Vogelwacht Uden goes Extremadura
Het organisatiecomité heeft de reis zelf samengesteld en alles geregeld vanuit Nederland. We zijn al een aantal keren hier geweest, zodat we de plekken wel weten te vinden waar de vogels zijn.
De Extremadura is zeer rijk aan vogels. De vogelrijkdom is te verklaren door de aanwezigheid van veel geschikte en verschillende biotopen. Bovendien is het gehele gebied door de eeuwen heen nauwelijks veranderd. Het gebied is ook centraal gelegen. Uit Noordwest-Europa zijn o.a. Ooievaar, Ortolaan en Zomertortel afkomstig. Uit Afrika afkomstig zijn waarschijnlijk o.a. de Grijze Wouw, Kuifkoekoek, Zwarte Spreeuw, Koereiger en Slangenarend. Uit Zuidoost-Europa zijn o.a. Kleine Torenvalk, Kortteenleeuwerik, Kalanderleeuwerik, Kleine Zilverreiger, Zwarte Ibis en Bijeneter afkomstig. Uit Azië komt vermoedelijk de Monniksgier en (waarschijnlijk) uit China de Blauwe Ekster. Extremadura is onbetwist de beste plek in Europa voor roofvogels. Niet alleen wat betreft de verscheidenheid aan soorten maar ook qua aantallen. Veel roofvogels die hier nog algemeen voorkomen zijn in andere Europese landen (bijv. in Griekenland) zeldzaam, schuw en moeilijk waar te nemen. Vijf soorten arenden (Dwerg-, Havik-, Slangen-, Keizer-, en Steenarend) komen in redelijk gezonde populaties voor. Drie soorten gieren zijn gemakkelijk waar te nemen: Aas-, Vale- en Monniksgier. Nergens anders in Europa komen zoveel Grijze Wouwen, Rode Wouwen, Kleine Torenvalken en Grauwe Kiekendieven voor.
En laten we de steppevogels niet vergeten. Extremadura heeft Europa’s grootste aantallen grote-, en kleine trappen, grielen, Grauwe Kiekendieven, Scharrelaars en Witbuik-, en Zwartbuikzandhoenders. Ook verschillende soorten leeuweriken zijn karakteristieke steppevogels: Veld-, Thekla-, Kortteen-, en Kalanderleeuwerik zijn algemene soorten.
In Spanje treffen we ook een aantal van ‘onze’ karakteristieke broedvogels aan. Opvallend is dat deze soorten (bijv. Sperwer, Tjiftjaf, Merel, Roodborst, Koolmees, Blauwborst, Tapuit etc.) zich in Spanje beperken tot de oorspronkelijke (koele) bosgebieden of alleen in de bergen voorkomen.
Hier volgt een reisbeschrijving van dag tot dag.
Zaterdag 28 april 2007
We vertrokken vanaf Eindhoven airport. Iets voor achten kwamen de meesten op het vliegveld aan.. We konden inchecken, wat vanwege de drukte vrij lang duurde. Ook de perikelen rond de douane werd ons niet bespaard. Uiteindelijk zaten we net op tijd in het vliegtuig wat ons naar Madrid zou brengen. In het vliegtuig werd er gevraagd om aan te geven hoeveel soorten vogels we in deze acht dagen zullen spotten. De antwoorden lagen tussen 91 en 180 soorten. De spelregels zijn als vanouds, onder het juiste aantal komen is afvallen. Die boven het getal of op het getal komt is winnaar.
Om iets over twaalven landen we in Madrid. Hier hadden we drie 9-persoons-busjes gehuurd. Echter bij de Hertz-balie aangekomen bleek dat ze een fout gemaakt hadden. Één busje stond ergens anders!!! Afijn na lang onderhandelen en korting krijgend zijn we met twee Opel Vivara busjes en één 7-persoons Peugeot busje Madrid uitgereden. Via onze portofoons hadden we contact met elkaar. Een prima systeem!! Na een uur rijden zijn we gestopt om wat te eten bij een wegrestaurant. Het was meteen raak. Kuifleeuweriken waren volop te zien. Bij ons een helaas bijna verdwenen soort. Ook werd al een Grauwe Kiekendief, Steltkluut en een Rode Patrijs gespot. De wolken waren donker en een enkel spatje viel er uit. Toch mochten we over het weer vandaag niet klagen. We vervolgden onze weg via de autosnelweg E 90 richting Torrejon El Rubio. Bij Almaraz (afslag 200) zijn we van de snelweg af gegaan en hebben een kleine weg genomen, parallel aan de autosnelweg. Via deze weg hebben we een schitterend uitzicht over Embalse de Torrejon-Tajo, een gestuwde rivier. Vele huiszwaluwen, maar ook de Roodstuitzwaluw was volop te zien. Bij de Casas de Miravete gaat de weg al haarspellend omhoog. Richting Jaraicejo kruizen we de Arroyo de la Vid, een klein beekje. Hier zagen we de eerste Blauwe Eksters. Het had net gehageld, maar nu was het droog, dus tijd voor een wandeling. De eerste Dwergarend hadden we al gauw in het vizier.
Ook een Zwarte Ooievaar kwam voorbij gevlogen. Deze zijn vele malen zeldzamer dan de Ooievaar, die we dan ook veel gezien hebben. Maar ook Hop, Bijeneter, Roodkopklauwier, Spaanse Klapekster en de alom aanwezige Grauwe Gorzen met hun sleutelgerammel-geluid waren snel gevonden.
In de buurt van het water zijn struiken. Hier hoorden we de Orpheusspotvogel en de Baardgrasmus. Deze laatste hebben we allemaal prachtig kunnen zien, en zo later in de week bleek, broedt deze hier in de struiken. De geurige bloemen van een zonneroosje waren uitbundig te zien. Het is jammer dat we deze geur niet kunnen weergeven. Na een hoop gefotografeerd te hebben verlieten we deze plek en gingen verder naar Jaraicejo. In dit kleine plaatsje hebben we de afslag genomen richting Torrejon el Rubio (CC109). Iets buiten het plaatsje ligt een poel, waar de Blauwe Reiger opvloog. We komen langzaam in het dehesa-gebied. Ongeveer 50 % van Extremadura is met dehesa bedekt. Het is een verbazingwekkend landschap, uniek voor het Iberisch schiereiland. Het lijkt wel wat op de Oostafrikaanse savanne: droog golvend grasland met parasolvormige bomen op regelmatige afstand van elkaar. De dehesa is een cultuurlandschap, ontstaan door een letterlijk behouden gebruik van de natuur. Het succes hiervan kan worden bewezen door het opmerkelijke feit dat de graslanden, onder de bomen, redelijk intensief worden geëxploiteerd en toch vrijwel alle voor het Middellandse zeegebied bekende diersoorten herbergen.
