Vogelwacht Uden goes Turkije
Inleiding
Alvorens van dag tot dag door te nemen wat we meegemaakt hebben, eerst iets over Turkije. Turkije ligt voor een stukje in Europa en de rest behoort tot Azië. Turkije heeft een oppervlakte van 783.562 km². De Turkse grens heeft een totale lengte van 2.627 km, waarvan met Armenië 268 km, Azerbeidzjan 9 km, Bulgarije 240 km, Georgië 252 km, Griekenland 206 km, Iran 499 km, Irak 331 km, Syrië 822 km. De kustlijn is 7.200 km lang. Het hoogste punt van Turkije is de berg Ararat, met een hoogte van 5.165 meter. De hoofdstad Ankara telt 4,1 miljoen inwoners en is daarmee de op een na grootste stad van Turkije; alleen Istanboel met 12,5 miljoen inwoners is groter.
Flora en fauna
Het Pontisch Gebergte in het noordoosten van Turkije rijst tot zo'n vier kilometer nabij de Kaçkar pieken. Deze uitloper van de Kaukasus kent een immense diversiteit aan flora en fauna zoals inheemse bloemen en insecten. In de schaars bewoonde bossen onder de boomgrens leven onder meer bruine beren, herten en wolven. De flora van Turkije is buitengewoon rijk. Volgens een recente lijst komen er 9.222 verschillende soorten hogere planten voor. Dat kan alleen worden verklaard in samenhang met het scala aan geïsoleerd liggende gebergten die als eilanden boven de tussenliggende (hoog)vlakten uitsteken. Die hoogvlakten zijn ook maar gedeeltelijk in cultuur gebracht, hoewel de afname van de oppervlakte aan 'woeste grond' snel verloopt. Maar Turkije bezit op veel plaatsen nog uitgestrekte moerassen met vele soorten gladiolen, lelieachtigen en lipbloemigen. Op drogere plaatsen komen we de 391 soorten van het geslacht Astragalus tegen, dit zijn vlinderbloemigen die meestal gekromde kleine peultjes hebben. Ook verder zijn de vlinderbloemigen uiterst talrijk. Verder zijn distels in een ongelooflijke variatie en in de prachtigste kleuren gewoon. Toortssoorten zijn er tientallen terwijl ook klaversoorten zeer verspreid zijn. De klokjesbloemenfamilie is door veel diep- en hemelsblauwe soorten vertegenwoordigd, net als die van de gentianen. Zeer soortenrijk zijn ook de orchideeën en de bolgewassen waaronder meerdere soorten tulpen. Nederland mag zichzelf dan als tulpenland beschouwen, alle tulpen die in Nederland worden gekweekt vinden hun oorsprong in Turkije en de aangrenzende landen. Bolgewassen zijn namelijk bij uitstek verbonden met drogere streken en daartoe kun je Nederland moeilijk rekenen. De diversiteit aan klimaten die Turkije heeft is natuurlijk ook een belangrijke factor voor de verscheidenheid aan plantensoorten; verder telt ook mee dat Turkije nooit onder een ijskap heeft gelegen zoals Nederland wel meemaakte. Weliswaar zijn de gletsjers in de bergen in die periode zeker groter geweest dan nu, maar de laaglanden en een groot deel van de hoogvlakten zijn steeds ijsvrij gebleven. Ook het feit dat de gebergten van Turkije geen gesloten muren vormen maar juist veel 'hiaten' vertonen zorgde dat planten uit allerlei streken vrij makkelijk naar Turkije konden migreren. De fauna van Turkije is nog niet uitputtend onderzocht hoewel de laatste vijftig jaar belangrijke vorderingen zijn gemaakt. Grote zoogdieren en vogels die elders zeer zeldzaam zijn vindt men nog wel in Turkije, hoewel ook zij steeds meer onder druk staan: Europese wolf, Bruine Beer, Vale Gier, Lammergier, Steenarend, Lannervalk en Oehoe zijn enkele voorbeelden. Langs rivieren in het noordoosten vindt men de Reuzenstern, terwijl in de meer mediterrane gebieden Scharrelaar, Hop, Bijeneter en meerdere soorten IJsvogels voorkomen. Turkije is rijk aan vlinders en er komen talloze insecten voor. Turkije is zo groot dat we maar een stukje gezien hebben. We hebben de zuidelijke kuststreek bezocht.
Dinsdag 9 april 2013 (dag 1)
We vertrokken iets voor achten vanaf de Groenhoeve naar Eindhoven. Niet iedereen kwam naar Uden, een heleboel deelnemers gingen rechtstreeks naar Eindhoven. Keurig op tijd konden we om tien uur de lucht in met Corendon. De drieënhalf uur durende vlucht bracht ons in Antalya. In Turkije is het een uur later dan in Nederland, het was dus al aardig in de middag. Wij moeten een visum kopen, wat toch weer de nodige tijd in beslag neemt en geld inwisselen. Turkije heeft geen euro’s maar Turkse lira’s.
