Herfstexcursie Terschelling 15 t/m 19 oktober 2016
Zomaar wat algemene wetenswaardigheden over de reis. Voor een verslag van belevenissen in het veld zie de bijdragen van John Hermans en Bart Gras. Zaterdag 15 oktober in alle vroegte vertrokken we met 8 auto’s vanuit Uden naar Harlingen om daar de veerboot naar Terschelling te nemen voor de jaarlijkse herfstvakantie. Voor 6 van de 33 deelnemers een nieuwe ervaring omdat het voor hen de eerste keer was. Net als vorig jaar was het geen verzamelen bij de Groenhoeve, maar rechtstreeks naar Harlingen. Iedereen was daar ruimschoots op tijd en een weer schitterende excursie kon beginnen. Het weer viel, ondanks de sombere voorspellingen vooraf, reuze mee. Slechts een paar uur regen. Het verblijf was bij de Stayokay en daar is het altijd goed toeven. Bij aankomst op Terschelling vlug de koffers in de bagagekar van Thijs Knop en een fiets zien te bemachtigen. Altijd een ietwat nerveuze bedoening als de boot leegstroomt en iedereen zo snel mogelijk een fiets wil en liefst een die het doet. Dit jaar voor het eerst meer elektrische fietsen dan gewone fietsen met versnelling. Een ouder wordende groep of gewoon je verstand gebruiken? Zoals John Hermans zei: Ik ben hier niet om me in het zweet te trappen, maar om zoveel mogelijk vogels te spotten? En dat lukte aardig. Na de eerste (halve) dag stond de teller s avonds al op bijna 80 soorten. De daarop volgende dagen wisten we dit aantal te verhogen tot een zeer aanvaardbaar aantal van uiteindelijk 117 stuks op woensdag. We hebben mooie soorten gezien zoals Strandleeuwerik, IJsgors en Noordse Stern, maar geen echte knallers zoals bijvoorbeeld Blauwstaart, Siberische Tjiftjaf en Woestijntapuit, soorten die rond half oktober op de Waddeneilanden zijn gezien. Maar het belangrijkste was toch wel dat iedereen plezier heeft gehad op zijn eigen niveau. De een vlug een boterham onderweg op de fiets en de ander even rustig bijkomen in een cafeetje onder het genot van een kopje koffie en iets lekkers erbij. Feest was het ook even ter gelegenheid van de verjaardag van Isidro Rendon. Hij had zelf vanuit Sint Anthonis cakes meegebracht en daar hebben we op maandag na het avondeten lekker van gesmuld. Tevens werd hij door de Martien van Dooren nog even in het zonnetje gezet en onderscheiden met een speldje van Terschelling. Grote hilariteit en verschrikking bij Isidro zelf toen bij het opspelden zijn buik dreigde te ontbloten. Als je Terschelling zegt dan zeg je ook Boschplaat. Maar er is er toch maar een van de groep ongeveer tot het einde van deze plaat geweest. Niet altijd de makkelijkst te begane weg met de fiets. Maar Ad Donkers had de Boschplaat op zijn bucketlist staan en dus hij ging, ook al wilde er niemand uit zijn groep meegaan. Dankzij hem hebben we toch een foto van het drenkelingenhuisje. Op de laatste dag nog even een groepsfoto bij de Stayokay, maar dat mocht niet teveel tijd in beslag nemen, want dat ging allemaal van de vogeltijd af. Maar goed ook die instelling, want daardoor werden het laatste uur voor vertrek van de boot nog een stuk of acht Strandleeuweriken gespot op de Noordsvaarder, dezelfde plaats waar eerder ook al diverse IJsgorzen gezien waren. Tot op de boot werd er nog doorgevogeld. Want iemand zag plotseling een Noordse Stern in de haven of was het toch een Visdief. Beide soorten zijn voor hier en op dit tijdstip redelijk zeldzaam. Via een ietwat onduidelijke foto van Martien en waarneming .nl kwamen we er na een week achter dat het toch een Noordse Stern was. Tijdens de herfstexcursie zijn er geen vervelende dingen gebeurd. Alleen wat klein persoonlijk leed, zoals iemand die zijn pillen was vergeten, een eerstejaars die toch iets te weinig warmen kleding bij had en een fotograaf wiens toestel vanaf de eerste dag dienst weigerde. En dan te bedenken dat hij zijn reserve body thuis had laten liggen.