De dehesa is ontstaan door het gedeeltelijk kappen van de oeroude eikenbossen. De ruimte die vrijkwam is beheerst volgens een systeem dat minimale input in plaats van maximale uitput nastreeft. Weinig landbouwbeheerssystemen dienen zoveel doelen tegelijk: productie van voedsel voor mens en dier (gras en vlees), van brandstof in de vorm van brandhout en houtskool en van grondstoffen zoals kurk, bouwhout en tannine. Het vee van Extremadura (vaak bijzondere rassen) graast alleen in de winter tussen de eikenbomen. In mei, als het gras begint te verdrogen, werd volgens de eeuwenoude ‘transhumancia’ het meeste vee langs traditionele routes naar de bergen gebracht, waar nog groen gras aanwezig is. Nadat in de herfst de eerste regens het gras weer laten groeien werd het vee weer uit de bergen teruggeleid naar de dehesa’s.
De steen- en kurkeiken, die de dehesa’s in Extremadura karakteriseren hebben enorme wortelstelsels ontwikkeld om het grondwater op enkele meters diepte te bereiken. De bomen zijn van essentieel belang voor het voortbestaan van de dehesa. De kruinen van de bomen houden de zon tegen en voorkomen dat de bodem uitdroogt. De bomen zelf zijn van economisch belang en leveren brandhout, houtskool, kurk en eikels voor de varkens.
We zagen weer Hoppen, Bijeneters, Roodkopklauwieren, Boomleeuweriken, Kuifleeuweriken, Thekla Leeuweriken. Opeens een Kuifkoekoek. Helaas ging dit zo snel dat de meeste van ons dit niet gezien hebben. Bij een poel in het Dehesa gebied zagen we een Steltkluut, Dodaars en Koereigertjes. Ooievaars zijn volop aanwezig. We waren in de buurt van het natuurpark Monfragüe. Dit was te zien aan de gieren die we nu te zien zouden krijgen. Monniksgieren met hun spanwijdte van 250 tot 295 centimeter en Vale Gieren die 250 tot 280 centimeter halen cirkelen in de lucht.
Ook zeer veel Zwarte Wouwen en in iets mindere mate Rode Wouwen zijn in de Dehesa talrijk aanwezig. In de lucht hing een Slangenarend te bidden op zoek naar slangen en hagedissen. Wat een prachtig gebied. De tijd dringt echter en de maag voelt dit ook. Dus op naar ons pension, genaamd ‘Avenida’ en wat beheerd wordt door Julia en Pedro. Een hartelijk welkom in gebarentaal is ons deel. Pedro is een ietsje lichter geworden sinds wij hem in 2002 voor het laatst gezien hebben. Het scheelt een kleine 100 kilo, waardoor hij nu beter achter de tap kan. De sleutels werden uitgereikt en de kamers verdeeld. De meeste gaan naar het huis in het dorpje, wat hoort bij dit pension. Eten doen we gezamenlijk in het pension, waar we de groep van het Brabants Landschap ontmoeten.
Het eten smaakte geweldig na zo’n vermoeiende dag. Na het eten werd de vogellijst opgemaakt, een score van 64 soorten. Niet slecht voor deze eerste dag. Nog even naar het stuwmeertje om te horen of de Moorse Nachtzwaluw er zit. Helaas niet gehoord. Tegen elven doken de meeste het bed in, morgen vroeg op om dit adembenemend gebied te onderzoeken.
Zondag 29 april 2007
Zoals door de ervaren Extremadura-gangers al in het vliegtuig was aangegeven, werden we ’s morgens bij het ontbijt in het pension niet met een welgemeend “Buenos Dias” onthaald maar met stuurse blikken en een schel “con Leche?” waarmee kennelijk bedoeld werd of we koffie met melk wilden. Verder was het vooral snel eten omdat er niet zoveel opgebakken stokbrood van de vorige dag leek te komen. Al snel gingen we naar het hoogtepunt van de reis: de ruïne van het kasteel van Monfragüe (Santuario de Monfragüe), tegenover een steile rots in de Taag waar veel gieren nestelden en overnachten. Als het warm genoeg is en de thermiek opkomt worden de gieren actief en zweven van hun slaapplaats de omgeving in om eten te zoeken! Deze rots is te bereiken via de EX208. Bij de aangegeven parkeerplaats kun je de auto parkeren en lopend naar boven gaan. We hadden ervoor gekozen om via de parkeerplaats verder naar boven te rijden, gezien de statieven en fotoapparatuur. Halverwege de weg is er een beperkte (smalle) mogelijkheid om te parkeren.
Vervolgens zijn we via een stenen pad verder omhoog gegaan. De ruïne zelf is toegankelijk via een steile betonnen trap. In de ruïne zelf broedde een Alpenkraai in een nis. Staand op de ruïne kwamen de gieren soms op ooghoogte langs zeilen, een fantastisch gezicht!
Er zaten voornamelijk Vale Gieren, een paar Monniksgieren, twee Aasgieren en broedende Zwarte Ooievaars, helaas was het traditionele paartje broedende Slechtvalken dit jaar niet gezien. We kregen alle tijd om met de telescoop alles te bekijken, heerlijk, dit is pas een vogelvakantie!!
Op de klim naar het kasteel hadden sommigen nog een Blauwe Rotslijster voorbij zien flitsen. Nadat we weer beneden waren bleken er langs de weg bij de Taag ook verschillende parkeerplaatsen en uitkijkpunten.
Hier werd de Blauwe Rotslijster heel fraai gezien, maar ook de vele Vale Gieren en andere soorten als Roodstuitzwaluw, Cirlgors, Grijze gors en Zwarte wouw!
Later in de week zijn we nog een keer teruggeweest! De Taag volgend hebben we op een parkeerplaats gepicknickt en genoten van de Rode en Zwarte Wouwen, vele Huiszwaluwen, Rotszwaluwen en enkele Alpengierzwaluwen.
Na de picknick waren we rechtsaf gegaan, via de CC911. Net voor een stuwmeer was ook een uitzichtpunt op een gierenrots. Op dit uitkijkpunt (met vogelhut) waren nestelende Vale Gieren en ook Zwarte Ooievaars te zien.
De weg waren we weer verder noordelijk op gereden (heuvel opwaarts). Boven op de heuvel hebben we nog gezocht naar de Moorse Nachtzwaluw, maar helaas zonder resultaat (jaren gelden hadden enkele van ons deze wel hier gezien). Vijf jaar geleden hadden we verderop bij een parkeerplaats een "tamme"vos gezien, en nu... was deze weer nog steeds aanwezig.
Natuurlijk werd deze weer gefotografeerd. Weer een stuk verder (waar de Tietar dicht bij de weg stroomt) was er nog een rotspartij (Potilio del Titar) met Vale Gieren maar ook met een stel Oehoes met twee jongen.
Na een drie kwartier zoeken had iedereen moeders gevonden en na nog eens een half uur ook de twee jongen maar ja toen was moeders weer niet te vinden! Fantastisch hoe ze zich kunnen camoufleren terwijl het toch enorme vogels zijn!
Na deze prachtige rotsen zijn we verder gereden, met aan de rechterzijde prachtige kurkeiken. Na enkele kilometers zijn we bij een klein bruggetjes gestopt. Hier was de Nachtegaal prachtig aan het zingen.
Een Zwarte Wouw en Dwergarend zweefde boven onze hoofden. We zijn de weg vervolgens vervolgd via Serrejon, Almaraz weer richting Torrejon El Rubio. Onderweg natuurlijk Blauwe Eksters, Bijeneters en vele Kuifleeuweriken en Thekla leeuweriken.