Buiten gekomen zagen we de huurfirma al staan waar we de busjes besteld hadden. Drie al wat afgetrapte Hyundai busjes stonden gereed, met gordijntjes!! De chauffeurs Koos, Peter en Jan-Willem namen plaats achter het stuur. Ook hadden we weer onze portofoons bij ons, zodat we onderling in contact stonden. Het was maar goed dat we in negenpersoons busjes met zeven of acht personen zitten, anders had de bagage er niet bij gekund. Na het voltanken van de auto’s kon het avontuur echt beginnen. We reden de kustweg richting Alanya. Na Serik ligt een rivier de Köpru Irmagi. Hier hebben we onze eerste stop gemaakt, bij een soort vuilnisbelt.
De Arabische Buulbuul liet zich hier mooi zien, maar ook Kuifleeuweriken, Cettis Zanger, Paap en Groenling. Uiteindelijk bereikten we Tasagil, waar bij een olijfgaard mooie soorten te zien moesten zijn. Het viel echter tegen, zodat we gauw verder reden naar het einddoel Akseki. Akseki ligt in de bergen. De weg liep dan ook behoorlijk op en was voorzien van de nodige bochten. Iets na acht uur bereikten we in het donker Akseki. Aan een wandelaar gevraagd, zo goed als het kon, waar het hotel lag. Meteen werd in de auto gesprongen en meneer leidde ons tot voor aan het hotel. We werden hartelijk ontvangen. Na de verfrissing konden we aan het avondeten beginnen, met bier en wijn. Iets wat nog behoorlijk stof deed opwaaien, maar hierover later meer. De lijst doorgenomen kwamen we toch al op dertig soorten.
Woensdag 10 april 2013
’s Morgens bij het ontbijt hoorden we al enthousiaste verhalen van onze vroege opstaanders.
Zo zijn de Rotsklever en Palmtortel in het dorp te zien. Na de nodige inkopen bij de plaatselijke supermarkt konden we vertrekken. Deze had twee flessen water, zodat bij een ander winkeltje de rest werd ingeslagen. We reden Akseki uit om bij het Torosrestaurant een weggetje rechts in te slaan. We zagen al heel snel een Bruinkeelortolaan.
Deze moest uiteraard op de foto gezet worden. Iets verderop zat een Ruppels Grasmus, ook deze hebben we prachtig kunnen bewonderen. Verderop kwamen we bij een kerkhof. Het schijnt dat kerkhoven, zeker in zuidelijke landen zeer vogelrijk zijn. Hier hebben we halt gehouden. In en rond het kerkhof zagen we onder andere Kleine Bonte Specht, Boomleeuwerik, Bergfluiter en Paap.
We reden terug en gingen links de grote weg weer op. Dit is de weg naar Konya. Bij een waterpunt zijn we linksaf gegaan en moesten bij een pad uitkomen. We weten niet of we het juiste pad gevonden hebben, we hebben in ieder geval een mooie wandeling gemaakt door het sparrenbos. Op een gegeven moment meenden we de Boomleeuwerik te horen, dit bleek echter het geluid te zijn van de Rotsklever, die boven in de boom uiteindelijk te zien was. Ook de Bonte Tapuit kwamen we hier tegen. Terug bij een grote open plek hebben we ons brood opgegeten. Boven ons riepen de Raven. Besloten werd om terug naar Akseki te gaan. Na de rij coniferen rechtsaf rijden we over een weg die iets buiten Akseki leidt naar een steengroeve. Hier zagen we meteen een Blauwe Rotslijster en een Oostelijke Blonde Tapuit.
Ook de Roodkopklauwier liet zich hier zien. Verder rijdend gaat de weg steeds hoger en zien we warempel hier en daar wat sneeuw liggen. Bij een wandeling door een bos krijgen we de Sneeuwvink in het vizier. Dit schijnt de oude weg naar Konya te zijn, die nu niet meer in gebruik is. We besloten om terug te rijden en nog even bij de steengroeve te kijken. Diverse Raven zaten hoog in de lucht, maar ook een Slangenarend liet zich mooi zien, hangend in de wind.
In Akseki moesten we uiteraard de begraafplaats gaan bekijken. Er was niet veel te zien, echter de weilandjes net buiten Akseki waren veel interessanter, we begonnen met een Steppekiekendief, waarbij de boa (donkere aftekening langs de hals) prachtig te zien was. Even later hoorden we de Orpheusgrasmus zingen en ook de Rouwmees liet zich hier zien.
Moe maar voldaan gingen we tegen de schemer naar ons hotel. Na het eten werd weer de balans opgemaakt. We zijn op 74 soorten uitgekomen.
Donderdag 11 april 2013
Voor het ontbijt zijn we nog even het dorpje doorgelopen. De Palmtortels waren weer mooi te zien en ook de Rotsklever. Na het ontbijt moesten we de consumpties nog afrekenen. Dit was niet mis, maar liefst € 592,- moest ik betalen. Een pilsje voor € 5,-!! We reden terug naar de kust om hierna de kustweg te volgen, een lange rit met niet zo veel vogels. Onderweg nog een heleboel bananen ingekocht langs de weg. Wel hebben we langs de zee in een parkje gepicknickt. Het weer was intussen prachtig geworden, zonnig en warm. De weg was vol bochten en berg op berg af. Het schoot niet op. Ze zijn hier wel bezig met een nieuwe weg, zodat dit in de toekomst sneller gaat. Laat in de middag bereikten we Tasucu. We reden eerst het hotel voorbij om meteen een blik op te vangen van de Goksu delta. Iets voorbij Tasucu gaan we rechtsaf en rijden door een vakantiedorpje. Hierna begint het mooi te worden. We rijden door tot aan de zee en zetten de auto’s aan de kant om een eind te lopen. Bij een kleine waterplas zien we Strandplevieren en Kleine Strandlopers. Een koppeltje Casarca’s vliegt voorbij.
