt aan de oostkant van het eiland, de plek waar de trekvogels bij hun vlucht over zee voor het eerst land tegenkomen. Op de fiets gaan we richting jachthaven, omdat de plek hier aan grenst. Als we aankomen zoeken we de beschutting van een container, omdat de wind is aangetrokken. Daar vergapen we ons aan de continue stroom van trekvogels vooral aangevoerd door de Koperwieken en Zanglijsters. Als je wat langer kijkt kun je ook aan de vlucht de beide lijsterachtigen van elkaar onderscheiden. Ineens horen we het geluid van een kwikstaart soms twee, soms drie of vier slagen achter elkaar. Het is een Grote Gele Kwikstaart. Kepen, Vinken en Groenlingen schuifelen door de struiken links van ons. Het is puur geluk om op deze laatste dag de trek in zijn volle glorie te aanschouwen. We gaan nog even snel naar de jachthaven om afscheid te nemen van de Alk, maar deze laat zich in geen velden of wegen meer zien. We vermannen ons en gaan de fietsen inleveren bij Zeelen Rijwielverhuur. De fietsen worden in ontvangst genomen en dankzij ons betrouwbare uiterlijk niet aan een nadere inspectie onderworpen. Het is van hieruit maar een kort wandeltochtje naar de boot. We wachten tot de groep compleet is, want anders krijgt onze Martien geen toestemming om met zijn troep door de poortjes te gaan. We leggen onze bagage op de wagen die de boot oprijdt. Op de boot zoeken we het bovendek op. We moeten toch genieten van de frisse lucht. Er heerst een goede stemming. Een Roodkeelduiker laat zich vlakbij de boot goed bekijken. De boot maakt zich los van de kade en we maken ons op om weer ingelijfd te worden bij de vastelanders aan de overzijde. Tijdens de overtocht blijven we trekkende vogels zien. Soms vliegt er een groepje Koperwieken een tijdje met de boot mee. Dan zien we een Koperwiek heel laag over het water scheren. Dit blijkt een favoriete strategie van trekvogels te zijn waardoor ze minder tegenwind hebben. Het risico is wel dat ze een golf kunnen raken, nat worden en een hinderlijke verdrinkingsdood tegemoet gaan. Zwarte Zee-eenden vliegen in een mooie lijn over het water. We zien Eiders vliegen naast de boot. Het lijkt wel of alle vogels zich hebben ingespannen om ons nog uit te kunnen zwaaien. Als we in Harlingen aankomen is het tijd om de auto’s weer op te halen, waar we vijf volle dagen zonder hebben moeten doen. Iedere auto zet zich in beweging naar het zuiden, maar met steeds een andere bestemming. In elke auto een deel van de 24 vogelwachters die een mooie tijd hebben gehad op Vlieland. Dankbaar voor het werk dat Martien en Dieny hebben gedaan om deze reis tot een succes te maken. Als ik ’s avonds thuis in Uden de vuilnis in de kliko gooi, hoor ik ze, de Koperwieken en Zanglijsters, die al roepend overkomen. Ik vraag me af of zij vandaag ook op Vlieland waren.
De 24 deelnemers:
Henk Arnoldussen, Vera Brounts, Martien van Dooren, Dieny Fleuren, Bart Gras, John Hermans, Lenie van Heusden, Wil van Hout, Conny Koenen, Chris van Lieshout, Rien de Mol, Jan Nabuurs, Theo Peters, Isidro Rendon, Jan van den Tillaart, William van der Velden, Jan Verhoeven, Hermien Verkuijlen, Lambert Verkuijlen, Arend Vermaat, Nico Verstegen, Fien Verstegen, Peter Vlamings en Tonny Vlamings.
109 Vogelwaarnemingen Vlieland 2014:
01. Roodkeelduiker | 22. Zwarte Zee-eend | 43. Kanoet | 64. Grote Bonte Specht | 85. Tjiftjaf | 106. Putter |
02. Fuut | 23. Middelste Zaagbek | 44. Bonte Strandloper | 65. Veldleeuwerik | 86. Bladkoning | 107. Kneu |
03. Jan-van-Gent | 24. Grauwe Kiekendief | 45. Kleine Strandloper | 66. Strandleeuwerik | 87. Goudhaantje | 108. Kruisbek |
04. Aalscholver | 25. Bruine Kiekendief | 46. Wulp | 67. Oeverpieper | 88. Vuurgoudhaantje | 109. Rietgors |
05. Kleine Zilverreiger | 26. Steppekiekendief | 47. Rosse Grutto | 68. Graspieper | 89. Baardmannetje | |
06. Grote Zilverreiger | 27. Sperwer | 48. Tureluur | 69. Witte Kwikstaart | 90. Pimpelmees | |
07. Blauwe Reiger | 28. Havik | 49. Zwarte Ruiter | 70. Grote Gele Kwikstaart | 91. Koolmees | |
08. Lepelaar | 29. Buizerd | 50. Groenpootruiter | 71. Winterkoning | 92. Zwarte Mees | |
09. Kolgans | 30. Torenvalk | 51. Watersnip | 72. Heggenmus | 93. Staartmees | |
10. Grauwe Gans | 31. Slechtvalk | 52. Kleine Jager | 73. Roodborst | 94. Boomkruiper | |
11. Rotgans | 32. Fazant | 53. Kokmeeuw | 74. Zwarte Roodstaart | 95. Spreeuw | |
12. Brandgans | 33. Waterral | 54. Stormmeeuw | 75. Roodborsttapuit | 96. Gaai | |
13. Bergeend | 34. Meerkoet | 55. Zilvermeeuw | 76. Tapuit | 97. Ekster | |
14. Nijlgans | 35. Scholekster | 56. Grote Mantelmeeuw | 77. Beflijster | 98. Kauw | |
15. Smient | 36. Kluut | 57. Kleine Mantelmeeuw | 78. Merel | 99. Zwarte Kraai | |
16. Wilde Eend | 37. Bontbekplevier | 58. Grote Stern | 79. Kramsvogel | 100. Huismus | |
17. Krakeend | 38. Goudplevier | 59. Visdief | 80. Koperwiek | 101. Vink | |
18. Pijlstaart | 39. Zilverplevier | 60. Alk | 81. Zanglijster | 102. Keep | |
19. Slobeend | 40. Kievit | 61. Houtduif | 82. Grote Lijster | 103. Appelvink | |
20. Wintertaling | 41. Steenloper | 62. Holenduif | 83. Zwartkop | 104. Sijs | |
21. Eider | 42. Drieteenstrandloper | 63. Turkse Tortel | 84. Sperwergrasmus | 105. Groenling |
Martien van Dooren, Bart Gras, John Hermans, Tonny Vlamings