Maandag 30 april 2007
Het plan was om vandaag vroeg uit de veren te gaan, maar helaas konden wij pas om halfacht ontbijten. Het lukte ons om kwart over acht richting de steppen van La Serena te gaan. Wij zijn van Torrejon el Rubio via Trujillo de snelweg (EX104) naar Companario opgereden. Via de portofoons wordt iedereen op de hoogte gesteld van alle soorten die we onderweg zien. In de verte zagen wij een mooi convent (oud klooster) maar dat laten wij voor wat het is, want ons doel was “vogels spotten “. Wij reden over de brug Rio del Monte. Er klinken weer waarnemingen door de portofoon: Zwarte Wouw boven de Steeneiken, Roodkopklauwier, Ooievaar. Er werd uitleg gegeven over de manier waarop je je snel kunt oriënteren op de waargenomen vogel. In Jaraicejo werden drie Blauwe Reigers, veel Ooievaars en een Roodborsttapuit gescoord. De Roodborsttapuit wordt ook wel weinddupper genoemd.
Het vogeltje blijkt namelijk zijn rode borst te danken te hebben aan het feit dat hij graag van de wijn snoepte en daarbij op zijn borstje morste. De Rio del Tajo is prachtig witgekleurd door de waterranonkel. Oh klonk het weer door de portofoon, rechtsboven op tien uur een echt mooi Hopje en twee Roodkopklauwieren op de zevende paal op vijf voor één. Wij mochten hier echter niet te veel stilstaan, want het is een tweebaansweg met een ononderbroken lijn. Op deze manier houden wij al het verkeer op; twee auto’s per half uur, maar toch!!! Er werd nog een Ooievaar gemeld. Er wordt alweer een Zwarte Wouw gemeld. Zijn voor en achterflank is donkerder dan de flank bij een Rode Wouw. Weer een opmerking: Een ooievaarsnest in hoogspanningsmast. Wij gingen nu de snelweg op naar Badajoz. Koereiger klinkt het door het apparaat. Er staken reigers de snelweg over, gelukkig wel in de lucht. Wij zagen weilanden met prachtige Steeneiken, die ieder de ruimte hebben gekregen om te groeien. Zij zijn in hun groei wel geholpen door de snoei. Iedere boom heeft drie tot vijf hoofdtakken, die een parasol vormen om het grazende vee te beschermen tegen de zon, die echter deze dag niet zo erbarmelijk warm was. Onderweg nog een Ekster, opletten voor de Kuifkoekoek: de kans groot dat we deze zien, want de Ekster is de waardvogel voor de Kuifkoekoek. Rond 9 uur passeren we Trujillo, een middeleeuws stadje op een granietrots. Op de pittoreske Plaza Mayor staat het beeld van Francisco Pizarro (1479 –1541.) De veroveraar van Peru was niet meer dan één van de 634 mannen uit de stad die hun geluk in de nieuwe wereld beproefden. Trujillo, de ‘wieg van de conquistadores’, wordt gedomineerd door de ruïnes van een omstreeks 900 gebouwd kasteel, aan de voet van de Iglesia Santa Maria la Mayor en talrijke herenhuizen. Hier stikt het van de Kleine Torenvalken. Voorbij Trujillo reden we door een landschap met rotsblokken, waarop Ooievaars broeden. De weilanden zijn hier begrensd door opgestapelde keien, muren van steenblokken, waartussen de koeien grazen met Koereigers op hun rug. De een dient de ander. Een mooi heuvellandschap met dieppaarse Lavendelheide, om verliefd op te worden. Kleine Torenvalken vliegen over, deze zijn te herkennen aan hun gedrag, namelijk Kleine Torenvalken gaan gezamenlijk op jacht. De middenbermstrook van de autosnelweg is begroeid met bloeiende brem, aan onze rechterkant in de hoogspanningsmast zit een Steenuiltje. Helaas kon er niet gestopt worden. Hier in dit gebied zijn naast de hoogspanningsmasten speciale masten geplaatst voor de Ooievaarsnesten, zodat deze vogels niet op de hoogspanningsmasten gaan broeden. De Spaanse Mussen nestelen onder het nest van de Ooievaars, zij weven een slordig rond nestje. Mussen zijn afstammelingen van wevervogels, die hun nesten hangend bouwen. Zij zijn afkomstig uit Afrika en maken een prachtig geweven hangend nestje. Wij passeerden Miajadas, hele plantages met olijfbomen. Alonso de Ojeda. Almoharin Cáceres. We verlaten hier de snelweg en zien een Graszanger vliegen en een Bijeneter met zijn prachtige kleuren. Blijkbaar is de chauffeur van het eerste busje even het spoor bijster. Wij hebben een aardig stukje rond gereden. In ons busje, busje twee wordt er gelachen om de Truus-Truus. Roodborsttapuit op een meter afstand van huis klinkt het door de portofoon.
Graszanger: tsjie-tsjie en meteen weer een duik in het gras. Eindelijk hebben wij de juiste richting Don Benito en een Hop. Wij gingen verder over een arroyo, dit is een rivier die een gedeelte van het jaar droog staat, terwijl een Rio een rivier is die het gehele jaar water behoudt. Wij kwamen weer in een landschap met een bomencultuur van Steeneiken en zien een Ooievaar met een kikker in zijn bek. We naderden Villanueva de la Serena, nog 2 km (een Grauwe Kiekendief wordt gemeld). Wij rijden La Coronada binnen, de voetbrug van Mariaheide is hier geplaatst (Toch herkenning, het dorp bestaat uit allemaal witgeverfde huizen met rode daken). Door de portofoon klinkt: Raaf en Torenvalk, recht voor ons uit Kleine Torenvalk. De winkels zijn gesloten, het was de bedoeling van de leiding om bij de Spar inkopen te doen voor de lunchpicknick. Op de kerktoren broeden op elk vrij plekje Ooievaars. Een local heeft brood in een plastic tas en hem wordt gevraagd waar de bakker is. Hij wijst ons de weg, maar komt weer terug en wil zijn brood geven, echter die twee broden is niet genoeg voor 25 vogelaars. Het wordt vandaag brood en het beetje restant water van gisteren. Om 10.30 uur zijn de broden achter in de bak en iedereen weer aan boord. Het spotten wordt voortgezet, via de Ex349. Hier Kuifleeuwerik, onze eerste Griel mooi in beeld, Hop mooi in beeld, Steenuil, Putter, Grauwe Gors. Een uitgestrekt heuvellandschap met rotsstenen, waarop door het zonlicht de korstmossen geelgroen oplichten. Stoppend voor een witpuntje, maar het is helaas niets, helemaal niets. Door de portofoon klinkt: een Putter, een Roodkopklauwier op negen uur, nu vliegt hij naar rechts, daalt en landt op de rots, vliegt weer weg. Twee Ooievaars op half twee. Er wordt gestopt en wij lopen om het kerkje heen en komen op een heerlijk geurende bloemenweide met onder andere bloeiende Tijm en Lavendelheide, je waant je in een sprookjes land. Een Rode Patrijs, hij zat zo mooi op die rots daarboven. Zoekend van links naar rechts en van rechts naar links komt er vanzelf iets in je verrekijker. Om 11.50 uur werd van ons verlangd naar beneden te gaan. Het genieten van de stilte op een steenrots was voorbij. Rio Guadalefra vier roofvogels in de grote witte wolk links voor. Aan de rechterkant nog een Monniksgier. De lichamen van de inzittenden gaan met kijker en al van links naar rechts. Links op grote rots op tien uur een Klapekster. Bij Klapekster naar links, dan naar beneden op een groene rotsblok Kuifleeuwerik of Theklaleeuwerik. Nu zie je ze zelden Kuifleeuweriken in Nederland, maar vroeger viel je erover, gewoon op de omgeploegde akkers. Even later grote sensatie over: ‘Kleine Trap 15 meter links op negen uur( Op kruising met de EX103).