Een paadje door het riet leidt ons naar een prachtige vogelkijkhut. Voordat we er zijn horen we volop de Arabische Buulbuul en de Gestreepte Prinia. In de hut krijgen we een Woudaap te zien, die vanuit het riet opvliegt. Ook de Ralreiger, Blauwe Reiger, Purperreiger en Kleine Zilverreiger hebben we van hieruit gezien.
Een prachtige locatie. Ook de eenden waren goed vertegenwoordigd, wat te denken van Wilde Eend, Slobeend, Zomertaling, Wintertaling, Krooneend, Tafeleend, Kuifeend en Witoogeend. We gingen naar ons hotel. Een uitgebreid lopend buffet was voor ons ingericht. Het eten smaakte uitstekend. De balans werd weer opgemaakt, het aantal soorten is gestegen naar 119 soorten.
Vrijdag 12 april 2013
Voor het ontbijt werd er al weer gevogeld.
Aan de pier zitten Kuifaalscholvers. Na het ontbijt zijn we de Goksu delta weer in gegaan. Voordat we hier naar toe gingen hebben we nog inkopen gedaan voor de middaglunch. Maar liefst vijftien mikken (broden, red.) werden ingeslagen. We probeerden een weg in te komen langs een rietkraag. Deze weg hebben we niet gevonden. We zijn te ver doorgereden. Het eerste gedeelte van de Goksu delta is compleet ingenomen door de landbouw. Een grootschalig gebied, waar helaas nog veel met gif wordt gespoten. Toch zagen we verschillende vogels, De Gestreepte Prinia was overal te horen en soms te zien. En wat te denken van Huiszwaluw, Boerenzwaluw, Roodstuitzwaluw, Gierzwaluw en Alpengierzwaluw. Ook zagen we diverse Grauwe Kiekendieven jagen boven het land en Zwarte Wouwen.
We wisten niet meer waar we zaten maar het was in de buurt van het moeras. De landbouw was hier wat armoediger en derhalve de natuur nog mooier. Tussen de Ooievaars ook diverse Zwarte Ooievaars, Buizerden en veel valken bij elkaar. Ze waren nog veraf en eerst dachten we aan Roodpootvalken, echter toen ze wat dichterbij kwamen bleek het om Kleine Torenvalken te gaan.
Deze jagen altijd in groepen bij elkaar. We kwamen langs een tentenkamp. Het zag er erbarmelijk uit, het bleek om vluchtelingen te gaan uit Syrië. Deze vluchtelingen proberen hier wat geld bijeen te scharen door mee te helpen met aardbeipluk. Ondanks dat het er niet uitzag, zagen we wel dat elke tent een schotelantenne heeft. Uiteindelijk kwamen we in Kurtulus en wisten we weer waar we zaten. In Kurtulus kwam onder luid getoeter een bruidsgezelschap langs toen we een ooievaarsnest met jongen aan het fotograferen waren.
Ook het Steenuiltje kregen we hier mooi te zien. Van hieruit zijn we naar de kust gereden. Aan de kust zat een grote kolonie Oeverzwaluwen. Ook kwam er mooi een Kwak voorbij gevlogen.
Terug zijn we via een vissersdorpje langs de Paradeniz Golu gereden. In het vissersdorpje zagen we mooi een nest van Spaanse Mus. Spaanse Mus© Vogelwacht Uden e.o. Iets verderop een Gele Kwikstaart, hier zat ook de Dombrowski bij.
Een ondersoort die voornamelijk in Roemenië voorkomt en nu op doortrek is. We zien ook vele Balkankwikstaarten. Dit is de kwikstaartsoort die hier het meeste voorkomt. Langs de plas opeens Regenwulpen, Sporenkievit, Groenpootruiter, Poelruiter en Kleine Zilverreiger.
Bij een niet afgebouwd hotel hebben we ons middageten genuttigd. De vijftien mikken waren in een mum van tijd op. De natuur maakt hongerig. Tijdens het eten werden we gestoord door Grielen die voorbij vlogen. Ook zagen we hier veraf enkele Flamingo’s door het water waden. We vervolgden het pad. Bij een brugje gestopt. Hier liet de IJsvogel zich mooi zien. Langs de Akgol gereden, een andere plas in dit gebied. Hier zeer veel Sporenkieviten. Gestopt bij een uitkijkhut. Dit bleek niet zo interessant te zijn. John wist te vertellen als we doorrijden komen we weer bij de uitkijkhut waar we gisteren veel gezien hebben. Zo gezegd, zo gedaan. Deze uitkijkhut geeft uitzicht over de Akgol. Veel soorten gezien. Kwak, Roze Pelikaan, diverse eenden, Grijskoppurperkoet. Opeens zagen we enkele vogels opvliegen uit het moeras. Dit bleken Zwarte Frankolijns te zijn.
