Vogelwacht goes Extremadura 2017
De Extremadura is gelegen in het westen van Spanje dicht tegen Portugal. Alvorens de belevenissen van dag tot dag te bespreken, eerst iets over het gebied. De Spaanse Extremadura is een landstreek zo groot als Zwitserland. Het bestaat uit de provincies Badajoz en Caceres. Het is een dunbevolkt gebied: er wonen slechts één miljoen mensen. Van oudsher wordt de Extremadura als een extremiteit van Spanje beschouwd. Een arme, verre en onvruchtbare uithoek van het land met weinig vooruitzicht op verbetering. Velen zochten hun heil elders en trokken weg naar Madrid, de kuststreken of naar een geheel andere ‘onbekende’ wereld. De Extremadura is de streek waar de conquistadores vandaan kwamen. Als we de kaart van Zuid-Amerika voor ons nemen, zien we daar een aantal steden uit de Extremadura liggen: Guadalupe (Bolivia, Mexico), Trujillo (Peru), Caceres (Colombia) etc. Dat wijst erop dat de conquistadores uit de Extremadura een hoofdrol hebben gespeeld bij de verovering van (Zuid) Amerika. Cortez, Pizarro, Balboa. Grote en gevreesde namen van avonturiers uit de Extremadura, die in de nieuwe wereld het fortuin vonden wat zij zochten. Steden als Trujillo en Caceres staan vol met paleizen en villa’s die ze na hun terugkomst lieten bouwen. Als we door het droge geërodeerde land met zijn schaarse vegetatie en onvruchtbare bodem rijden, wordt het ons duidelijk waarom de ‘extremenos’ (ook nu nog) huis en haard hebben verlaten om elders een hoopgevender bestaan te zoeken. Het landschap van de Extremadura is vrijwel volledig door de mens gevormd. Om een illusie te ontnemen: er is nagenoeg geen oorspronkelijk natuurlandschap aanwezig. Voor de Romeinse tijd was het gehele gebied bedekt met uitgestrekte, groene eikenbossen. Er waren geen steppen en savannen. Overal was bos en hierdoor was waarschijnlijk ook het klimaat anders dan nu: zachter en met veel meer neerslag. De bossen zijn vrijwel compleet verdwenen en het hout is gebruikt voor scheepsbouw, huizenbouw en als brandstof. De vruchtbare bosbodem spoelde weg en kale rotsen en vlaktes kwamen te voorschijn. De geiten en schapen zorgden ervoor dat bomen geen kans meer kregen. Op de glooiende vlaktes hebben zich voornamelijk twee typen landschappen gevormd: de vrijwel boomloze steppe en de zogenaamde ‘dehesa’, een eeuwenoud cultuurlandschap dat u zich het beste kunt voorstellen als een kruising tussen de Afrikaanse savanne en een boomgaard. Ook de Spaanse steppen zijn een cultuurlandschap. ‘Dankzij’ de vernietiging van de bossen leven er nu duizenden Grote en Kleine Trappen, Grielen en zandhoenders! Op de hogere bergruggen, ongeschikt om als ‘dehesa’ in gebruik te nemen, vinden we een schaarse begroeiing van struiken en lage bomen. Het landschap van de Extremadura bestaat uit dehesa, kale rotsige vlaktes met matorral (= doornig struikgewas), steppegebieden, stuwmeren en een enkele lage bergketen. Franco had grootse plannen met de Extremadura. Op nog geen 300 kilometer van Madrid zou het de graanschuur van Spanje worden. In de zeventiger jaren heeft Franco overal stuwdammen laten aanleggen. Met het water kon elektriciteit worden opgewekt en het kon worden gebruikt voor de landbouw. Nadat de dammen waren aangelegd stroomden de stuwmeren vol (en de ooibossen langs de Taag verdwenen). Daar is het bij gebleven. In de meren is vis uitgezet. Geld voor verdere ontwikkeling was (en is) er (nog) niet... Het klimaat van de Extremadura wordt gekenmerkt door droge hete zomers en zachte winters waarin de meeste neerslag valt. Het voorjaar begint al vroeg. Nog voordat de Kraanvogels de Extremadura verlaten (begin maart), begint de Spaanse lente met aangename temperaturen. Eind mei is het voorbij. De zomer is begonnen. De onbarmhartige zon droogt het landschap uit en het gras kleurt geel. De temperatuur kan dan oplopen tot 45 graden in de schaduw.