Zaterdag 15 oktober
Nadat ik ’s morgens vroeg mijn medereizigers had opgehaald reden we naar Harlingen om de boot van 9.30 uur te halen. Verzamelen doen we niet meer maar al gauw belde Martien me op of ik onderweg was. Zo weet hij vrij snel dat iedereen op tijd in de haven is. Gelukkig hadden we wat tijd over want heel Harlingen zijn ze aan het verbouwen zodat ik de hele binnenstad heb moeten doorrijden om uiteindelijk bij de haven uit te komen. Uiteindelijk met redelijk weer de boot opgestapt. Net toen ik weer even een versnapering ging halen zagen enkele leden van ons op de boot enkele Grote Zee-eenden voorbij komen. Zwarte Zee-eenden komen in grote getallen langs de zee gevlogen maar een Grote Zee-eend is voor ons een zeldzame verschijning. Door een witte spiegel op en onder de vleugel zijn ze gemakkelijk herkenbaar ten opzichte van de Zwarte Zee-eend. Kort voordat we de haven van Terschelling bereiken moet de boot richting zee want daar ligt de vaargeul. Hier zagen we mooi drie Jan van Genten langs komen, ook iets wat je vanaf de boot nauwelijks ooit ziet. Ook nog even vermelden dat op een mast even buiten Harlingen de Slechtvalk zat en bij Terschelling nog een grote groep Kluten. Pas toen we op woensdag weer naar huis gingen zagen we deze groep Kluten weer. Kortom, het was de moeite waard om de gehele overtocht buiten te staan. We mochten pas ’s middags naar de jeugdherberg dus nadat we de fiets opgehaald hadden zijn we meteen begonnen met het kijken naar vogels. Bij het ophalen van de fiets zagen we vlakbij in een boom al mooi enkele Goudhaantjes zitten en een Roodborst. Het zouden niet de laatste zijn want overal zagen en hoorden we Goudhaantjes en Roodborsten. Dit zijn allemaal trekvogels uit het noorden waarbij er veel exemplaren zijn die vanuit Scandinavië de oversteek maken naar Nederland en dan bijv. bij Terschelling aan land komen. Onvoorstelbaar dat zo’n klein vogeltje zo’n grote afstand over de zee kan overbruggen. Dit maakt voor mij het vogelen zo leuk. In de haven zagen we op de rozebottels weer veel Groenlingen zitten en ik zag nog een Zwartkop wegschieten. Helaas was ik de enige maar enkele dagen later hebben meerdere van ons Zwartkoppen gezien. Ook scharrelde hier een Tapuit rond. We hebben eerst een eind langs de wadkant gefietst waarbij we vrijwel alle gebruikelijke waddensoorten zagen zoals Eiders, Rotganzen, Smienten, Bonte Strandlopers, Rosse Grutto’s en ook enkele Kanoeten. Er zaten zelfs verschillende Kanoeten. Rond half oktober vinden we meestal maar een exemplaar maar dit jaar was dat anders. De Kanoet is een fantastische trekvogel. Dit jaar is een gezenderde Kanoet in een non-stop vlucht, van arctisch Canada naar de Boschplaat op Terschelling, gevlogen. Dit is een afstand van maar liefst 4000 km. De Kanoet vloog deze afstand in 60 uur wat betekent dat de vogel gemiddeld 66 km/uur vloog. Na het verkennen van de wadzijde zijn we doorgestoken naar de zee. Ondanks de mist zagen we toch al vrij vlug weer enkele Jan van Genten vliegen en veel Zwarte Zee-eenden. Tegen vijf uur ’s middag bereikten we de jeugdherberg en nadat we ons bed opgemaakt hadden hebben we uiteraard de bar bezocht. Na het avondeten kreeg ik in de gaten dat ik vergeten was om een vogellijst te maken maar gelukkig werden er snel kopieën gemaakt van een vogellijst zodat we deze traditie konden voortzetten.