Dit is een patrijsachtige die broedt op droge grasvlakten in nabijheid van water. In het riet weer veel Gestreepte Prinia’s. Het begon weer te schemeren, zodat we richting hotel moesten. Ook vanavond was het buffet uitstekend. De stand werd weer opgemaakt en kwam op 155 soorten.
Zaterdag 13 april 2013
Vandaag gaan we naar het oostelijkste punt van onze reis, Birecik. Alvorens dit te doen besloten we toch nog de moeraskreek in de Goksu delta te bezoeken. Deze kreek hadden we een dag van te voren gemist en blijkt toch zeer aantrekkelijk. Nu hadden we de juiste afslag wel snel gevonden. In het begin reden we langs een vuile sloot. Hier zaten veel Waterhoentjes. Hoe verder we reden hoe schoner en mooier de kreek werd. Langs een vissershutje met een gevaarlijke hond belandden we op het eindpunt van de kreek. We hoorden en zagen Snor, Rietzanger en Kleine Karekiet. Bij het wegrijden meende Marc nog een Zwartkoprietzanger gezien te hebben.
Een zeldzame soort die hier te zien moet zijn. Er is een foto van gemaakt, echter op dat moment hebben we er niet veel acht op geslagen. Bij thuiskomst bleek het wel degelijk om een Zwartkoprietzanger te gaan. Iets terugrijdend zagen we mooi in de rietkraag het Klein Waterhoen. Langs het vissershutje zijn we naar rechts gegaan. Dit zandpad bracht ons naar een viskwekerij. De viskwekerij was een ideale plek voor Blauwe Reiger, veel Ralreigers en ook een Dodaars was aan het snoepen. Het was tijd om de grote weg te volgen naar Mersin en Adana. Iets voorbij Silifke hebben we in een grote supermarkt weer proviand ingeslagen voor de middag. Hier verkochten ze zelfs Calvé pindakaas. Onderweg moesten we bij een militaire post ons paspoort nog laten zien. Bij Mersin konden we de autosnelweg op. Wel moesten er eerst kaartjes gekocht worden. Een vreemd systeem hebben ze in Turkije. Gelukkig schoot dit gedeelte wel op. Iets voor Gaziantep zijn we de snelweg afgegaan om naar Durnalik te gaan. Vlak voor Durnalik hebben we kans op de Grote Rotsklever. We stappen uit de auto en zien al snel een Rotsklever. Na goed kijken blijkt het inderdaad een Grote Rotsklever te zijn. Deze is groter dan de Rotsklever en heeft een zwaardere snavel. De zwarte oogstreep is duidelijker aanwezig en is breder achter het oog. Bij de Rotsklever versmalt dit. We wandelen een dal in en zien veel Braamsluipers. Opeens horen en zien we de Perzische Roodborst. Een prachtig gekleurde vogel. Hierna staat Yesilce op het programma. Een boerendorpje in de heuvels. We halen een tractor in volgeladen met takken. We missen in het dorpje de juiste afslag. Wel voor het dorpje hebben we weer zicht op een schitterende Perzische Roodborst en een Rouwmees.
We moeten weer verder om ons hotel in Birecik te bereiken. In het donker komen we hier aan. Iedereen neemt zijn kamer in. Het eten doen we bij het restaurant van de buurman. We krijgen een plek op het dak. Het weer is goed, alhoewel het na een tijdje toch fris werd. We zitten hier in een zwaar moslimgebied. Er wordt geen bier of wijn geserveerd. Het traditionele Ayran (een soort yoghurtmelk) is hiervoor een vervanger. Na het eten werd weer de stand opgemaakt. Deze komt uit op 164 soorten. We gaan naar bed, maar slapen slecht. Het lawaai van de stad en de weg langs het hotel spelen ons parten.
Zondag 14 april 2013
Het ontbijt was ook bij de buurman. We hoorden al veel verhalen van onze vroege vogelaars. We zitten vlak bij de Eufraat. Langs de Eufraat hebben ze Dwergaalscholvers, Kwakken en een koppeltje Moabmussen gezien. Na het uitgebreide Turkse ontbijt zijn we eerst naar het Ibiscentrum gegaan wat aan de overkant van de oevers van de Eufraat gevestigd is. Dit centrum herbergt een kolonie Heremietibissen. Buiten Marokko komt deze soort niet meer voor.
Hier worden ze echter in ‘semi’-gevangenschap gehouden. De vogels kunnen vrij broeden, maar in oktober wordt hun belet om naar het zuiden te trekken. In het voorjaar worden ze weer vrij gelaten en kunnen ze weer broeden. Een enkeling wordt wel vrijgelaten, deze gaat op trek, maar keer op keer worden deze geschoten of vergiftigd. Dit is ook de reden waarom deze vogels zo zeldzaam geworden zijn en men op deze manier de vogelsoort probeert te helpen.
