Excursie naar Pier van IJmuiden 2018
Tussen het kersteten en de nieuwjaarsborrel in had de Vogelwacht een excursie gepland naar de Pier van IJmuiden. Helaas waren we maar met zes personen eigenlijk veel te weinig voor zo’n excursie. Ik wil jullie hierbij oproepen om toch eens vaker mee te gaan met een excursie. Het bestuur maakt er elk jaar veel werk van en dan zijn zes personen van een club met meer dan 370 leden toch te weinig. Welnu, wat heb je gemist want het was een excursie die zeer de moeite waard was. Al meteen op de pier aankomend zagen we jonge en adulte Drieteenmeeuwen vliegen. Een aantal op enkele tientallen meters van ons vandaan. Rond de pier was een hele groep Drieteenmeeuwen aan het jagen. Naar schatting enkele honderden Drieteenmeeuwen hebben we gezien van begin tot einde pier toe. Ik kom er nu al jaren en het is voor mij de eerste keer dat we ze zo massaal hebben gezien. Mooi kon je de juveniele Drieteenmeeuwen herkennen aan de zwarte V die over de vleugel loopt. Het herkennen van een adulte Drieteenmeeuw is iets moeilijker, de soort lijkt oppervlakkig wel op een Kokmeeuw maar een volwassen Drieteenmeeuw heeft volledig zwarte vleugeltippen aan onder- en bovenzijde terwijl een Kokmeeuw aan de onderzijde zwart met witte vlekken heeft. Bovendien is de snavel van een Drieteenmeeuw geel van kleur en die van een Kokmeeuw zwart met rood. Langs de vloedlijn zagen we uiteraard weer een grote groep Drieteenstrandlopers. In de winter kun je deze soort vrijwel aan elke kust in elk land zien. Tussen de betonnen blokken vlogen enkele Oeverpiepers en ook een Graspieper. De Oeverpieper heeft donkere poten t.o.v. de Graspieper maar is ook herkenbaar aan zijn geluid. De Oeverpieper hoor je maar een keer piepen terwijl een Graspieper meestal twee tot drie piepjes laat horen. Naast de piepers zagen we ook verschillende keren de Steenlopers rondscharrelen. Doordat ze in het hoge noorden broeden kennen ze nauwelijks het gevaar van de mens en ze zijn dan ook van dichtbij te benaderen. Pas aan het einde van de pier zagen we de Paarse Strandlopers die je hier altijd ’s winters kunt zien. De meeste Paarse Strandlopers die je hier ziet broeden in de zomer op Spitsbergen, dus ook deze soort heeft al gauw een afstand overbrugd van enkele duizenden kilometers, veelal over zee. Van dichtbij zagen we ineens een Kuifaalscholver. Doordat er ook Aalscholvers zaten kon je het verschil zien maar het blijft toch moeilijk om de Kuifaalscholver te onderscheiden van de Aalscholver. De kuif is geen kenmerk want in de winter heeft de Kuifaalscholver geen kuif. Van tevoren zagen we al een jager langskomen die ik voor Kleine Jager had gehouden maar later zagen we dit exemplaar dichterbij en kon je goed dat het een Grote Jager was. Dit werd nog eens bevestigd door een aantal vogelaars die bij ons stonden op de kop van de pier. We genoten niet alleen van de vogels want plotseling zagen we twee Bruinvissen die zich een aantal keren lieten zien en even later zagen we ook een Grijze Zeehond. Verder kwam er elke minuut een Roodkeelduiker langs, diverse groepen Jan van Genten, Zwarte Zee-eenden en een groepje Grote Zee-eenden. Ook zagen we enkele keren een Zeekoet, Middelste Zaagbekken en Eiders. Eigenlijk veel zee gerelateerde vogels die wij in Uden nooit zien. Isidro zag op Waarneming.nl dat er ook een Kleine Burgemeester in IJmuiden werd gezien maar dit exemplaar zat bij de noordpier. Dit klinkt dichtbij maar hiervoor moet je de Velsertunnel door. We hadden toch nog tijd genoeg over dus besloten we om dit te doen. Het duurde nog meer dan een half uur voordat we uiteindelijk bij de noordpier aankwamen. Op Waarneming.nl kon je zien dat de Kleine Burgemeester in een waterbassin van Tata Steel zat. Rond dit waterbassin lag een hoge dijk maar gelukkig was er een trap met een uitzichtpunt en konden we de Kleine Burgemeester zien. Het is een grote meeuw die geheel wit van kleur is en daarom toch wel opvalt als je die ziet tussen andere meeuwen maar nu werd het ons gemakkelijk gemaakt want het was de enige meeuw die er rondliep. Na het halen van een telescoop hebben we met zijn allen de Kleine Burgemeester nog eens goed kunnen aanschouwen. Alleen aan de grootte kun je zo’n beetje het verschil zien tussen een Kleine- en een Grote Burgemeester, verder lijken ze precies eender. De Kleine Burgemeester broedt op Groenland en is daardoor in Nederland nog zeldzamer dan de Grote Burgemeester die in noord Noorwegen, Spitsbergen broedt. Toen we terugliepen naar de auto’s begon het te regenen en was het besluit vlug genomen om niet nog verder te gaan vogelen. Tegen half vijf in de middag waren we weer terug in Uden. Zoals al gezegd een mooie dag met veel zee-soorten die je niet regelmatig bij elke excursie ziet.
John Hermans