Zondag 16 oktober
Vandaag besloten we om met onze groep langs de wadden richting de Boschplaat te fietsen. We hadden vandaag heel goed weer met weinig wind. Op het industrieterreintje van Terschelling zagen we enkele Boerenzwaluwen en een Zwarte Roodstaart. Dit zijn zo ongeveer de laatste exemplaren die je dit jaar nog zult zien. De Zwarte Roodstaart gaat richting Spanje maar de Boerenzwaluwen gaan nog verder tot Midden-Afrika. Als je het industrieterreintje verlaat kom je een zoetwaterplas tegen. Hier zagen we Slobeenden, Krakeenden, Smienten, Wintertalingen, Watersnippen en enkele Kuifeenden. Kuifeenden zie je hier minder omdat vrijwel al het water wat je ziet zout is, terwijl een Kuifeend van zoet water houdt. Aangekomen boven op de waddijk zagen we een aantal Bontbekplevieren tussen de stenen zitten. Zo zijn ze perfect gecamoufleerd. Hoe langer je keek hoe meer exemplaren we telden. Ook was hier weer een Kanoet tussendoor aan het foerageren. Met zijn plompe ronde vorm en een witte oogstreep is de Kanoet goed te herkennen. Wel moet je niet letten op de kleur van het kleed want dat verandert gedurende de trektijd van rood naar wit. We besloten om een groep binnendijks te laten fietsen en een groep buitendijks. Al snel zag de groep binnendijks een Smelleken en werden de anderen gewaarschuwd die op dat moment buitendijks net een Paarse Strandloper zagen. Na eerst het Smelleken met zijn allen bekeken te hebben concentreerden we ons op de Paarse Strandloper. We zagen de Paarse Strandloper van zeer nabij; het is een noordelijke broedvogel die nauwelijks mensen tegenkomen zodat je de Paarse Strandloper dikwijls van zeer nabij kunt bekijken. Zoals gebruikelijk in Nederland zat deze vogel tussen de rotsblokken. Vooral op de zuidpier van IJmuiden kun je de Paarse Strandloper in de winter in Nederland zien. Ik heb hem dit jaar broedend op Spitsbergen gezien dus heel speciaal om deze vogel in Nederland te zien in de wetenschap dat die waarschijnlijk uit Spitsbergen afkomstig is. Net voordat we de Boschplaat gingen verkennen zagen we een doortrekkende Rode Wouw, een niet alledaagse verschijning op de Wadden. Bij ons op de trektelpost Brobbelbies heb je meer kans om deze vogel te zien. Aan de hand van Waarneming.nl konden we naderhand zien dat de vogel eerst op Vlieland was gespot, daarna Terschelling en iets later Ameland. Enkele personen waren al weer aan het fietsen toen er Goudvink werd geroepen. Bij de eerste bosjes van de Boschplaat aangekomen zagen we al meteen enkele Kruisbekken. Daarna zijn we verder de Boschplaat ingelopen maar hier zagen we niet zo veel waarop we besloten om snel onze fiets weer te pakken en richting zee te gaan. In de duinen zagen we op vrij korte afstand een Ruigpootbuizerd bidden. Deze Ruigpootbuizerd had alle kenmerken van een Ruigpoot, zwarte polsvlekken, bruine borst en uiteraard de witte stuit met de zwarte eindband. Soms zie je wel eens een Buizerd met een witte stuit maar die heeft dan geen zwarte eindband. Bij de zee was het nu heel mooi weer maar dit betekende dat de Jan van Genten wel langs kwamen maar heel ver weg op de zee. Wel zagen we mooi enkele keren langs de vloedlijn Drieteenstrandlopers langskomen. Naast weer de gebruikelijke grote groepen Zwarte Zee-eenden zagen we nu ook langs vliegende groepen Rosse Grutto’s. Dit zijn waarschijnlijk exemplaren die vanuit Siberië nu de Nederlandse wadden binnenkomen. Dikwijls vetten ze hierop om daarna door te vliegen naar de kust van Mauritanië om daar de winter door te brengen. Ineens zagen we een Jager die telkens een groep Kok- en Zilvermeeuwen achtervolgde. Regelmatig ging de vogel op het water uitrusten om daarna ineens weer tussen de meeuwen op te duiken. Hierbij konden we mooi vaststellen dat het om de Grote Jager ging; plomp en op zijn bovenvleugels een dikke witte streep. Vanaf de zee zijn we door de duinen naar Doodemanskisten gefietst. Dit is ook een zoetwaterplasje bij Terschelling waar we in het verleden verschillende Waterrallen hadden gezien. Deze keer niet maar al snel zagen we hoog voorbij vliegend weer een Ruigpootbuizerd en op het water zaten diverse eenden-soorten zoals Slobeend, Smient, Krakeend en Wintertaling. We hebben als laatste halte de Groene Weide bezocht waar we dichtbij een zeehond konden zien, die dan ook de volgende dag was gestorven (vandaar dichtbij). ‘s Avonds bij het lijsten liet Martien een mooie foto zien van een IJsgors die ze bij de Groene Weide hadden gezien. Kennelijk waren we dus niet ver genoeg de Groen Weide opgelopen. Iets dus voor de volgende dag.