Vogels in de Extremadura
De Extremadura is zeer rijk aan vogelsoorten. De vogelrijkdom is te verklaren door de aanwezigheid van veel geschikte en verschillende biotopen en de strategische ligging van het gebied. Bovendien is het gehele gebied door de eeuwen heen nauwelijks veranderd. Deze landschapsstabiliteit heeft ervoor gezorgd dat veel soorten zich er konden vestigen en (zonder verstoord te worden) uitbreiden. De strategische, centrale ligging van het gebied, tezamen met een stabiel landschap heeft een haast bizarre avifauna opgeleverd. Uit NoordwestEuropa zijn o.a. Ooievaar, Ortolaan en Zomertortel afkomstig. Uit Afrika waarschijnlijk o.a. de Grijze Wouw, Kuifkoekoek, Zwarte Spreeuw, Koereiger en Slangenarend. Uit Zuidoost-Europa zijn o.a. Kleine Torenvalk, Kortteenleeuwerik, Kalanderleeuwerik, Kleine Zilverreiger, Zwarte Ibis en Bijeneter afkomstig. Uit Azië komt vermoedelijk de Monniksgier en (waarschijnlijk) uit China de Blauwe Ekster. De Extremadura is onbetwist de beste plek in Europa voor roofvogels. Niet alleen wat betreft de verscheidenheid aan soorten maar ook qua aantallen. Veel roofvogels die hier nog algemeen voorkomen zijn in andere Europese landen (bijv. in Griekenland) zeldzaam, schuw en moeilijk waar te nemen. Vijf soorten arenden (Dwerg-, Havik-, Slangen-, Keizer-, en Steenarend) komen in redelijk gezonde populaties voor. Drie soorten gieren zijn gemakkelijk waar te nemen: Aas-, Vale- en Monniksgier. Nergens anders in Europa komen zoveel Grijze Wouwen, Rode Wouwen, Kleine Torenvalken en Grauwe Kiekendieven voor. En laten we de steppevogels niet vergeten. De Extremadura heeft Europa’s grootste aantallen Grote en Kleine Trappen, Grielen, Grauwe Kiekendieven, Scharrelaars en Witbuik-, en Zwartbuikzandhoenders. Ook verschillende soorten leeuweriken zijn karakteristieke steppevogels: Veld-, Thekla-, Kortteen-, en Kalanderleeuwerik zijn algemene soorten.
Dehesa ‘savanne’ landschap
Ongeveer 50% van de Extremadura is met dehesa bedekt. Het is een verbazingwekkend landschap, uniek voor het Iberisch schiereiland. De dehesa is ontstaan door het gedeeltelijk kappen van de oeroude eikenbossen. De ruimte die vrijkwam is beheert volgens een systeem dat minimale input in plaats van maximale uitput nastreeft. Weinig landbouwbeheerssystemen dienen zoveel doelen tegelijk: productie van voedsel voor mens en dier (gras en vlees), van brandstof in de vorm van brandhout en houtskool en van grondstoffen zoals kurk, bouwhout en tannine. De Spaanse Keizerarend en de Monniksgier hebben oude eiken nodig met een stevige kruin om hun nest in te bouwen.
Steppegebieden
Ongeveer 10% van het oppervlak van de Extremadura bestaat uit steppegebied. Natuurlijke steppegebieden komen oorspronkelijk alleen in het oosten van Europa voor (Hongarije, Rusland). Het steppeklimaat wordt gekarakteriseerd door een gemiddelde jaarlijkse neerslag van minder dan 300 mm en tenminste 200 dagen zon per jaar. De Spaanse steppen zijn ontstaan door erosie nadat de oorspronkelijke eikenbossen zijn gekapt. Het is een vlak enigszins golvend landschap waar geen bomen meer groeien. ’s Zomers is het er bloedheet en ’s winters kan het er vriezen: het klimaat vertoont overeenkomsten met het landklimaat van Oost Europa. De Spaanse steppe is gedeeltelijk in cultuur gebracht, op de betere gronden wordt af en toe graan en maïs verbouwd. De rest van het oppervlak wordt door schapen en geiten afgegraasd, zodat bomen geen kans meer krijgen. Van nature oefenen grote insecten een enorme aantrekkingskracht uit op de “steppevogels” als Grote en Kleine Trap, Griel, Scharrelaar (waarvoor men op een aantal plaatsen nestkasten heeft opgehangen), Kleine Torenvalk, Hop, Roodkopklauwier en natuurlijk de Grauwe Kiekendief. De Spaanse steppen vormen het laatste bolwerk van de Grote (en in mindere mate ook de Kleine) Trap. Overal ter wereld lopen hun aantallen terug als gevolg van de modernisering van de landbouw. In de Extremadura zijn naar schatting nog ca. 5000 paartjes aanwezig! De graanresten die achterblijven op het land dienen als voedsel voor Witbuik- en Zwartbuikzandhoen maar ook voor Grote en Kleine Trap. Andere soorten die we hier kunnen verwachten zijn Kuifkoekoek, Spaanse Mus (grote kolonies in eucalyptus aanplant langs de weg), Steenuil, Vale Gier, Kortteenleeuwerik, Veldleeuwerik en Kalanderleeuwerik.
Natuurpark Monfraguë
Het is het enige nationale park van Extremadura en heeft een oppervlakte van 18.118 ha. beschermd gebied. De kern van het natuurpark van de Extremadura is een oud kasteeltje bovenop de rotsige bergrug op de plaats waar de ingedamde Taag en Tietar samenkomen. Vanaf deze plek heeft men een prachtig uitzicht over een deel van het park en de omliggende dehesa’s. Binnen Monfraguë zijn vier interessante biotopen aanwezig: de rotsige bergrug, de ingedamde Taag en Tietar, uitgestrekte dehesa’s en de berghelling naast het kasteeltje met oorspronkelijk Mediterraan natuurbos.