De Kleine Trap is monogaam of hij heeft 2 tot 3 vrouwtjes, hij is 35 tot 40 cm. Er liep ook een Rode Patrijs. Links op 10 uur Kleine Torenvalk, alleen biddend’ (ook vogels hebben wel eens afwijkend gedrag). De Steltkluut wordt opgemerkt, dat moet bij ’t water zijn.
De Steltkluut is een prachtige vogel op lange rode poten. Deze zijn erg functioneel voor het waden door ’t water. Hij heeft een prachtig slanke vorm. Het mannetje heeft een zwarte kam. In Puerto Mejoral zien we nog een westelijke Blonde Tapuit.
Even later is iedereen weer ingestapt en we rijden richting Cabeza del Buey (BA4001). Bij een waterbassin zien wij om 13.45 uur een Kleine Zilverreiger en een opvliegend pleviertje. Een vrachtwagentje met op elkaar gestapelde schapen passeert ons, bè!!! De leden van de leiding beloven een nog een mooier gebied waar we de Grote Trap zullen kunnen ontdekken. Wij rijden nog steeds door rotsachtig landschap. Om 13.55 uur komen wij volgens de deskundigen het Grielengebied binnen.
Een Vorkstaartplevier in de lucht wordt gearresteerd en een Kalanderleeuwerik. We naderen een boerderij met een plas, waar een statige Ooievaar schrijdt. Een Vorkstaartplevier vliegt weg. Een Oeverloper op een steen wordt waargenomen. Een vliegende Wilde Eend daalt neer in ’t gras. We rijden weer verder door groene vlaktes met een paarse gloed van bloemen, Glanshaver en IJle Dravik. Bij een plas op 300 meter afstand zien enkele een groep vliegende buikhoenders. Helaas door de afstand is niet te zien of het nu zwart-of witbuiken zijn. Een Kuifkoekoek wordt er geroepen en rechts op drie uur de Grauwe Kiekendief jagend en duikend in ’t gras. In de fantasie van enkelen wordt er een Scharrelaar geopperd. Het waren echter Zomertortels die hier erg blauw overkomen. Overvliegend nog een Slangenarend in beeld. Na de drukkere doorgaande weg zijn we een kleinere weg links ingeslagen met weilanden vol gele en witte bloemen, daarna grasland. Geschreeuw, enthousiast geroep. Grote Trap, oh wel twintig!! Wij rijden over een bruggetje maar zitten nu op een landbouwweg die naar een boerderij leidt. Via portofoon wordt er gecommuniceerd. Wij stoppen halverwege en tellen veertien trappen. Wij keren, gaan helemaal over het zijweggetje terug naar de verkeersweg en zoeken de plek van de Grote Trap. De moeite van het terugzetten werd beloond. Iedereen gaat de busjes uit. Telescopen, camera’s en verrekijkers in gereedheid.
Prachtig baltsend en vliegend sieren de Grote Trappen de lucht. Zij hebben een spanwijdte van 210 tot 240 centimeter en een gewicht van ongeveer 16 kilogram en dan het gemak waarmee zij van de grond loskomen met nauwelijks een startbaan, in vergelijking met een zwaan die echt ruimte nodig heeft om op te stijgen.
Verderop rechts van de weg in het weiland worden weer twee Grote Trappen gesignaleerd, iedereen weer uit de busjes, deze trappen zijn dichterbij en kunnen beter gefotografeerd en op video vastgelegd worden. Als schepen die door het weiland glijden zo plechtstatig schrijden zij voort. De nek opgezet en waardig neerbuigend. Koninginnedag waardig. Het wuivende handje ontbrak alleen. Overal waar de Grote Trappen te zien waren hoorden en zagen we ook Kalanderleeuweriken. Verderop naderen we een kolonie Spaanse Mussen die hun nesten geweven hebben in een Eucalyptusboom. Na de grasrijke vlakten rijden we nu door een hele droge kale vlakte. Er vliegt een Roodkopklauwier en een Houtduif over. Bij Almorchon gaan wij rechtsaf, waarna wij linksaf een zijweg inrijden. Langs de weg staat het bordje Cabeza staan. We rijden over een hobbelweg en hebben een prachtig uitzicht op een Rode Patrijs. De route die we nu rijden is de olijvenroute, een rode hobbelige gravelweg met zicht op Hoppen en Roodkopklauwier. Helaas kunnen we niet verder het gebied in. Op het bordje verboden toegang laat zich een Hop zien.
Wij volgen de weg om Serena heen, richting Castuera, via La Nava, hier krijgen wij een spatje regen op de voorruit.
Voorbij Castuera zien we diverse nestkasten hangen hier aan de electriciteitsmasten. Op de draad diverse Klapeksters en natuurlijk de Scharrelaars.
Een zevental werden er geteld (EX104 richting Campanario). On Villa Nueva de la Serena gaan we bij een Carrefour boodschappen doen, zodat wij voor de hele week broodbeleg, drinken en fruit voldoende hebben. Zo kan er de komende dagen non-stop gespot worden en hoeft het ornithologisch onderzoek geen vertraging te ondervinden van de bevoorrading voor bevrediging van de innerlijke mens.
Sommigen onder ons bleven spotten en hadden het geluk de Europese Kanaries en Putters te zien. Voor de afslag van Miajadas vliegen bij een waterplas enkele Oeverzwaluwen. Via de E90 rijden we richting Trujillo (nog 44 km). Er vloog nog een KleineTrap over voor afslag Villamesias. Bij Alberturo zien we een grote groep Zwarte Wouwen, deze opereren nog al eens gezamenlijk als zij op jacht gaan, maar ook overnachten zij gezamenlijk op omgeploegde akkers. Bij Santa Cruz de la Sierra zien we nog een Kleine Torenvalk, Koereigers en Kauwtjes. Wij zijn weer op de hoogte van Trujillo en steken de Rio Magasca over. Bij kilometerpaaltje 256 ontdekken wij een kolonie Ooievaars in de weilanden en op de nesten. Een Ooievaar staat aan een plas die begroeid is met Waterranonkel, een weldaad voor het oog. Wij bereiken weer het landschap met de Steeneiken. De Roodkopklauwier toont zich weer. Wij hebben regen en zonneschijn met het effect van een dubbele regenboog.