Maandag 17 oktober
Een reis zonder garanties? Wat vogelsoorten betreft misschien, maar een goede sfeer is wel gegarandeerd. Het is maandag 17 oktober en dat betekent voor de meeste vogelwachters de 3e dag van de herfstexcursie naar de Wadden. Voor mij is het echter de 2e dag, omdat ik een dag later ben aangekomen. Ik kijk door het raam van onze slaapkamer en kijk uit over de Waddenzee. Ik waan me een koning op een 6-persoonsslaapkamer met stapelbedden. Ik zie de voorbijvliegende tureluurs en steenlopers, ik hoor goudplevieren en voor het raam is een tapuit druk aan het jagen op insecten in het gras. De vogel met witte wenkbrauwstreep boven zijn zwarte masker en zilverblauwe bovendek, dat op weg naar het winterseizoen al flink vaal aan het worden is, blijkt niet alleen. Er zitten nog 2 andere tapuiten. Kijk als dat geen ontwaken is. Ik begroet John, Arend, Isidro, Ad en William met wie ik de kamer deel. We maken ons klaar voor het ontbijt dat in het Stayokay vanaf 8 uur voor ons klaar staat. Er is een ruime keuze met zelfs een specialiteit van het Friese vasteland: suikerbrood. De vogelwacht bestrijkt met 33 deelnemers maar liefst 5 lange tafels en er wordt vrolijk gemixt met andere bezoekers van de Stayokay. Als je even je oor te luisteren legt dan worden aan de meeste tafels plannen gesmeed voor de delen van het eiland die vandaag bezocht worden. Ik sluit me aan bij mijn slaapkamergenoten versterkt met Annemarie, Pieter, Annetje en Henk. We hebben besloten aan de westkant van het eiland te blijven. De rest van de groep is gisteren tot halverwege de Boschplaat geweest en heeft daarbij de oostelijke kant al uitgebreid bekeken. Als eerste gaan we West Terschelling in om met name de begraafplaats tegenover het politiebureau te bezoeken. Dit is vooral omdat nog niet iedereen een Bladkoning heeft gezien en hier worden ze eigenlijk dagelijks gezien. Vanaf het Stayokay is het niet ver. Bij de begraafplaats aangekomen zetten we fietsen bij de poort neer. Het eerste deel van deze begraafplaats bevat een aantal oorlogsgraven. Ook op Terschelling zijn veel geallieerden gevallen. Opvallend is het graf van een Poolse soldaat, die op Terschelling om het leven is gekomen op 24-jarige leeftijd. We luisteren een tijdje in stilte passend bij het bezoek aan een begraafplaats. Hoe ingespannen we ook luisteren van de bladkoning geen taal of teken. Wel zitten er volop roodborsten, waarvan de zang ook helderder en harder is dan de exemplaren die ik normaal hoor. Dat zijn vast de noordelijke. Volop trek dus als je goed oplet. In de bomen zitten Koperwieken. Met Annetje en Annemarie loop ik naar de burgergraven. Sommige zijn van voor 1900. Bij een graf is het duidelijk dat de overledene geen familieleden had en dat de gemeente Terschelling voor de begrafenis had betaald. Plotseling hoor ik 1 keer de roep van de bladkoning. Ik snel naar de plaats waar het geluid vandaan kwam. Daar zie ik Isidro lopen en een kort moment denk ik dat hij het geluid had afgespeeld om de bladkoning uit te nodigen zich te laten zien. Isidro wijst echter naar boven. We lopen om en inderdaad daar begint het roepen van de Bladkoningen. Het zijn er 2. Rusteloos bewegen ze zich snel door de toppen van de bomen. Ze zitten nauwelijks 2-3 seconden stil om dan weer een nieuw plekje te zoeken. Toch zijn de saffraangele wenkbrauwstreep, de dubbele vleugelstreep en die prachtig mosgroene bovenkant voldoende om ervan overtuigd te raken dat het Bladkoningen zijn. Het bijzondere van deze ca. 10 cm lange vogeltjes is dat de meerderheid vanuit de Siberische taiga’s naar de tropische en subtropische delen van Azië vliegt. Bijna elk jaar zien we (vooral op de Waddeneilanden) echter een klein aantal bladkoningen opduiken die dus 180 graden de andere kant op zijn gegaan. Dit staat bekend als “reverse migration” (omgekeerde migratie zeg maar). Naar verwachting komt dit door genetische afwijkingen bij deze exemplaren, maar zeker is dat nog niet. En dat soort vogeltjes zien wij bij deze herfstexcursie naar Terschelling met eigen ogen. We willen nu verder naar een hoog duin bij paal 3. Vandaar schijn je een fantastisch uitzicht te hebben over de hele westkant van het eiland. We fietsen via een fietspad langs de Kroonpolders. De polders met hun kreken zijn altijd goed voor een diversiteit aan weidevogels, steltlopers en watervogels. Ook nu zijn er