Stuwmeren, rivieren en drinkpoelen
Oorspronkelijk is er in de Extremadura, naast een enkele uitdrogende rivierbedding, geen stilstaand water te vinden. Tijdens het bewind van Franco zijn overal stuwdammen aangelegd zodat het kostbare water niet wegstroomde. Door de boeren zijn voor het vee her en der drinkpoelen gegraven. Als gevolg van deze menselijke activiteiten is de hoeveelheid stilstaand water in het gebied sterk toegenomen. De riviertjes van de Extremadura herbergen een grote verscheidenheid aan dierleven. Amfibieën zijn van het water afhankelijk voor hun voortplanting.
Bergen, heuvelruggen en ruïnes
Zuid-Spanje wordt her en der doorsneden door lage berg- en heuvelruggen, de zogenaamde ‘sierras’. De ruige hellingen zijn niet in cultuur gebracht en begroeid met maquis en Mediterraan bos. Deze gebieden zijn zeer geschikt als broedplaats voor roofvogels.
Oude steden
Zuid-Spanje is rijk aan eeuwenoude steden met een rijke historie. Steden als Trujillo, Sevilla en Caceres vormen het biotoop van een aantal karakteristieke cultuurvolgers. De meest opvallende is de Ooievaar. Er zijn kerken met meer dan vijftien bewoonde ooievaarsnesten. De Kleine Torenvalk is de cultuurvolger van Zuid-Spanje. Ze broeden in kleine kolonies in gaten in oude gebouwen en zoeken buiten de steden op de steppes en dehesa’s naar grote insecten, die hun voornaamste prooi vormen. Helaas lopen de aantallen de laatste jaren, door modernisering van de landbouw en renovatie van oude gebouwen, sterk terug. In Trujillo schat men het aantal broedpaartjes op 100. Kerk- en Steenuilen broeden op verborgen plaatsen in de steden.
Dinsdag 18 april 2017
Vroeg op om rond 5.30 uur aanwezig te zijn op het vliegveld van Eindhoven. Transavia brengt ons naar Lissabon. Keurig op tijd konden we allen inchecken en na een 2,5 uur vliegen landen we in Portugal. De auto’s konden we ophalen bij Sixt. Helaas waren maar 2 van de 3 gehuurde busjes aanwezig. Na ruim een uur wachten konden we ook eindelijk beschikken over bus 3. De bakkies werden geïnstalleerd en de rit naar Spanje kon beginnen.
In Lissabon was het bewolkt, maar hoe dichter we Extremadura naderden hoe mooier het weer werd. Onderweg even gestopt bij een benzinestation, hier zagen we al enkele roofvogels. In Badajoz, de eerste stad gelegen in Spanje net over de grens met Portugal zijn we naar de Guadiana rivier gereden. Dit water loopt dwars door Badajoz.
Op een eilandje in de rivier zagen we een kolonie Koereigers, vergezeld door verschillende Kwakken. Europese Kanarie's vlogen rond.
Iets verderop lag een stuw en hier konden we mooi kijken naar Steltkluut, Kokmeeuw, Zwarte Ibis en Bijeneter. In het struikgewas zaten verschillende Sint-Helenafazantjes. We vervolgen onze weg richting Mérida. Hier zijn we de snelweg afgegaan om naar Embalse de Cornalvo te gaan, dit is ook een beschermd natuurgebied. Vanaf het bezoekerscentrum naar het stuwmeer rijden we door een mooi gebied. Volop Rode Patrijs, Roodkopklauwier, Grauwe Gors en Roodborsttapuit.
Bij het stuwmeer hebben we niet veel gezien, maar er ligt verderop nog enkele kleinere plasjes, voorzien van een schuilhut. In de schuilhut konden we kijken naar Lepelaar, Groenpootruiter, Bosruiter en veel Roodstuitzwaluwen. Het is ook een prima gebied om roofvogels te spotten, zo zagen we Zwarte Wouw, Ooievaar, Monniksgier, Vale Gier, Dwergarend en Slangenarend. Het was al laat, zodat we snel richting Trujillo moesten gaan. Onderweg werd nog een Griel waargenomen. Iets voorbij Trujillo gingen we rechtsaf naar ons hotel Rural Soterrana in Madroñera. Dit zal de komende tijd onze thuisbasis zijn.
Iedereen kreeg zijn kamer toegewezen en daarna konden we gaan eten. Het eten werd opgediend in het hoofdgebouw tegenover ons slaapgebouw. Na het eten werd er uiteraard ‘gelijst’. We kwamen de eerste dag al op 82 soorten. De meeste van ons gingen snel naar bed. We moesten echter de weg oversteken, waardoor soort 83 ook genoteerd kon worden. Op het pleintje tegenover het hotel zat een Dwergooruil te roepen.