Een ohoo wat mooi en er wordt een oude wijsheid of een sprookje verteld: ‘Daar waar de regenboog de grond raakt zit een pot met goud in de grond’. Wij zien cumuluswolken in de lucht, een wolkenpartij licht van binnen en donker van buiten. Cirrusbewolking in de verte, deze lijken op bloemkolen. Even nog een stop bij Rio Almonte. Een Witte Kwikstaart schiet in de begroeiing. Rotszwaluwen scheren over de Rio Almonte en wij staan te koukleumen. ’s-Morgens werd er hier nog een IJsvogel gezien, maar helaas nu niet meer. Rond negenen bereiken we het pension, waar we direct aan tafel kunnen. Na het eten nog even naar het stuwmeer gelopen, maar helaas weer geen Moorse Nachtzwaluw te horen. Deze wens gaat niet in vervulling, maar… om 23.30 luisteren wij wel naar de enige vleermuis, die je met je mensenoor kunt horen. Dit zoogdiertje maakt een piepend geluid. Deze vleermuis vangt in het voorjaar overvliegende vogels o.a. wartkopmezen. Dit ontdekten men omdat zij allemaal hiervan veertjes in de straat zagen liggen.
Dinsdag 1 mei 2007
Deze 4e dag staat een rit via Santa Maria de Magasca en Caceras op het programma. Een groot deel van de dag rijden we door verschillende varianten van het Dehesa landschap. Door de ruime regenval van de afgelopen weken ligt de Dehesa er prachtig groen bij. Fraaie steen- en kurkeiken met daaronder een kleurenpracht van bloeiende lavendel, verschillende geelbloeiende composieten afgewisseld met de kenmerkende Cistusstruiken. Voor het ontbijt treffen we in ons verblijfsdorp Torrejon el rubio al de eerste putters die al foeragerend op distels zich op korte afstand laten fotograferen. Diverse Huiszwaluwen en Gierzwaluwen vlogen er rond.
Na het vertrek uit Torrejon (Ex208 richting Trujillio) stoppen we al snel weer bij het bruggetje over de Rio Almonto en maken een wandeling langs de beek. De IJsvogel die we een dag eerder hier zagen overvliegen laat zich vandaag niet zien (vermoedelijk is hun verspreidingsgebied door de vele regen die eerder is gevallen nu erg groot)
Wel laten zich diverse andere vogelsoorten van dichtbij zien; Koekoek, Kleine Plevier, Oeverloper, Rots-, Oever- en Roodstuitzwaluw en Europese kanarie.
We zien op verre afstand een Slangenarend die neerstrijkt op een nabij gelegen hoogspanningsmast. Hierna rijden we door de Hesta naar het westen richting Monroy (CC109). In de Hesta zijn soorten als de Blauwe Ekster, Zwarte wouw, Spaanse klapekster en Roodkopklauwier kenmerkend. Het aantal Grauwe gorzen en Kuifleeuweriken is niet te tellen. Vanuit Monroy rijden we noordelijk richting Torrejon en stoppen bij een kolonie Ooievaars die hun nest hebben gebouwd in enkele hoge vliegdennen.
Tijd voor de lunch. Dit ziet er als volgt uit: in het midden een berg stokbrood, beleg en blikjes fris, daaromheen zittende en staande (etende) vogelaars en op afstand een stilleven van telescoopkijkers en fototoestellen.
Op de achtergrond de vliegdennen met een kolonie broedende Ooievaars met Spaanse mussen die hun nesten maken in en rondom de Ooievaarsnesten, wachtend op de broodkruimels die straks overblijven. We lopen een stuk het zandpad in. Al snel wordt de aandacht getrokken door een Kleine Zwartkop die zijn zang vanuit een rozen/braamstruik laat horen en laat zien.
Het is nogal wat om door die kleine rode oogring op korte afstand door een tiental telescopen en megalenzen bekeken te worden.De Kleine Zwartkop bleef onverstoord zingen. Het kan niet anders dan dat hij blij was dat na een kwartiertje, als de fotografen hun plaatjes geschoten hebben, tevreden de macht over zijn eigen biotoop weer terugkrijgt. Boven ons zien we een juveniele Steenarend vliegen, prachtig! We duiken de busjes weer in en rijden verder richting oosten (EX390). Ergens moet een zandweggetje zijn waar een aantal jaren geleden een nest van de Spaanse Keizerarend zat. Deze is aan de linkerzijde bij het bord.Tahena Dit is een landweggetje met diepe gaten en kuilen. De busjes en passagiers worden zwaar op de proef gesteld en de bodemplaat van de 2e bus krijgt op een gegeven moment een behoorlijke opdonder. Plots zien we in de verte een hele groot nest op een hoogspanningsmast. Het kan bijna niet missen, dit moet het nest van de Spaanse Keizerarend zijn. Op grote afstand zijn de witte vleugelstrepen goed zichtbaar.
Zodra we echter dichterbij komen worden we aangehouden door een soort ranger (natuurbewaker) die ons verzoekt terug te keren. We vervolgen onze route verder naar het noorden (CC29, E803, EX208).
Onderweg zien we nog een Vos, een Rode Wouw, Roodkopklauwieren, Bijeneters, een Dwergarend en Vale- en Monniksgieren.
Als slot van de rit stopen we nog even bij het bezoekerscentrum ten noorden van Torrejon (langs de Ex208). Hier worden de nodige souvenirs en natuurlijk de speldjes gekocht.
Woensdag 2 mei 2007
Wat jammer nu, na vier frisse maar droge dagen is het nu ronduit regenachtig. Het heeft de hele nacht behoorlijk geregend. Vandaag staat een groot stuwmeer op het programma, Embalse de Arrocampo-Almaraz, in de buurt van Saucedilla (aan de CC17), er staat ook een kerncentrale. Een heel ander biotoop dan we tot nog toe gehad hebben. De afgelopen vier dagen hebben we vooral de dehesa’s bekeken, nu gaan we vooral voor de watervogels. Het stuwmeer is omzoomd met grote rietvelden.
Er zijn hier in totaal vijf kijkhutten gemaakt en er is een informatiecentrum ingericht. Ook zijn op verschillende plaatsen informatieborden geplaatst (helaas in het Spaans). Het is allemaal nog vrij nieuw, dit alles met de steun van o.a. de Europese Unie. De kijkhutten zitten op slot, we moesten een sleutel halen in het informatiecentrum. Ondanks de regen gingen we toch de kijkhutten af. Al heel snel konden we nieuwe soorten bekijken, zoals de Purperkoet. Dit is een zeldzame, grote Koet met een prachtig donkerblauw tot paars verenkleed en roze poten en een grote rode snavel met een rood schild. Hij verstopte zich tussen het riet, maar soms was hij mooi te zien.
Een Purperreiger en een Kwak vloog vlak over ons hoofd, een grijsachtige reigersoort.
Vanuit de struiken klonk het geluid van de Cetti’s Zanger. Voor een dergelijk klein vogeltje heeft hij een behoorlijk hard liedje, wat steeds herhaald wordt. Maar te zien krijgen we hem nauwelijks, hij speelt verstoppertje. In het boek zie ik dat hij wat op de kleine Karekiet lijkt, maar met een puntig kopje en een omhoog gehouden staart. Door de regen ontstonden er mistflarden, wat wel een beetje een mysterieuze sfeer gaf. We hoorden de grote Karekiet, die horen we bij ons helaas niet veel meer, het klinkt een stuk zwaarder dan de kleine Karekiet. In de mist zagen we enkele Witwangsterns vliegen. Ze zijn donkergrijs en hebben, vergeleken met de Visdief, langere poten en een grijze stuit. Vanwege de regen zijn we maar naar twee hutten gelopen, het hield op met zachtjes regenen.