Bij het centrum zijn broedhokken, waar je een kijkje kunt nemen en tevens ligt er een wadi, waar leuke waarnemingen gedaan kunnen worden. Hier broeden een aantal Heremietibissen in ‘vrijheid’. We werden in twee groepen gesplitst om de ibissen niet teveel te storen. De eerste groep ging de wadi in. Groep 2 ging een kijkje nemen bij de broedhokken en uiteraard werden er speldjes gekocht in de plaatselijke winkel om aan de verrekijker te hangen. Inmiddels hebben enkele van ons al een mooie verzameling. We gingen de wadi in en sommigen hadden niet goed geluisterd waar te lopen, dus deze schoven de wadi in. Een wadi is een uitgesleten droge rivierbedding. We zagen vrijwel meteen enkele broedende Heremietibissen. Hier zaten ook enkele Rotsmussen te broeden. Een prachtige zonnige wandeling volgde met veel waarnemingen. Koekoek, Kuifkoekoek, Zwarte Wouw en Arendbuizerd.
Iets verder in de wadi stonden een aantal struiken. Eerst zagen we een Bergfluiter, iets later hebben enkelen duidelijk de Menetries Grasmus (in oude boeken Menetries Zwartkop genoemd) gezien. Ook de Fitis werd hier gezien, echter toen dachten we nog dat het om een Bergfluiter ging. Ook hier bracht de foto nadien uitkomst en bleek het duidelijk om een Fitis te gaan. Het volgende punt zou Halfeti moeten zijn. We reden echter fout en kwamen bij een groot stuwmeer uit. Op het stuwmeer zaten enkele Visdieven en Dunbekmeeuwen.
Een snelle plons in het water bleek een Bonte IJsvogel te zijn. Helaas kort gezien en ook de enige van de hele reis. Het werd middag en de magen begonnen te knorren. In Birecik hebben we inkopen gedaan. We hebben wel moeten zoeken naar een supermarktje dat open was. Deze had echter niet genoeg broden, maar dit werd snel geregeld. Een kwartier later kwam er een jongen aan met twintig vers gebakken broden. Hier hebben we er vijftien van meegenomen. Nu vonden we wel de juiste weg naar Halfeti. Halverwege hebben we bij een begraafplaats onze lunch genomen. De stenen omrastering diende als tafelblad.
Een eind verder zijn we gestopt om de Kalanderleeuwerik goed te bekijken. We sloegen lukraak een weg in waarbij we de Finch’s Tapuit in het vizier kregen. Ook een Steenuil en de Perzische Roodborst werden hier gezien. Op de terugweg zaten een koppeltje Vale Woestijnvinken op de draad. De weg verder naar Halfeti is prachtig. Volop Scharrelaars waren hier te zien.
In Halfeti was het ontzettend druk. Het is zondag en waarschijnlijk was er een marktje. We besloten om gauw het dorpje weer uit te gaan. Iets buiten het dorpje zijn we gestopt. Volgens de reisbeschrijving konden we hier Huisgierzwaluwen tegenkomen. En jawel hoor, tussen de Gierzwaluwen, Huiszwaluwen, Boerenzwaluwen en Roodstuitzwaluwen zaten ook Huisgierzwaluwen. Een Gierzwaluwsoort met een witte stuit als bij de Huiszwaluw. Hoog in de lucht ook een Arendbuizerd en Sperwer. In Birecik zit op het terras van een café een Dwergooruil en soms zelf de Gestreepte Dwergooruil. Wij hiernaar toe. Echter de Dwergooruil was waarschijnlijk nog net niet terug. Deze soort overwintert in Afrika en komt half tot eind april hier terug. Na een opfrissing togen we weer naar ons restaurant om ook nu weer buiten te dineren. Wederom kwamen alle boekjes naar voren en werden alle waargenomen vogels van vandaag genoteerd. De stand is op 177 soorten gekomen. Het was vandaag rustiger al meenden enkelen dat ze bij de bruiloft die langs ons hotel gaande was, niet gemist mochten worden. Ze werden van harte welkom geheten. De meesten gingen echter bijtijds naar bed.
Maandag 15 april 2013
Vandaag vroeg op om nog even naar de oevers van de Eufraat te gaan. Via een stalen trappetje konden we op de brug naar beneden en bereikten we de oevers. Chris, Marc en Hans hadden de Moabmus al mooi in beeld. Na de nodige aanwijzingen zagen we deze mooi getekende mussensoort ook. Een hele kolonie Dwergaalscholvers en Kwakken nestelden in de bomen. Prachtig om te zien.
Na het ontbijt bij de buurman zijn we even Birecik ingegaan om weer voor de middag inkopen te doen. We hebben vandaag een rit van zo’n vijfeneenhalf uur voor de boeg. Het eerste gedeelte was weer over de snelweg en schoot goed op. Bij een noodzakelijke stop zagen we mooi een Vale Gier overvliegen. Ook dit was de enige die we helaas te zien kregen. We gingen weer de bergen in. Bij een prachtige picknickplek hebben we alles weer uitgesteld om te eten. Het weer was echter een stuk minder aangenaam. Vanmorgen vertrokken we nog in korte broek en T-shirt. Nu kon de warme jas weer aan. We reden al bijtijds Demerkazik binnen. Een klein bergplaatsje. We besloten om eerst naar de kloof te gaan. John was hier al meer geweest en wist een klein beetje de weg. Voor de kloof parkeerden we de auto’s en liepen zo de kloof in. Boven ons vlogen volop Rotszwaluwen en Alpenkraaien. Een aantal Alpenkraaien hadden een gele snavel en konden aangezien worden voor Alpenkauwen.