Woensdag 19 april 2017
Het is vrij laat licht hier, zodat heel vroeg opstaan voor het eten niet veel zin heeft. Toch hebben we voor het ontbijt nog even in het parkje gekeken naar de Dwergooruil. Er zitten er maar liefst twee, die langs de stam, bijna niet opvallen.
Na het ontbijt zijn we door Trujillo gereden en hebben daar boodschappen gedaan voor de middaglunch. Na Trujillo hebben we de eerste weg links genomen richting Monroy. Dit is de mooiste weg van het hele gebied. Rustig rijden, opletten voor het achterop rijdend verkeer. We hadden geluk, de Kuifkoekoek liet zich al meteen zien.
Maar wat te denken van Grauwe Gors, Roodkopklauwier, Monniksgier, Vale Gier, Kleine Torenvalk en Torenvalk. Isidro ontwaarde de eerste Grote Trap tussen twee Ooievaars.
Op een verlaten boerderij broeden wel zo’n vijftien Ooievaars. Bij een klein watertje konden de Bijeneters mooi gefotografeerd worden.
Ontzettend veel Zwarte Wouwen zijn hier te zien. Iets verder na de afslag naar Santa Marta de Magasca wordt het gebied opener en zag Jan-Willem de eerste Kleine Trap en iets later de tweede. Ze vlogen echter weg, waardoor de meesten deze vogel niet echt goed gezien hebben. Kalanderleeuweriken, hoewel zeldzaam, zijn hier volop te zien, evenals de Kuifleeuwerik en Grauwe Gors.
Maar liefst zes Grauwe Kiekendieven waren aan het jagen. Deze vogels hebben hier in de buurt hun broedplaats. Bij Rio Almonte hebben we gepicknickt.
Er vlogen Rotszwaluwen rond en de Grijze Gors konden we mooi zien. Via Torrejon el Rubio, bij velen bekend, hier was ons onderkomen enkele jaren geleden, zijn we het Nationaal park Monfrague ingereden. We zijn eerst naar boven gereden naar het kasteel.
Na een inspannende klim bereikten we de top. Jammer, er stond ontzettend veel wind. Normaal scheren de gieren hier rakelings langs, nu gierde alleen de wind. We zagen een groepje Zwarte Ooievaars aankomen, deze haalden echter geen hoogte door de tegenwind en gingen weer terug.
De weg terug en dan naar de Pena Falcon. Hier zagen we nestelende Zwarte Ooievaars, Blauwe Rotslijster, en veel Vale Gieren. De weg volgend zijn we bij Villareal de San Carlos rechtsaf gegaan en hebben bij La Tajadilla gekeken naar het nest van de Alpenkraai. Het mooiste was iets verderop te zien bij Portilla de Tietar. Een Spaanse Keizerarend heeft hier nest gebouwd en vliegt af en aan. Af en toe zien we het mannetje en het vrouwtje bij elkaar. Wat een machtige vogels, zeker als ze hun nest verdedigen tegen een Vale Gier die te dichtbij kwam. Het werd al laat. We zijn via Jarajeico terug gereden naar Trujillo. Een mooie rit door het dehesa landschap. Bij het lijsten kwam de teller op 108 soorten.
Donderdag 20 april 2017
Vandaag staat de vlakte van La Serena op het programma. Nadat de boodschappen zijn gedaan, zijn we naar Campanario gegaan. Hier begint de uitgestrekte vlakte. Het dorpje uit, komen we bij een brug met wat water. We vragen ons wel af waarom zo’n grote brug. Er is wel van alles te zien.
Raar maar hier treffen we een koppeltje Alpenkraaien aan. Meestal zie je deze vogels op grotere hoogte. Maar we zien ook Waterhoen, Grote Karekiet en Gekraagde Roodstaart en een Koolmees.
Iets verder ligt een karkas in het veld en erom heen diverse Vale Gieren en Monniksgieren. Een Hop vliegt voor ons uit.
We zien heel even een Steenarend, maar voordat we de auto uit zijn is de vogel gevlogen. Rijdend door de vlakte veel Thekla en Kuifleeuweriken.
FOTO 26Waar wat meer gras staat zien we een jagende Grauwe Kiekendief. We komen al meer in het gebied waar extensief geboerd wordt en zien veraf een Grote Trap. Bij de kruising met de EX/103 zijn we rechtdoor gereden. We hadden eigenlijk linksaf gemoeten, bleek achteraf. We reden op een stoffige zandweg, waar we wel een Griel goed in beeld hadden. Uiteindelijk kwamen we weer aan bij het punt waar we linksaf hadden gemoeten en hebben we de route weer gevolgd. Diverse Rode Patrijzen zaten langs de weg.
Gepicknickt bij Embalse de la Serena. Het brood was in een mum van tijd op. Ook nu weer een Steenarend, deze hebben we wel allemaal mooi kunnen bewonderen. Na de Embalse zijn we rechtsaf gegaan, een lange rechte weg. Bij een boerderijtje lag een poeltje. Hier hebben we prachtig een aantal Vorkstaartplevieren bekeken.