watersnippen, wintertalingen, Rosse Grutto’s, Blauwe Reigers, Kieviten en een Grote Zilverreiger te zien. Een echtpaar vraagt waar we naar kijken. We laten hen door de telescoop kijken. Ze vertellen opgewekt dat ze om die reden al 20 jaar op Terschelling komen en delen onze interesse. “Kijk daar verderop kunnen jullie je fietsen neerzetten en dan kun je via een lang wandelpad zo doorsteken naar de zee bij paal 3. Ehhh.. je kunt beter het duin niet oplopen, die is namelijk erg steil”. We bedanken hen en pretenderen dat we het laatste niet gehoord hebben. Via het wandelpad komen we inderdaad bij een bijzonder hoge duin. Een echte kuitenbijter. Jong van hart als we zijn willen we die natuurlijk wel slechten. We laten het aan ieder voor zich over om te besluiten of ze omhoog willen. De hartslagen gaan omhoog, maar we laten ons niet kisten. Uiteindelijk staat de hele groep bovenop het duin. Jammer genoeg werkt het weer niet helemaal mee en hebben we een beperkter uitzicht dan we hoopten. Toch kunnen we de Drieteenstrandlopers, Zwarte Zee-eenden en Rosse Grutto’s nog prima zien. Plotseling vliegt er een groep van 4 vogels over ons heen met een roepje dat ik niet direct herken. William denkt dat het Strandleeuweriken zijn. We luisteren de trekroep na en dat lijkt er inderdaad verdraaid veel op. Ze vlogen richting het groene strand dus is het goed daar straks nog eens op zoek te gaan. Dan komt het grote voordeel van een grote klim: een dito grote afdaling. Op de automatische piloot dalen we naar beneden. Tijdens de afdaling zie ik rechts boven de duinen nog een vrouwtje Blauwe Kiek vliegen. Op weg naar de fietsen komen we een stel met jonge kinderen tegen. Met verrekijkers. Volgens de man zit er op het meer een aparte eend. We nemen een kijkje en jawel hoor. Prachtig in vol ornaat zwemt daar een Zwarte Zee-eend op slechts enkele tientallen meters van ons. Zo mooi zien we deze eend meestal niet. Dan stappen we op de fiets naar Doodemanskisten. Deze bijzondere naam hoort toe aan een meer ontstaan in de duinen. Het ontstaan is niet zeker, maar een veel gehoorde verklaring is dat het een ingesloten zeearm is. Bij Doodemanskisten aangekomen zijn er wat wilde eenden, Krakeenden, Kuifeenden en Grauwe Ganzen te zien. Een Stormmeeuw vliegt loom over ons heen. Maar opeens ziet John aan de overzijde een Ruigpootbuizerd vliegen. Duidelijk zijn de zwarte polsvlekken en de zwarte eindband van de staart te zien. Als de vogel even later een rondje maakt is ook duidelijk de witte stuit te zien. Mooi dat we die nog opgepikt hebben. We besluiten maar eens af te zakken in de richting van de Stayokay en daarbij de jachthaven en de Dellewal goed af te speuren. We hopen hierbij dat het voldoende laagwater is voor steltlopers in de geulen op het wad te foerageren. We zien de wulpen en tureluurs, maar missen de Groenpootruiter en Zwarte Ruiter waar we op gehoopt hadden. Ik ben opeens de groep door onoplettendheid kwijt. Dan maar op eigen inzicht naar de Stayokay. Alhoewel het al over vieren is, is er nog voldoende licht om te vogelen. Ik besluit nog even de Waddenzeedijk verder af te rijden. Dan zie ik ineens een Bonte Kraai in de weide. Ik bel naar Arend om de groep in te seinen. Dan vliegt de bonte kraai weg richting het wad. Wat me al wel opviel is dat de bef van de bonte kraai spikkels grijs vertoonde, dat kan vaak duiden op een hybride met een Zwarte Kraai. Als de rest van de groep aankomt besluiten we het wad nog even af te speuren. Daar zit de bonte kraai inderdaad en we besluiten samen dat het een hybride is. Als we het wad verder afspeuren zien we nog een Middelste Zaagbek op het zeewater dobberen en een paartje Brilduiker. Magnifiek. Het mannetje is aan het baltsen en gooit daarbij telkens plotseling zijn kop achter in de nek en laat dan zijn baltsroep horen. Tevreden na een dag vogelen gaan we naar de Stayokay. Elke avond kunnen we om half zeven aan tafel schuiven, met zo’n heerlijk rozig gevoel van een dag buiten. Het eten is erg goed en er is keuze genoeg voor de vleeseters en de vegetariërs. Na het eten gaan we zoals de gewoonte is even lijsten. We kiezen hierbij voor de praktische weg. Dus niet de lijst opnoemen van alle soorten die deze dag gezien zijn, maar alleen de soorten die tot dan toe nog niet zijn gezien. De lijst gaat naar 110 soorten. De avond hoort toe aan het bier en de sterke verhalen.