Dit zijn echter de jongen, die een gele snavel hebben. We zien hier ook weer een Grote Rotsklever en de Steenarend laat zich mooi zien. We zijn niet ver de kloof ingelopen, bij het teruglopen ontdekken we bij de ingang van de kloof een Roodvoorhoofdkanarie. Wat een prachtige vogel en wat doet deze zijn naam eer aan. We hebben de weilanden voor de kloof afgetuurd en het bleek dat er zelfs verschillende Roodvoorhoofdkanaries aanwezig waren. Er zijn mooie foto’s geschoten. In het dorpje was een weggetje waar, toen we er doorheen reden, waarschijnlijk een Grijze Gors wegvloog. Dus wij hier weer naar toe. En jawel, de Grijze Gors was mooi te zien. Ook een mooi op kleur Roodborsttapuit zat hier. En opeens vlogen daar twee Strandleeuweriken voorbij.
Op weg naar ons pension zagen we op een omgeploegd veld diverse Kortteenleeuweriken.
Bij het pension aangekomen werden we hartelijk ontvangen door Hasan Safak. Zijn oom heeft ook een pension, dat tegenover zijn pension ligt. We waren met teveel om allemaal in dit pension te verblijven, zodat er vier personen naar het andere Safak pension gingen. Wel dineerden we met zijn allen in de grote keuken. Een heerlijke maaltijd werd ons voorgeschoteld. De stand werd weer opgemaakt, deze bedroeg 188 soorten. We gingen allen vroeg naar bed, want morgenvroeg om vier uur zouden we gewekt worden om de berg op te gaan. Ook dit hotel werd verblijd met een sticker van de Vogelwacht!
Dinsdag 16 april 2013
Demerkazik ligt aan de voet van de berg Aladag. Deze berg is circa 3.800 meter hoog en wij worden met een platte kar tot zo´n 2.600 meter hoogte gebracht. Zoals vermeld begon de dag zeer vroeg. Om vier uur werden we gewekt, om om half vijf naar het dorpje te rijden, alwaar ons vervoer naar de berg klaar stond. Omdat we met een grote groep waren, zijn er twee tractoren gecharterd. De eerste kwam er aan. Er lagen enkele matrassen op en de snelste onder ons zaten al op de platte kar. Achteraf gezien niet zo slim, want de volgende tractor kwam eraan, voorzien van een platte kar met netjes bankjes om te zitten. Het was echter behoorlijk koud en stikdonker.
Al omhoog rijdend werd het weer slechter en slechter. Het begon redelijk te sneeuwen. Op een bepaald moment kon de tractor door de toen nog modderige weg niet goed omhoog komen en daarom werd ons verzocht een klein eindje te lopen tot een vlakker stuk. Dit klein eindje was echter een behoorlijke kuitenbijter en sommige personen konden dan ook nauwelijks dit beklimmen. Afijn na enig oponthoud konden we weer allen op de platte karren. Iets verder was de weg echter zo besneeuwd, er lag zo´n halve meter, dat de tractoren hier niet verder konden. Weer allemaal van de platte kar en weer lopend door de sneeuw. Dit stukje was gelukkig echter niet zo steil. De tractoren reden een andere route en namen ons een vijf- tot zeshonderd meter verder weer mee naar boven. Op circa 2.600 meter hoogte aangekomen, werden we gedropt. Het was inmiddels licht geworden. Deze Spartaanse tocht, tenminste onder deze condities, moest ons het Kaspisch Berghoen opleveren. Een hoenderachtige die hoog in de bergen leeft en `s morgens vroeg zijn baltsroep ten gehore brengt. We hebben de roep goed kunnen horen en een enkeling heeft een glimp van de vogel kunnen opvangen. Het duurde echter geen twintig minuten of we werden volkomen omringd door mist. Hierdoor zagen we maar enkele meters ver. Toch hebben we hier nog Alpenheggenmus, Sneeuwvink, Strandleeuwerik en de Rode Rotslijster gezien. Een grote groep ging weer met de platte kar omlaag, bij sommigen werd dit zelfs aangeraden te doen. Maar er moesten ook een aantal te voet naar beneden, waaronder ik. Spijt dat we dit gedaan hebben. Een zeer vermoeiende tocht omlaag, die bijna geen vogels opleverde, buiten de vijf Rode Rotslijsters op een grasveldje.