Is dit nu Spanje, koud en nat? Een andere groep ging wel verder. John was op zoek naar de Zwartkoprietzanger, die lijkt op de Rietzanger. Voor hem zou dat een nieuwe soort zijn, helaas is hij niet gevonden. Vier hutten lagen vrij dicht bij elkaar, de vijfde hut lag wat verder weg en daar zijn we naar toe gereden. Hier hadden we geen sleutel van. Volgens de folder zou hier de grijze Wouw te zien zijn, een mooie soort. We zagen hem niet. De Woudaap liet zich wel goed bekijken, hij zat roerloos in het riet.
De Woudaap is de kleinste Reiger, ongeveer zo groot als een Waterhoen. Na de kijkhuttentocht gingen we naar de vlakte van Belen (via de A5 naar het zuiden, afslag 232). Aanvankelijk regende het behoorlijk, maar na vier uur werd het eindelijk droog en kwam zelfs de zon er uit. Hier zagen we twee grote Trappen, wat een indrukwekkende vogels zijn dat toch! Statig wandelden ze door het gras, alsof ze wilden zeggen: “Pas op hier kom ik aan”. Ook als ze vliegen zijn ze indrukwekkend, enorm groot met een vleugelspanwijdte van twee meter tien tot twee meter veertig!
Af en toe maakten ze wat baltsbewegingen en kwamen er witte veren tevoorschijn. Prachtig. Naderhand zagen we ook nog drie hanen en een hen in een weiland. Toen de zon ging schijnen begonnen de Kalanderleeuweriken te zingen. Ze hebben donkere vleugels en een witte achterrand en hebben een prachtig liedje. We stopten bij een broedplaats van heel veel Ooievaars en Koereigers, die gezamenlijk in een boom broedden. Ook een groep Zwarte Wouwen zaten aan de grond.
Toen we weg wilden rijden hoorden we een hard krakend geluid; we waren per ongeluk op een steen gereden en een plaat van onder de auto kwam los. Even geschrokken, maar de schade viel gelukkig mee. Het was een prachtig gebied met veel stenen muurtjes. Op een dak zat een Steenuil mooi in het zonnetje. We hadden hem zien bewegen, anders hadden we hem nooit gezien. Zijn camouflage is zo goed, dat je er zo voorbij rijdt. Hij gaat compleet op in de omgeving. Op de terugweg hielp een vriendelijke Spanjaard ons nog op de goede weg door voor ons uit te rijden. Vervolgens zijn we vanuit Belen via de EX208 nar Torrejon gereden. Weer een zeer geslaagde dag.
Donderdag 3 mei 2007
Vandaag een zware dag. Om 07.30 ontbijten om daarna om 08.15 uur te vertrekken met 3 auto’s richting Sierra de Gredos. Vanuit de EX208 richting het noorden, rijden we langs Plasencia (N110). Via het dal van de Jerte. de Onderweg regelmatig stoppen, snel eruit om de vogels te spotten. Via de N110 zijn we de C500 opgegaan, een wat rustigere weg. Prachtig zagen we in de populieren een Wielewaal zitten.
Deze liet zich mooi fotograferen, zo zien we ze in Nederland niet! Hier ook nog Dwergarend en Cirlgors. Na 1 ½ uur rijden even stopten we bij een brug in Cabezuella del Valle. Hier zagen we 2 Waterspreeuwen op de rotsen in de snelstromende rivier de Jerte.
Ook kwam er nog een Grote Gele Kwikstaart langs gevlogen. Enkele kilometers en stijgingen verder kwamen we bij een parkeerplaats. Hier waren we even gestopt. Vrijwel direct werd er geroepen "Ortolaan". Op diverse plaatsen werd deze vogel zingend gezien, maar ook hier Grijze Gorzen, Roodborsttapuit en enkele Kneuen.
Na een prachtige route met Iberische Gele Kwikstaart zijn we bij het bezoekerscentrum afgeslagen (AV931 in). Hier hebben we gepauzeerd, nou ja met brood in ons hand gevogeld. Meteen werd er geroepen Rode Rotslijster en jawel hoor achter de begraafplaats zat ie prachtig op een paaltje.
Verder nog diverse Zwarte Mezen, Rode Wouwen en een Vuurgoudhaan.
Na het eten vlug weer de auto in en naar ons onderdeel voor vandaag, het bereiken van Hoyes del Espino (einde van de Av931). voordat we hier aankwamen zijn we nog diverse keren gestopt, voor o.a. de Iberische gele Kwikstaart, Kruisbek en Bergfluiter.
Op het einde van de lange naar boven lopende weg kwamen we bij een grote parkeerplaats. Hier is het mogelijk om een wandelroute te maken (1,5 uur) richting de top (2592m). Vanwege de lange heen, maar ook terugreis besluiten we niet zo ver te gaan.
Een aantal van ons bleef bij de parkeerplaats, waar o.a. de Heggemus, Grijze Gors, Waterpieper en Zwart Roodstaart te zien is.
De fanatieke wandelaars onder ons gaan de berg op via het stenen pad. Hier werd een groep Alpenkraaien en Steenbokken gezien. We hoopten nog de (niet gesternde) blauwborst te zien maar dat is helaas niet gelukt.
We hadden weinig sneeuw. Heel in de verte zag je bergtoppen waar de sneeuw op lag. Bij de vorige excursie in 2002 was er volop sneeuw al op de parkeerplaats. Na deze mooie omgeving zijn we dezelfde weg weer terug gegaan, tenminste de AV931. Onze verdere terugweg ging via de andere zijde (N502). Bij een parkeerplaats nog een mooie vos gescoord.
Via de N502 zijn we de A5 richting Caceres gereden. Net voor de afslag richting Alcanzino (142) opeens een kreet...Grijze Wouw gespot door de 2e bus. Helaas hebben slechts 2 man deze prachtige soort aan de rechterzijde van de weg zien vliegen. Stoppen op de snelweg is helaas niet mogelijk, dus zijn we wat teleurgesteld naar Torrejon gereden. Na het avondeten hebben we nog wandeling gemaakt om de Moorse Nachtzwaluw te ontdekken maar helaas dat was weer niet gelukt.
Vrijdag 4 mei 2007
Wat gaat zo`n week snel, in die 5 dagen veel indrukken opgedaan. Zoals in het natuurpark Monfragüe, met al die vale gieren / Monniksgieren /zwarte wouwen en niet te vergeten "de spaanse keizerarend " en zo ook de prachtige oehoe , weliswaar gespot door een Frans echtpaar en met heel goed zoeken behoorlijke rotsblokken verder 2 juvenielen. Ook zeer de moeite waard om te bekijken, we reden er toch langs, in het weidelandschap, altijd dezelfde bomen, steeneiken en kurkeiken en wat nog meer opvalt ze staan nooit in een groep, maar altijd los van elkaar en blijven het gehele jaar groen. Het is nu 08.15 uur en voordat we weg konden, moest er eerst een grote kei onder de auto verwijderd worden!