Dinsdag 19 augustus
We besluiten vandaag met dezelfde ploeg op pad te gaan als de vorige dag. We gaan eerst naar een meertje kijken waar in het verleden al eens Toppers hebben gezeten. Als we aankomen zitten er Wilde Eenden, Meerkoeten, Krakeenden, Waterhoenen en Wintertaling. Wat meer bijzonder is zijn de kleuren van de luchten boven ons. Regen lijkt ons niet bespaard te worden. Een snelle blik op, naar gelang de voorkeur van de smartphonebezitter, buienradar; weeronline of buienalarm laat er geen twijfel over bestaan. Dit wordt een heftige bui, maar wel kort. We gaan op zoek naar een schuilplaats en vinden die bij het vakantiepark vlakbij het poeltje. Het afdak bij de receptie biedt voldoende plaats aan iedereen. Hier sluit Frank zich aan. Geen vogelwachter, maar een collega/baas van William die graag een stukje met ons optrekt. Pieter en Isidro laten zich niet door het weer dwingen en lopen nog over het terrein. Isidro komt met een forse, oranjerode wants terug met lange voelsprieten. Pieter kan die snel op naam brengen: het is een Bladpootwants, een exoot die oorspronkelijk uit Amerika komt en zijn naam dankt aan het onderbeen van de achterste poten die bladvormig is. Verhalen van de anderen over avonturen tijdens hun vroegere vakanties doen de tijd snel voorbij gaan. Als het droog is klimmen we weer op de fiets. Het gaat in een rustig tempo om de omgeving goed in ons op te kunnen nemen en de kleinste beweging van aanwezige vogels op te vangen. Al snel is het raak. In een weiland met een soort volkstuin zitten verschillende lijsterachtigen. We zien Koperwieken en Kramsvogels. Achterin lopen Grote Lijsters te pikken in de grond. Achter ons is een weiland vliegt een Witgat omhoog uit een nevelig slootje. We zetten koers richting de Noordzee om daarna naar het westen te rijden. Dan vliegt er roepend een Veldleeuwerik over die, zoals dat in vaktermen heet, strak doorgaat naar zuid. We zijn bijna aan zee en maken even een uitstapje naar paal 8, dichtbij paviljoen West Aan Zee. We kunnen een heel eind doorlopen over het strand omdat het laagwater is. Bijna alsof het zo ontwerpen is ligt aan de zee een zandverhoging. Als we hier met onze telescopen op gaan staan hebben we een redelijk uitzicht over zee. En wat mooier is, er is de nodige zeetrek. Erg veel Zwarte Zee-eenden in hun karakteristieke lijntjes vlak boven de golven. Dan plonst er ineens verticaal uit de lucht een vogel de zee in. Even later komt er een Jan-van-gent uit het water omhoog. Diverse Roodkeelduikers trekken langs de horizon. Voor de liefhebbers zitten er grote wolken meeuwen achter de vissersboten op zee. Helaas zitten er geen Jagers achteraan, die proberen de vangst van een meeuw af te pikken. Toch is het zicht niet erg ruim, de meeste zichtbare trek zit hooguit op enkele honderden meters uit de kust. Na ons gelaafd te hebben aan de zeetrek gaan we weer verder naar het westen van het eiland. Het is al voorbij twaalven en voor vanmiddag is er zeer slecht weer met zware buien voorspeld. Toch doen we nog even de oude volkstuintjes aan op “de West”. Door de grote variatie aan vegetatie en ecosystemen zitten hier vaak verrassende vogels. Als we door het gebied wandelen is er een Keep die zich uitgebreid wil laten fotograferen. Ook hier doen Koperwieken zich tegoed aan alle besdragende planten, de sijzen vliegen af en aan en er komen wat Putters bij. Dan horen we Kruisbekken. In de verte. Daar zien we ook dat er een dennenperceel is met verschillende typen naaldbomen. Dus dat lijkt een goede match. Nog wat Heggenmussen scharellen hun kostje bij elkaar in de struiken. De gehoopte krenten in de pap blijven uit. Dan maar naar ons eindpunt voor vandaag. We vertrekken naar het