Wat een mooie sierlijke vogels zijn dit toch. Helaas zeldzaam, maar hier zaten meer dan tien stuks. Ook langs het water Kleine Plevier en Steltkluut. Een eindje verder kwamen we eindelijk Kortteenleeuweriken tegen. Deze vogels lijken op een Duinpieper, maar zijn de kleine vorm er van. Zie je er één dan zie je er in een mum van tijd veel meer.
Halverwege de weg zaten aan rechterzijde heel veel Koereigers bij en op de schapen. Iedereen was naar rechts aan het kijken. Maar aan linkerzijde was een veel groter spektakel te zien. Maar liefst 41 Grote Trappen liepen parmantig door het veld. Het was al laat, maar we besloten toch om naar Puebla de Alcocer te gaan en hierna naar Puerto Pena. Onderweg een broedplek van Vale Gieren bekeken. In het dorpje Puebla de Alcocer ligt een oude kloosterruïne.
Hierop broeden Ooievaars, maar nog leuker, veel Kleine Torenvalken. Deze kleinere vorm van de Torenvalk is vrij zeldzaam, maar komt in de Extremadura op diverse plekken voor. Bij de Puerto aangekomen zien we een Dwergarend, Vale Gier, IJsvogel en Grote Gele Kwikstaart. We moesten snel terug, zo snel dat we amper de Grijze Wouw aan de kant van de weg zagen. Bij een water toch nog even gestopt, hier waren de Blauwe Eksters goed te zien en mooi de Kuifkoekoek. In de buurt van ons onderkomen zaten wel veel Scharrelaars in de nestkasten die voor deze soort zijn opgehangen.
Iets te laat begonnen we aan het eten. Na het lijsten komen we op 123 soorten.
Vrijdag 21 april 2017
Vandaag gaan we weer de omgeving rond Trujillo verkennen. Na het ontbijt eerst weer boodschappen gedaan en weer het mooie weggetje linksaf richting Monroy ingegaan. We hadden al meteen de Kuifkoekoek en iets verderop weer een. Kuifkoekoeken parasiteren onder andere op Eksters. Iedereen ging de auto uit en heeft deze weg een stuk gelopen. De chauffeurs reden hier achteraan. Al wandelend beleef je het landschap toch intenser. Op het eind van de wandeling werden verrast door een Monniksgier die zich tegoed deed aan een dood lam.
We gaan rechtsaf naar Palacio Dona Catalina. Bij de splitsing zijn we gestopt en zagen mooi het nest van een Roodstuitzwaluw. Iets verder zagen we in het veld een Grote Trap en bij goed kijken zelfs twee. De velden doorgereden kwamen we uiteindelijk bij een boerderij op het erf. We konden niet verder en moesten terug.
Hier hebben we wel mooi naar Rotsmussen kunnen kijken, die hun nesten in een zandwand hadden. Bij de linkerafslag naar Santa Marta de Magasca hadden we weer de Grauwe Kiekendieven. Bij de brug van Rio Magasca hebben we ons brood genuttigd. De Cirlgors en de Dwergarend kwamen kijken wat deze vreemde snuiters aan het doen waren.
We vervolgden de weg en komen in de buurt van de snelweg. Hier zijn veel nestkasten geplaatst voor Scharrelaars. Echter ook Kleine Torenvalken maken hiervan gebruik en zelfs ook Steenuil. Wat een plek zeg. Iets terug linksaf een grote steppe ingereden. Bij een schuilhut halt gehouden. Hier kon je mijlenver kijken. Verschillende Tapuiten hier gezien en ook veel Kortteenleeuweriken. De Kalanderleeuweriken maakten weer flinke capriolen in de lucht. Voor Torrejon el Rubio hebben we de parasoldennen bekeken waar Ooievaars in broeden. Er waren er maar een paar, in vroegere tijden waren meer bezette nesten. Na het maken van onze groepsfoto zijn we de zandpad in gelopen. In de buurt van de hoogspanningsmasten zit hier altijd een Grijze Wouw. En jawel, in de buurt gekomen hadden we het beestje al in de kijker.
Ook hebben we het nest van een Raaf ontdekt. In vroegere tijden zat hier ook een Spaanse Keizerarend te broeden, deze liet zich echter nu niet zien. Al tegen schemering terugrijdend hadden we mooi een Slangenarend net boven de auto hangen. Het eten smaakte weer voortreffelijk, wat wil je na zo’n hele dag buiten. De balans opmakend kwamen we op 126 soorten, dus maar 3 nieuwe 29 soorten ten opzichte van gisteren. Morgen zullen we wel meer nieuwe soorten zien, omdat we dan naar het Arrocampo stuwmeer gaan.
Zaterdag 22 april 2017
Na het ontbijt weer de noodzakelijke inkopen gedaan en snel richting Arrocampo stuwmeer. Dit is een stuwmeer met bijzondere eigenschappen, zodat het binnen Extremadura zelfs uniek is met een eigenaardige avifauna, die verder nergens op het Iberisch schiereiland te vinden is. Het hoofddoel van het stuwmeer is het koelen van de kerncentrale in Almaraz. Hierdoor is het waterpeil zeer constant en is een groot gedeelte van de oevers begroeid met moerasvegetatie. We hebben de auto’s geparkeerd bij het infocentrum in Saucedilla.