Natuurlijk zien we al vrij snel prachtige Blauwe Eksters, hoppen, af en toe Bijeneters. Via de EX390 rijden we richting Monroy, ten zuiden van Monroy nog even bij de river Almonte kijken.
Hier zaten enkele Rotszwaluwen te zonnen, erg mooi voor de fotografen. We vervolgden onze weg richting Aldea de Trujillio.Onderweg enkele Steenuilen, Grauwe Kiekendieven en Dodaars gezien. Bij een omgeploegde akker zagen we Kortteenleeuweriken, Gelukkig kon nu iedereen deze kleine lichte Leeuwerik zien. Via allerlei omwegen kwamen we in La Aldea del Obis aan , waar we gingen lunchen. Na een tijd rijden, met natuurlijk uitstappen/telescopen opzetten/zoeken en fotograferen kwamen we om ± 15.30 uur in de zeer oude stad Trujillo aan. Trujillo ligt er nog net zo bij als vroeger.
Ooievaars domineren de daken,huizen en kerken en vooral hun klepperen is geweldig om te horen. Hier hebben we onze auto's geparkeerd en zijn we in 2 groepen uiteen gegaan. De ene ging lekker met een Pilsje (of koffie) op het terras zitten.
De andere ging naar het kasteel toe om nog wat soorten te scoren.
Diverse Kleine Torenvalken en Kauwen werden er gezien.
Maar ook een Vale Gierzwaluw, deze valt dankzij zijn lichte kleur toch op tussen de vele gewone Gierzwaluwen Ja, en dan het stadje uitkomen, dat valt niet mee met die smalle wegen en grote busjes. Via de N521 zijn we richting Caceres gegaan.
Ook hier langs de weg aan de hoogspanningsmasten nestkasten voor Scharrelaars.Bij een groot meer aan de rechterzijde (Embalse de Caceres) zijn we van de weg afgegaan.
We dachten hier om het meer te kunnen rijden, maar helaas het loopt dood. Toch vervelend als het al wat laat is .Maar gelukkig maakte de vele soorten het goed; steenlopers/kemphaan/bontbekplevier/zilverplevier en bonte strandloper, maar ook Dwergstern, Kortteenleeuwerik, Kleine Mantelmeeuw.
Eerst maar naar Julia bellen, dat we te laat zullen aankomen. Rond half tien kwamen we aan in Torrejon el Rubio, waar we ons aan het bier/wijn en eten konden tegoed doen en uiteraard al die mooie waarnemingen doornemen. Het was een enerverende dag en de telling eindigde op 153 soorten vogels.
Zaterdag 6 mei 2007
Vandaag doen we het wat rustiger aan en bekijken we enkele gebieden die inmiddels al bekend zijn. Uiteraard begon de dag weer als vanouds met de prachtige glimlach van onze vriendelijke Julia (dus niet) Het ligt niet aan een ochtendhumeur want ook ’s avonds kijkt ze zo. Als eerste zijn we naar de gierenrots, de Pena Falcon, in Monfragüe gegaan. We hadden nu prachtig de ochtendzon op de rots staan.
Omdat het nog vroeg was zaten alle gieren nog in de wand. Een uur later was de thermiek zodanig dat we de eerste exemplaren zagen vertrekken. We zagen meteen van heel dichtbij een Roodstuitzwaluw zitten maar na het opzetten van de fototoestellen vloog de vogel weg. Jammer, maar dat is nu eenmaal het lot van vogelfotografen. Even later zagen we wel twee rode patrijzen vlakbij ons op de rotsen.
Vooral met de wazige groene achtergrond was het een plaatje waar iedereen van genoot. Even van tevoren had een van ons een jonge grijze gors in zijn hand. De ouders bleven telkens het jong voeren en ook de grijze gors konden we dus met zijn allen prachtig mooi bekijken.
Aan de overzijde kwam de zon wat hoger op de rotsen en kwam het nest van de zwarte ooievaar mooi in de zon te liggen zodat ook deze vogel door de telescoop goed bekeken kon worden. Vooral de groene gloed onder zijn zwarte kleed viel bij de meeste van ons op. Ondanks het feit dat alleen maar Vale Gieren en Aasgieren hier op de rotsen broeden zagen we toch ook regelmatig Monniksgieren voorbij vliegen. Enkele exemplaren gingen in de zon op de rotsen zitten en hebben we heel fraai met de telescoop kunnen bewonderen. In de vlucht valt zijn donkere egale kleur op, in behoorlijk contrast met zijn lichte poten.
De Monniksgier is de grootste en is meestal in staat om als eerste de harde, taaie huid van een dood dier te doorboren. Als ze genoeg op hebben komen de vale gieren aan de beurt. Als laatste zijn de aasgieren en de wouwen aan de beurt.
Na de Pena Falcon krijg je automatisch (er is maar één weg) de Porte del Tietar (CC911), het tweede punt waar je rosten hebt waarop vele vale gieren zitten te broeden.
De vorige keer zagen we hier de jonge oehoes en een volwassen exemplaar. Na enig zoeken kregen we nu alleen de jongen in beeld. Maar het hoogtepunt vormde de Spaanse Keizerarend die fraai boven de rotsen een aantal keren ronddraaide totdat de vogel niet meer te zien was.
Het was een volwassen exemplaar waarvan we de witte schouders goed konden zien. Hier onderscheidt de Spaanse Keizerarend zich van de Keizerarend die in Oost Europa te zien is. Onderweg naar de moerassen bij Embalse de Arrocampo-Almaraz (via EX108 en CC17 richting Almaraz) kwamen we diverse keren langs de beroemde varkens van Extremadura die zich heel lui in de zon koesterden.
fotosWat een leven ten opzichte van die varkens die hier in Brabant opeengepakt zitten. De varkens werden door diverse personen gefotografeerd, op de een of andere manier hebben we toch veel sympathie met deze luilekker dieren. Toen we bij Embalse de Arrocampo kwamen was het middag, dus tijd voor het eten. Bij het ornithologisch station stonden enkele banken waar het eten, in het zonnetje, zo op was. De meeste vogels waren een herhaling van enkele dagen geleden, zoals de kleine en grote karekiet, de purperkoet, de Purperreiger, de twee Lepelaars maar we zagen hier ook enkele vogels die weer nieuw voor onze reis waren.
Het vrouwtje van de Tijgervink liet zich mooi benaderen en een aantal vogelaars zagen de Visarend in het water vallen/duiken. De IJsvogel liet zich nu voor het eerst aan de meeste vogelwachtleden zien. Tot nu toe was het nog alleen maar voor een enkeling telkens een flits.
Onze terugweg ging via de E90 naar het zuiden en bij afslag 200 eraf. Als voorlaatste gebied hebben we hier de Puerto of Casas de Miravete bezocht. Dit is een pas op zeshonderd meter hoogte waar we een wandeling wilden maken, maar er was weinig te wandelen.