Wat een hoogtepunt van de reis zou moeten worden is door het weer enigszins tegengevallen. Toch had ik dit niet willen missen en er komt hopelijk nog eens een tijd dat we dit met mooi weer kunnen doen. Henk en Marc zijn halverwege nog uit de platte kar geklommen en hebben de verdere route ook te voet afgelegd. Achteraf hoorden we van Marc dat de herdershonden in een niet al te beste bui waren. Toch kwamen we allen heelhuids weer aan in het dorpje en zijn we met de auto´s naar het pension gereden. Iets voor de middag zaten we aan het ontbijt bij de warme kachel. Het weer was nog niet geweldig, maar het bleef redelijk droog. We besloten om met de auto´s naar een andere kloof te rijden. Voor Demerkazik rechts aanhouden. We stopten bij een watertje, echter was hier niet veel te zien. Iets verderop lag een grasveld. Dit was wel een geweldige plek. Bergkalanderleeuweriken lieten zich prachtig zien, de lichte onderzijde van deze soort viel op. Maar er zaten ook diverse Strandleeuweriken en ontzettend veel Sneeuwvinken, die als ze vliegen veel wit in de vleugels hebben. We reden met de auto´s de kloof in. We zagen een Aziatische Steenpatrijs. De weg was door de sneeuw en regenval in een modderbak veranderd. Het duurde dan ook niet lang of onze auto zat compleet vast in de modder. Maar goed dat we dan met velen zijn om gezamenlijk de auto weer op de juiste route te krijgen. We reden terug naar Demerkazik en besloten om weer een bezoek aan de andere kloof te brengen, die we gisteren ook al bezocht hadden. Maar alvorens hier naar toe te gaan zijn we iets verder gereden, waar ook een kleinere kloof was. We parkeerden de auto’s en liepen te voet naar de kloof. Ineens vloog een Rotskruiper ons voorbij. Bij slechter weer zitten deze niet in de kloof, maar aan de voet ervan. Ook de Finch’s Tapuit liet zich hier zien. Het zandpad verder gereden bracht ons alleen maar Tapuiten, zodat we weer zijn omgedraaid.
Ook bij de grotere kloof hadden we geluk en zagen mooi weer een Rotskruiper. Vanwege het slechter worden van het weer zijn we bijtijds naar het pension gegaan en hebben daar nog wat gerust alvorens te gaan dineren. De stand werd weer opgemaakt en we kwamen op 197 soorten.
Woensdag 17 april 2013
Vandaag hadden we weer een lange rit voor de boeg. Van Demerkazik reden we de bergen uit naar Eregli. Een grootschalig landbouwgebied. In de buurt van Eregli moesten de zoutmeren liggen. Deze zijn echter door irrigatie volkomen opgedroogd. Er vlogen enkele Kuifleeuweriken, verder was het niet bijzonder. Daarom werd koers gezet naar Konya. Voor Karapinar kwamen we echter door een adembenemend mooi gebied. In een klein dorpje werden de inkopen gedaan. Het hele dorp liep uit om ons gade te slaan. Op de elektriciteitsdraad zat mooi een koppeltje Spaanse mussen. Het gebied was oefengebied voor het leger. Maar we zagen al gauw veel Kalanderleeuweriken, Kortteenleeuweriken, Grauwe Klauwier, Roodkopklauwier, Ooievaars, Zwarte Ooievaar en Kleine Torenvalken.
Het was jammer dat we nog zo’n eind voor de boeg hadden. Dit gebied, een soort hoogvlakte was zeer de moeite waard. Het was er wel koud. Op de grote weg aangekomen naar Konya hebben we bij een tankstation ons brood gegeten. Via Konya zijn we naar Beysehir gegaan en kwamen we weer uit bij Akseki. Iets voor Akseki hebben we de traditionele groepsfoto gemaakt. Hier was het al weer iets warmer. Zoetjesaan kwam de kust weer in beeld en ook het mooie weer. Tegen de schemer kwamen we in Antalya bij ons hotel White Boutique. Een prachtig hotel waar we zeer gastvrij werden onthaald. Het buffet dat voor ons gereed stond was verrukkelijk. Jammer dat we hier niet langer bleven. Ook hier werd de stand weer opgemaakt en waren er toch weer nieuwe soorten, zodat de teller op 201 soorten bleef steken. Iedereen ging bijtijds naar bed, want de andere morgen moesten we al om vier uur uit bed om naar het vliegveld te gaan.
Donderdag 18 april 2013
Vroeg op om naar het vliegveld te rijden. De auto’s werden weer ingeleverd. Uiteraard omdat we schade hadden, ging dit niet van een leien dakje. Het schadebedrag viel uiteindelijk mee. De douane ging ook gemakkelijk, zodat we iets voor tien uur alweer in Eindhoven stonden. Aan een geslaagde reis was een eind gekomen. Turkije is groot en we hebben veel gereisd. Jammer dat we in de bergen geen mooi weer hadden, dit had waarschijnlijk geleid tot meer vogels. Een reden om dit nog een keer te doen. Hierbij een opsomming van al onze vogels. Zoals gezegd meenden we 201 soorten te hebben, dat bleek uiteindelijk om 202 soorten te gaan. Aan het begin vragen we iedereen hoeveel soorten vogels we denken te zien. José heeft hierbij gewonnen met exact het aantal van 202 soorten geraden te hebben.