Hier hebben we de route van de schuilhutten gevolgd. Bij de eerste hut hadden we al meteen de Purperkoet en vloog telkens een Woudaapje op.
Ook de Snor liet zich hier goed horen, ondanks de stevige wind die er stond. Op weg naar de tweede hut vloog een Visarend over en waren Purperreigers en Lepelaars aan het foerageren.
Ook de Lachstern was veelvuldig aan het vissen.
We hebben verder hier het rondje gemaakt, ook aan de plantjes wordt aandacht geschonken en zo kon het zijn dat de vogelaars naar een Tongorchis stonden te kijken. Ook een Paap liet zich goed zien en de eerste Duinpieper kwam voorbij. Teruglopend kom je weer uit bij de eerste hut waar we nog verschillende Woudaapjes, Purperkoet en IJsvogel zien. Ook lijkt hier wel een aanvliegroute van Vale Gieren te zijn, velen vlogen over. In het dorpje Saucedilla staat een heel oude gerestaureerde kerk. Tijdens de restauratie zijn hier neststenen ingemetseld voor de Kleine Torenvalk. Deze zijn hier mooi te zien en te fotograferen.
Ook de lokale bevolking loopt uit om te zien wie nu weer naar de kerk gaat. Rondom het dorp liggen nog enkele watertjes, hier gaan we naar toe, maar onderweg mooi het nest gezien van een Grijze Wouw. De jongen waren al uitgevlogen, we telden vier Grijze Wouwen. Bij hut 5 zit een Ooivaar te broeden op de schuilhut. Hier is ook een watertje bij en een beetje schaduw.
Dus ideale plek voor de middaglunch. Onder het eten spotten we een Krakeend, Grote Zilverreiger, Koereiger, Zwarte Ibis, Wilde Eend, Steltkluut en Oeverloper. Een eind verder, bijna op het eind van de embalse zaten twee Vale Gieren in het veld en deze werden vergezeld door twee Rode Wouwen. De Zwarte Wouw is hier heel algemeen, de Rode Wouw duidelijk minder. Ook nog een zingende Grote Karekiet, in Nederland bijna uit het land verdwenen. We hadden nog wat tijd over en besloten werd om naar Monfrague te gaan, om de gierenrots te bekijken. Hier weer prachtig zicht op Blauwe Rotslijster, Rotszwaluw, en eventjes een Grijze Gors. Een bus bleef achter, maar twee busjes hebben de route naar het kasteel ingezet. Het waaide nu beduidend minder, zodat we de gieren iets beter in beeld kregen.
Ook de Grijze Gors liet zich nu goed zien en enkelen zagen de Boomvalk voorbij vliegen, toch weer een nieuwe soort. Na de verfrissing in het hotel en eten met lekkere Spaanse cervesas kwamen we uit op 138 soorten.
Zondag 23 april 2017Omdat we vandaag naar Sierra de Guadalupe gaan, een heuvelachtige omgeving, hebben we geprobeerd om in het dorpje waar we verbleven inkopen te doen. Omdat het zondag was, viel dit niet mee. Na een kwartiertje wachten ging de supermarkt open en konden we inslaan. Er moet een weg door het dorpje lopen richting Garciaz.
We kregen het niet gevonden, sterker nog, de straten werden zo nauw, dat we nauwelijks met de busjes hier doorheen konden. We kwamen letterlijk vast in een fuik. Een aantal uit de bus om aanwijzingen te geven hoe hier uit te komen. Centimeters tussen muren en busjes, uiteindelijk kwamen we toch weer op begaanbare weg en hebben via een omweg Garciaz toch bereikt. Van hieruit een schitterende weg door dehesa naar Berzocana. We stopten voor de vele geluidjes en ontwaarden mooi de Orpheusspotvogel, Baardgrasmus en Draaihals.
Opeens hield het bitumen op en reden we over een stoffige zandweg.
Langs deze stoffige weg hebben we toch ons brood opgegeten. Het was inmiddels behoorlijk warm geworden. Ondertussen kwam de Steenarend weer in beeld en konden we ook genieten van een Slangenarend. De weg vervolgend naar Logrosan en Canamero hebben we niet zoveel gezien. Iets voor Guadalupe zijn we rechtsaf gegaan om de Pico Villuercas op te gaan. Dit is een bergtop met een hoogte van 1601 meter. Op de top ligt een verlaten militaire basis. Tijdens de klim konden we goed zien hoe de begroeiing verandert en hoe de dichtbegroeide bossen met kastanjebomen, dennenbomen, Spaanse en Portugese eiken langzaam overgaan in jeneverbesstruiken, Spaanse stekelbrem en bergheide.
Op de top heb je een geweldig uitzicht over de omgeving.