groene strand. Een plek die is ontstaan toen de Noordsvaarder (zandplaat) aan het eiland vastgroeide. Nu is het een mooi kweldergebied met veel brakwaterplanten waarbij ook zeekraal en zeeaster te vinden zijn. Je kunt er doorheen kuieren en het is een geliefd terrein waar vogels foerageren. We lopen het gebied in en zien naar het westen over zee het buiengebied onze kant opschuiven. Dan horen we ineens IJsgorzen. Ze vliegen over ons naar het wad. Een grote groep vogels vliegt erachteraan. Al snel is het geel op de kop te zien. We hadden erop gehoopt en het zijn inderdaad Strandleeuweriken. De groep telt zeker 12 exemplaren met daarbij 4 IJsgorzen. Ze laten zich telkens kort zien om dan weer achter de begroeiing te duiken. Het weer noopt ons echter om weer op de fiets te kruipen. Met een goed gevoel zetten we koers naar het centrum van West-Terschelling want daar ligt geduldig de bakvis te wachten. De beste vistent van Terschelling was ons beloofd door William. Daar had hij waarschijnlijk niets teveel mee gezegd, maar we hebben geen uitgebreid onderzoek ingesteld. De gebakken vissen, haring en kibbeling hadden koud de huig gepasseerd of we wilden proberen droog over te komen naar het Stayokay. Met een ieder voor zich en God voor ons allen koersten we met de e-bikes naar de Dellewal. De regen begon echter al in grote stromen op ons neer te dalen. Dus kwamen we enigszins doorweekt bij het Stayokay aan. Hier konden we van half vier tot het eten doorhalen met sterke verhalen en vogellatijn. Maar we hadden ook Pieter en Annemarie bij ons. En zij zorgden voor een heus college in de jeugdherberg. Nooit geweten dat geluid een rol speelt bij het overleven van de rupsen van blauwtjes in de mierenkolonie waar ze huizen. Er bestaan zelfs geluidsopnamen van de verschillende soorten geluiden. Kijk dat laat het hart van een geluidsman nou sneller slaan. We hebben gehoord hoe je de poep van bruine beren kunt laten drogen aan de trekhaak van de auto. Dat is nog eens je horizon verbreden. Ik heb erg genoten van een middagje capita selecta. Het avondeten was wederom voortreffelijk en de lijststand steeg naar 115. Maar ik had eigenlijk deze avond geen zin om binnen te hangen. Dus ik vroeg of er nog liefhebbers waren om te kijken of er nachttrek was in de lichtstralen van deze reus, die schepen in veilige banen leidde. Het bleef oorverdovend stil. Nou laat ik me daardoor niet uit het veld slaan en ik toog op mijn fiets getooid met mijn verrekijker naar het dorp. Direct onder de vuurtoren heb je echter geen goed zicht, dus ik besloot om vanuit de haven te kijken. Daar heb je inderdaad een goed zicht. Vorig jaar op Ameland hadden VWU’ers Velduilen of zo zien vliegen in het licht van de vuurtoren aldaar. Bij de Brandaris was het ijzingwekkend stil. Alleen een verdwaalde meeuw (die ik niet eens kon determineren) liet zich in 45 minuten zien. Dat vond ik als opbrengst te mager. Dus dan maar via de Waddenzeedijk weer naar het Stayokay. Toen ik in de buurt van de jeugdherberg kwam vloog er ineens een Goudplevier luid roepend vanaf de dijk richting de Waddenzee. Ik besloot nog even verder te fietsen. Om de honderd meter vlogen er wel Goudplevieren, Zilverplevieren (dubbele toon), Watersnippen en Tureluurs op. Blijkbaar slapen die vogels direct op de dijk zonder enige beschutting. Ik besloot de vogels met rust te laten en weer terug te keren. Toen schoot er nog een waddenkonijn vanaf de dijk richting de Waddenzee. Het beest verdween tussen de basaltblokken, die als beschoeiing op het lage deel van de dijk liggen. Wat een leven in de nacht zeg. Ik kwam voldaan bij het Stayokay. Na nog een slaapmutsje ben ik naar bed gegaan, dromend van een overdadige najaarstrek.