Wel vonden enkele personen een kleine smaragdgroene hagedis die zonder staart geshowd werd aan alle anderen die inmiddels al weer in de bussen zaten. Iedereen had het wel zo’n beetje gehad waarna we besloten om terug te keren naar Torrejon el Rubio. Toch stopten we onderweg weer want we kwamen bij een punt waar we de eerste dag al enkele vogelsoorten hadden gezien. Op een gegeven moment riep iemand Provençaalse Grasmus. Iedereen kijken naar deze Provençaalse Grasmus die telkens zijn jong kwam voeren. Na ongeveer een kwartier begon de argwaan en werd het toch weer een Baardgrasmus die we hier op de allereerste dag ook al hadden waargenomen.
Zo zie je maar weer hoe vlug je met zijn allen een waarneming voor zoete koek aanneemt. Overigens wel heel fraai want op vijf meter afstand van ons werd het jong gevoerd. Om vijf uur in de middag waren we al in Torrejon, een record voor ons want de overige dagen was het telkens half negen ’s avonds voor we in ons pension waren. Rond Torrejon hebben enkele vogelaars nog een wandeling gemaakt. Hier zie je tijdens een korte wandeling van een uur enkele specifieke Extremadura soorten zoals de onvermijdelijke grauwe gors die je zo ongeveer om de vijftig meter tegenkomt. De andere talrijk aanwezige soort is de Kuifleeuwerik. Onvoorstelbaar dat er in Nederland nog maar enkele exemplaren zijn, want overal waar je bent in Extremadura kun je binnen tien minuten een Kuifleeuwerik waarnemen. Daarnaast zagen we nog de Blauwe Ekster, de Hop, de Roodkopklauwier, de Spaanse Mus en hoog in de lucht verschillende Vale Gieren en Zwarte Wouwen.
Zondag 6 mei 2007
En alweer de laatste dag. Vandaag zal er niet veel gevogeld worden. Na het Spaanse ontbijt pakken we de bagage in de auto’s en vertrekken richting Madrid. 2 leden hadden enkele dagen geleden de enigste Grijze Wouw gezien tot nu toe. Alle ogen en aandacht zijn gericht op deze soort. En jawel hoor, al biddend zagen we in sneltreinvaart de Grijze Wouw aan ons voorbij gaan. Deze was nu gezien ten noorden van de E90 bij de afslag Herruela de Oropesa (voor afslag 152). Helaas kunnen we niet stoppen op de autosnelweg. Onderweg nog wel verschillende vogels gezien, maar de stand blijft op 156 soorten. Keurig op tijd arriveerden we in Madrid. Auto’s inleveren ging soepeler dan ophalen. Om iets over drieën landde het vliegtuig. De ophalers waren keurig op tijd en moe maar voldaan keerden we huiswaarts. Rest nog alle vogels te vernoemen die we de afgelopen acht dagen waargenomen hebben:
Waargenomen soorten (156):
01. Aasgier | 28. Fazant | 55. Iberische Gele Kwikstaart | 82. Meerkoet | 109. Rotszwaluw | 136. Waterpieper |
02. Alpengierzwaluw | 29. Fuut | 56. IJsvogel | 83. Merel | 110. Scharrelaar | 137. Waterspreeuw |
03. Alpenkraai | 30. Gaai | 57. Kalanderleeuwerik | 84. Monniksgier | 111. Sijs | 138. Wespendief |
04. Appelvink | 31. Gierzwaluw | 58. Kauw | 85. Nachtegaal | 112.Slangenarend | 139. Westelijk Blonde Tapuit |
05. Baardgrasmus | 32. Grasmus | 59. Kemphaan | 86. Nijlgans | 113. Slechtvalk | 140. Westelijke Purperkoet |
06. Bergfluiter | 33. Graszanger | 60. Kleine Karekiet | 87. Oehoe | 114. Snor | 141. Wielewaal |
07. Bijeneter | 34. Grauwe Gors | 61. Kleine Mantelmeeuw | 88. Oeverloper | 115. Spaanse Keizerarend | 142. Wilde Eend |
08. Blauwe Ekster | 35. Grauwe Kiekendief | 62. Kleine Plevier | 89. Oeverzwaluw | 116. Spaanse Klapekster | 143. Winterkoning |
09. Blauwe Reiger | 36. Grauwe Klauwier | 63. Kleine Torenvalk | 90. Ooievaar | 117. Spaanse Mus | 144. Witte Kwikstaart |
10. Blauwe Rotslijster | 37. Griel | 64. Kleine Trap | 91. Orpheusspotvogel | 118. Staartmees | 145. Witwangstern |
11. Boerenzwaluw | 38. Grijze Gors | 65. Kleine Zilverreiger | 92. Ortolaan | 119. Steenarend | 146. Woudaap |
12. Bonte Strandloper | 39. Grijze Wouw | 66. Kleine Zwartkop | 93. Pimpelmees | 120. Steenuil | 147. Zanglijster |
13. Bontbekplevier | 40. Groene Specht | 67. Kneu | 94. Purperreiger | 121. Steltkluut | 148. Zilverplevier |
14. Boomklever | 41. Groenling | 68. Koekoek | 95. Putter | 122. Tapuit | 149. Zomertortel |
15. Boomleeuwerik | 42. Groenpootruiter | 69. Koereiger | 96. Raaf | 123. Thekla Leeuwerik | 150. Zwarte Kraai |
16. Boomvalk | 43. Grote Bonte Specht | 70. Koolmees | 97. Regenwulp | 124. Tijgervink | 151. Zwarte Mees |
17. Bruine Kiekendief | 44. Grote Gele Kwikstaart | 71. Kortsnavelboomkruiper | 98. Rietgors | 125. Torenvalk | 152. Zwarte Ooievaar |
18. Buizerd | 45. Grote Karekiet | 72. Kortteenleeuwerik | 99. Rietzanger | 126. Tureluur | 153. Zwarte Roodstaart |
19. Cetti’s Zanger | 46. Grote Lijster | 73. Krakeend | 100. Rode Patrijs | 127. Turkse Tortel | 154. Zwarte Spreeuw |
20. Cirlgors | 47. Grote Trap | 74. Kruisbek | 101. Rode Rotslijster | 128. Vale Gier | 155. Zwarte Wouw |
21. Dodaars | 48. Havik | 75. Kuifkoekoek | 102. Rode Wouw | 129. Vale Gierzwaluw | 156. Zwartkop |
22. Drieteenstrandloper | 49. Havikarend | 76. Kuifleeuwerik | 103. Roerdomp | 130. Veldleeuwerik | |
23. Duinpieper | 50. Heggenmus | 77. Kuifmees | 104. Roodborst | 131. Vink | |
24. Dwergarend | 51. Hop | 78. Kwak | 105. Roodborsttapuit | 132. Visarend | |
25. Dwergstern | 52. Houtduif | 79. Kwartel | 106. Roodkopklauwier | 133. Vorkstaartplevier | |
26. Ekster | 53. Huismus | 80. Lachstern | 107. Roodstuitzwaluw | 134. Vuurgoudhaan | |
27. Europese Kanarie | 54. Huiszwaluw | 81. Lepelaar | 108. Rotsmus | 135. Waterhoen |
Pensiongegevens;
Avenida c/Paseo Pizarro 22 10694 Torrejon el Rubio (Caceres)
Tel.00-349274552252/5050 (spaans sprekend)
Vogelwacht Uden