Hier zie je ook wat bergbewonende vogels. Alpenkraaien, Provençaalse Grasmus, Rode Rotslijster, Beflijster en Heggenmus mooi gezien en een aantal ook gefotografeerd.
Ook nu was de tijd tekort en moesten we snel een lange weg naar ons hotel afleggen. Na het avondeten bleek dat we vijftien nieuwe soorten gespot hadden en de teller op 153 soorten kwam
.Maandag 24 april 2017
Na het ontbijt en de Dwergooruil zijn we richting Caceres gereden en gingen we naar de Sierra de San Pedro. Achteraf gezien een iets te lange autorit. Voorbij Caceres zijn we gestopt bij een watertje. Hier zaten enkele jaren geleden nog Knobbelmeerkoeten, de meest noordelijke van Spanje. Echter nu waren er vooral vissers aanwezig. Buiten deze vissers zagen we ook enkele visetende vogels als Blauwe Reiger en Fuut. We zijn eerst naar Salorina gereden, wat al in de buurt van de Portugese grens ligt. Helaas niet veel bijzonders gezien. Wel mooi de Draaihals en Roodkopklauwier. Tussen Alburquerque en Aliseda zijn we een zandpad ingereden door de dehesa. Mooi groepjes reeën gezien. Veel Rotsmussen zaten te broeden tussen de holtes in de bomen.
In de schaduw van een kurkeik hebben we de lunch naar binnen gewerkt, zodat we weer wat energie hadden voor het vervolg. Na Caceres ligt een groot embalse. Hier aangekomen zagen we veel Zwarte Wouwen die zich tegoed deden aan de dode vissen langs de oevers van dit water. Ook zagen we hier enkele Kleine Mantelmeeuwen en Koereigers. Het water stond hoog, waardoor er bijna geen strand is. In het verleden hebben we hier wel enkele steltlopers gezien. Terug zijn we weer naar Santa Marta de Magasca gegaan. Ook nu weer veel Scharrelaars, Kauwen en Steenuilen in de kasten van de elektriciteitsmasten. Maar ook de Kleine Torenvalken proberen hiervan te profiteren. Bij de splitsing richting Monroy zijn we gestopt om de Grauwe Kiekendieven te bewonderen. Hier kwamen we Dick en Vera Slaa tegen, die met enkele vrienden ook de Extremadura aan het afstruinen waren.
We probeerden weer een glimp op te vangen van de Kleine Trap. Richting Monroy ging dit niet goed, maar richting Trujillo hebben we zelfs aan beide kanten van de weg mooi de Kleine Trappen kunnen zien.
Iets verderop zagen we een Kleine Trap en kwam er een vrouwtje Grote Trap bij. Prachtig kunnen zien. Plotseling schoot een grote groep Zwartbuikzandhoenders ons voorbij. Wat is het toch jammer dat je deze vogels meestal in de vlucht en snel vliegend ziet. We hebben weer leuke waarnemingen gedaan, echter zijn er geen nieuwe soorten bij gekomen, zodat we op 153 soorten zijn blijven steken op deze dag.
Dinsdag 25 april 2017
Alweer de laatste vogeldag. We zijn nog niet bij de hoogvlakte van Belen geweest, zodat na het ontbijt deze richting werd ingezet. Het was wat zoeken in Trujillo voor we de juiste afslag hadden. Iets buiten Belen begint een uitgestrekte vlakte. We zagen al gauw Grote Trappen, maar behoorlijk ver weg. Ook de ‘gewone’ soorten waren hier aanwezig, zoals Vale Gier, Zwarte Wouw, Kalanderleeuwerik en Theklaleeuwerik. We stopten om naar schildpadden te kijken, maar opeens schoot een Dwergarend, met in zijn poten een konijn, net voor ons weg. Als je dit toch kan fotograferen.
Een eind verderop weer een drinkpoel. Hier veel gezien, Bosruiter, Steltkluut, Wilde Eend, Kleine Plevier. Al kijkend bemerkten we aan de andere kant een Kuifkoekoek.
Terug zijn we via Garzias en Madronera gereden en hebben hier de boodschappen gedaan. We zouden naar het kasteel van Trujillo gaan, wat een geweldig uitkijkpunt is. Helaas was de weg afgesloten. Aan de andere zijde konden we ook niet komen, waardoor besloten werd om te gaan picknicken langs de weg naar Monroy. Een Aasgier en Slangenarend kwamen hier nog overgevlogen.
Al wandelend de omgeving verkend en bijtijds terug naar ons hotel. Een enkeling ging in de buurt nog rondwandelen. Achter ons hotel was volop de Wielewaal te horen, de Huiszwaluwen waren volop aan het paren.
Bij het avondeten werd Spaanse Cava geserveerd en bedankten we het bedienend personeel voor de goede zorgen. Op de vlakte van Belen hadden we een aantal Kwartels gehoord, die we eerdere dagen gemist hadden, zodat we op 154 soorten kwamen. Gauw naar bed, want morgen is het vroeg op om naar Lissabon te rijden.