Vogelwaarnemingen
01. Fuut | 37. Wespendief | 73. Poelruiter | 109. Bergkalanderleeuwerik | 145. Snor | 181. Roek |
02. Dodaars | 38. Steppebuizerd | 74. Groenpootruiter | 110. Kortteenleeuwerik | 146. Zwartkoprietzanger | 182. Raaf |
03. Aalscholver | 39. Arendbuizerd | 75. Bosruiter | 111. Veldleeuwerik | 147. Grote Karekiet | 183. Bonte Kraai |
04. Dwergaalscholver | 40. Steenarend | 76. Oeverloper | 112. Boomleeuwerik | 148. Rietzanger | 184. Spreeuw |
05. Kuifaalscholver | 41. Slangenarend | 77. Witgat | 113. Kuifleeuwerik | 149. Kleine Karekiet | 185. Huismus |
06. Roze Pelikaan | 42. Visarend | 78. Dunbekmeeuw | 114. Strandleeuwerik | 150. Vale Spotvogel | 186. Spaanse Mus |
07. Woudaap | 43. Dwergarend | 79. Kleine Mantelmeeuw | 115. Oeverzwaluw | 151. Menetries Grasmus | 187. Ringmus |
08. Kwak | 44. Roodpootvalk | 80. Geelpootmeeuw | 116. Rotszwaluw | 152. Ruppells Grasmus | 188. Moabmus |
09. Ralreiger | 45. Torenvalk | 81. Lachstern | 117. Boerenzwaluw | 153. Orpheusgrasmus | 189. Rotsmus |
10. Koereiger | 46. Kleine Torenvalk | 82. Grote Stern | 118. Roodstuitzwaluw | 154. Braamsluiper | 190. Sneeuwvink |
11. Grote Zilverreiger | 47. Slechtvalk | 83. Visdief | 119. Huiszwaluw | 155. Zwartkop | 191. Vink |
12. Blauwe Reiger | 48. Vale Gier | 84. Dwergstern | 120. Graspieper | 156. Balkanbergfluiter | 192. Roodvoorhoofdkanarie |
13. Purperreiger | 49. Kaspisch Berghoen | 85. Witwangstern | 121. Roodkeelpieper | 157. Fitis | 193. Europese Kanarie |
14. Kleine Zilverreiger | 50. Aziatische Steenpatrijs | 86. Rotsduif | 122. Gele Kwikstaart | 158. Grauwe Vliegenvanger | 194. Groenling |
15. Ooievaar | 51. Zwarte Frankolijn | 87. Holenduif | 123. Balkankwikstaart | 159. Kleine Vliegenvanger | 195. Putter |
16. Zwarte Ooievaar | 52. Fazant | 88. Houtduif | 124. Witte Kwikstaart | 160. Bonte Vliegenvanger | 196. Kneu |
17. Heremietibis | 53. Kwartel | 89. Turkse Tortel | 125. Arabische Buulbuul | 161. Baardman | 197. Kruisbek |
18. Zwarte Ibis | 54. Waterral | 90. Zomertortel | 126. Winterkoning | 162. Staartmees | 198. Vale Woestijnvink |
19. Lepelaar | 55. Klein Waterhoen | 91. Palmtortel | 127. Alpenheggenmus | 163. Rouwmees | 199. Rode Woestijnvink |
20. Flamingo | 56. Grijskoppurperkoet | 92. Koekoek | 128. Rosse Waaierstaart | 164. Zwarte Mees | 200. Grijze Gors |
21. Jan van Gent | 57. Waterhoen | 93. Kuifkoekoek | 129. Nachtegaal | 165. Pimpelmees | 201. Bruinkeelortolaan |
22. Casarca | 58. Meerkoet | 94. Dwergooruil | 130. Perzische Roodborst | 166. Koolmees | 202. Grauwe Gors |
23. Wilde Eend | 59. Scholekster | 95. Steenuil | 131. Gekraagde Roodstaart | 167. Turkse Boomklever | |
24. Pijlstaart | 60. Steltkluut | 96. Gierzwaluw | 132. Zwarte Roodstaart | 168. Grote Rotsklever | |
25. Slobeend | 61. Kluut | 97. Alpengierzwaluw | 133. Paap | 169. Rotsklever | |
26. Zomertaling | 62. Griel | 98. Huisgierzwaluw | 134. Roodborsttapuit | 170. Rotskruiper | |
27. Wintertaling | 63. Kleine Plevier | 99. IJsvogel | 135. Tapuit | 171. Boomkruiper | |
28. Krooneend | 64. Bontbekplevier | 100. Bonte IJsvogel | 136. Oostelijke Blonde Tapuit | 172. Wielewaal | |
29. Tafeleend | 65. Strandplevier | 101. Scharrelaar | 137. Finsch’Tapuit | 173. Grauwe Klauwier | |
30. Witoogeend | 66. Sporenkievit | 102. Hop | 138. Rode Rotslijster | 174. Roodkopklauwier | |
31. Kuifeend | 67. Kleine Strandloper | 103. Draaihals | 139. Blauwe Rotslijster | 175. Maskerklauwier | |
32. Grauwe Kiekendief | 68. Bonte Strandloper | 104. Groene Specht | 140. Merel | 176. Gaai | |
33. Steppekiekendief | 69. Breedbekstrandloper | 105. Syrische Bonte Specht | 141. Zanglijster | 177. Ekster | |
34. Bruine Kiekendief | 70. Kemphaan | 106. Middelste Bonte Specht | 142. Grote Lijster | 178. Alpenkauw | |
35. Zwarte Wouw | 71. Watersnip | 107. Kleine Bonte Specht | 143. Cetti’s Zanger | 179. Alpenkraai | |
36. Sperwer | 72. Regenwulp | 108. Kalanderleeuwerik | 144. Gestreepte Prinia | 180. Kauw |
Vogelwacht Uden e.o.