33 Deelnemers:
Henk Arnoldussen, Ad Bekkers, Willie Bergmans, Petra Bremer, Pieter van Breugel, Tiny van Boekel, Annemarie van Diepenbeek, Ad Donkers, Martien van Dooren, Annetje Elfrink, Dieny Fleuren, Bart Gras, John Hermans, Wil van Hout, Conny Koenen, Jan Nabuurs, Theo van Oort, Isidro Rendon, Harrie Rooijakkers, Ton Smits, Toos Snijders, William van de Velden, Theo Veldpaus, Marga Verduin, Hermien Verkuilen, Lambert Verkuilen, Arend Vermaat, Dorien Versteegden, Theo Versteegden, Peter Vlamings, Tonny Vlamings, Ruut Westerbeek, Ad van Zutphen.119 Waargenomen soorten:
01. Aalscholver | 22. Goudhaan | 43. Jan-van-Gent | 64. Oeverloper | 85. Smient | 106. Winterkoning |
02. Bergeend | 23. Goudplevier | 44. Kanoet | 65. Oeverpieper | 86. Sperwer | 107. Wintertaling |
03. Barmsijs | 24. Goudvink | 45. Kauw | 66. Paarse Strandloper | 87. Spreeuw | 108. Witgat |
04. Bladkoning | 25. Graspieper | 46. Keep | 67. Pijlstaart | 88. Staartmees | 109. Witte Kwikstaart |
05. Blauwe Kiekendief | 26. Grauwe Gans | 47. Kievit | 68. Pimpelmees | 89. Steenloper | 110. Wulp |
06. Blauwe Reiger | 27. Groenling | 48. Kleine Mantelmeeuw | 69. Putter | 90. Stormmeeuw | 111. Zanglijster |
07. Boerenzwaluw | 28. Groenpootruiter | 49. Kluut | 70. Rietgors | 91. Strandleeuwerik | 112. Zeekoet |
08. Bontbekplevier | 29. Grote Bonte Specht | 50. Kneu | 71. Ringmus | 92. Tafeleend | 113. Zilvermeeuw |
09. Bonte Strandloper | 30. Grote Gele Kwikstaart | 51. Kokmeeuw | 72. Rode Wouw | 93. Tapuit | 114. Zilverplevier |
10. Boomkruiper | 31. Grote Jager | 52. Kolgans | 73. Roodborst | 94. Tjiftjaf | 115. Zwarte Mees |
11. Boomleeuwerik | 32. Grote Lijster | 53. Koolmees | 74. Roodborsttapuit | 95. Topper | 116. Zwarte Roodstaart |
12. Brandgans | 33. Grote Mantelmeeuw | 54. Koperwiek | 75. Roodkeelduiker | 96. Torenvalk | 117. Zwarte Zee-eend |
13. Brilduiker | 34. Grote Zee-eend | 55. Krakeend | 76. Rosse Grutto | 97. Tureluur | 118. Zwarte Kraai |
14. Buizerd | 35. Havik | 56. Kramsvogel | 77. Rotgans | 98. Turkse Tortel | 119. Zwartkop |
15. Drieteenstrandloper | 36. Heggenmus | 57. Kruisbek | 78. Zwarte Ruiter | 99. Veldleeuwerik | |
16. Eider | 37. Holeduif | 58. Kuifeend | 79. Ruigpootbuizerd | 100. Vink | |
17. Ekster | 38. Houtduif | 59. Meerkoet | 80. Scholekster | 101. Visdief | |
18. Fazant | 39. Houtsnip | 60. Merel | 81. Sijs | 102. Waterral | |
19. Fuut | 40. Huismus | 61. Middelste Zaagbek | 82. Slechtvalk | 103. Waterhoen | |
20. Gaai | 41. IJsgors | 62. Nijlgans | 83. Slobeend | 104. Watersnip | |
21. Gele Kwikstaart | 42. IJsvogel | 63. Noordse Stern | 84. Smelleken | 105. Wilde Eend |
Martien van Dooren, John Hermans, Bart Gras