Woensdag 26 april 2017
Keurig op tijd was iedereen uit bed gekomen en de drie busjes zetten koers op Lissabon. Enkele uren zouden we in het donker rijden. We hebben iets voorbij de Portugese grens een kop koffie gedronken om weer een beetje bij te komen. Het begon te schemeren. Keurig op tijd kwamen we aan op het vliegveld van Lissabon en konden we de auto’s inleveren. Ook nu weer een hoop gedoe. Maar uiteindelijk op tijd in het vliegtuig en naar Eindhoven.
We kunnen weer terugzien op een aantal mooie vogeldagen.
Waargenomen 154 soorten
01. Fuut | 28. Bruine Kiekendief | 55. Watersnip | 82. Kortteenleeuwerik | 109. Beflijster | 136. Ekster |
02. Dodaars | 29. Sperwer | 56. Kokmeeuw | 83. Kalanderleeuwerik | 110. Snor | 137. Blauwe Ekster |
03. Aalscholver | 30. Buizerd | 57. Geelpootmeeuw | 84. Rotszwaluw | 111. Graszanger | 138. Alpenkraai |
04. Woudaap | 31. Steenarend | 58. Kleine Mantelmeeuw | 85. Oeverzwaluw | 112. Cetti’s Zanger | 139. Zwarte Kraai |
05. Kwak | 32. Spaanse Keizerarend | 59. Lachstern | 86. Roodstuitzwaluw | 113. Grote Karekiet | 140. Kauw |
06. Koereiger | 33. Dwergarend | 60. Zwartbuikzandhoen | 87. Boerenzwaluw | 114. Kleine Karekiet | 141. Raaf |
07. Ralreiger | 34. Slangenarend | 61. Houtduif | 88. Huiszwaluw | 115. Orpheusspotvogel | 142. Huismus |
08. Kleine Zilverreiger | 35. Visarend | 62. Holenduif | 89. Duinpieper | 116. Provençaalse Grasmus | 143. Spaanse Mus |
09. Grote Zilverreiger | 36. Torenvalk | 63. Rotsduif | 90. Witte Kwikstaart | 117. Westelijke Baardgrasmus | 144. Rotsmus |
10. Blauwe Reiger | 37. Boomvalk | 64. Turkse Tortel | 91. Grote Gele Kwikstaart | 118. Grasmus | 145. St-Helena-fazantje |
11. Purperreiger | 38. Kleine Torenvalk | 65. Koekoek | 92. Iberische Gele Kwikstaart | 119. Zwartkop | 146. Vink |
12. Ooievaar | 39. Slechtvalk | 66. Kuifkoekoek | 93. Balkan Gele Kwikstaart | 120. Kleine Zwartkop | 147. Appelvink |
13. Zwarte Ooievaar | 40. Halsbandparkiet | 67. Dwergooruil | 94. Goudhaan | 121. Bergfluiter | 148. Europese Kanarie |
14. Lepelaar | 41. Rode Patrijs | 68. Steenuil | 95. Winterkoning | 122. Fitis | 149. Groenling |
15. Zwarte Ibis | 42. Kwartel | 69. Alpengierzwaluw | 96. Heggenmus | 123. Iberische Tjiftjaf | 150. Putter |
16. Flamingo | 43. Waterhoen | 70. Vale Gierzwaluw | 97. Roodborst | 124. Buidelmees | 151. Kneu |
17. Nijlgans | 44. Meerkoet | 71. Gierzwaluw | 98. Nachtegaal | 125. Pimpelmees | 152. Grauwe Gors |
18. Wilde Eend | 45. Purperkoet | 72. IJsvogel | 99. Gekraagde Roodstaart | 126. Koolmees | 153. Cirlgors |
19. Krakeend | 46. Grote Trap | 73. Bijeneter | 100. Zwarte Roodstaart | 127. Zwarte Mees | 154. Grijze Gors |
20. Bergeend | 47. Kleine Trap | 74. Scharrelaar | 101. Paap | 128. Staartmees | 155. |
21. Grijze Wouw | 48. Griel | 75. Hop | 102.Roodborsttapuit | 129. Boomklever | 156. |
22. Zwarte Wouw | 49. Steltkluut | 76. Draaihals | 103. Tapuit | 130. Spaanse Klapekster | 157. |
23. Rode Wouw | 50. Vorkstaartplevier | 77. Grote Bonte Specht | 104. Rode Rotslijster | 131. Boomkruiper | 158. |
24. Aasgier | 51. Kleine Plevier | 78. Veldleeuwerik | 105. Blauwe Rotslijster | 132. Roodkopklauwier | 159. |
25. Monniksgier | 52. Groenpootruiter | 79. Boomleeuwerik | 106. Merel | 133. Zwarte Spreeuw | 160. |
26. Vale Gier | 53. Oeverloper | 80. Kuifleeuwerik | 107. Zanglijster | 134. Wielewaal | 161. |
27. Grauwe Kiekendief | 54. Bosruiter | 81. Thekla Leeuwerik | 108. Grote Lijster | 135. Gaai | 162. |