Vogelwacht Uden goes Noord-Spanje
Van woensdag 3 mei tot en met vrijdag 12 mei 2023 hebben 24 leden van Vogelwacht Uden Noord Spanje bezocht. Op 11 april begon de voorpret al met het uitdelen van de reisfolder, waarin van dag tot dag is aangegeven welke gebieden we gaan bezoeken en wat voor vogels we er eventueel kunnen tegenkomen. Alvorens van dag tot dag de belevenissen door te nemen, eerst iets over het gebied het Cantabrisch gebergte waar we geweest zijn.
Cantabrisch Gebergte
Uitgezonderd Zwitserland is Spanje het hoogstgelegen deel van Europa, met een gemiddelde hoogte van 600 meter. Het Cantabrisch Gebergte (Spaans: Cordillera Cantábrica) is een gebergte van ongeveer 300 km lang in het noordwesten van Spanje. Het strekt zich uit van het oosten van Galicië tot het westen van de Pyreneeën (en deels door Baskenland). Het gebied is bekend vanwege de goede wandel- en klimmogelijkheden. Er zijn ook plaatsen waar men 's winters kan skiën: Alto Campoo, Valgrande-Pajares en Manzaneda. De hoogste berg in het Cantabrisch gebergte is de Torre de Cerredo, 2648 meter hoog, gelegen in de Picos de Europa, op de grens van Asturië, Cantabrië en León. Het Cantabrisch Gebergte zorgt voor een sterk contrast tussen het groene Atlantische Spanje in het noorden en de droge Spaanse Hoogvlakte. De noordhellingen van het gebergte ontvangen veel frontale regen vanuit de Golf van Biskaje en de zuidhellingen liggen in de regenschaduw. Het Nationale Park Picos de Europa is ongekend mooi en biedt een aantal mooie vogelsoorten. Dankzij de kabelcabine bij Fuente Dé is het makkelijk om hoog in de bergen te komen en is er een kans om de Rotskruiper en Sneeuwvink te zien. Andere soorten van het park zijn Zwarte Specht, Middelste Bonte Specht en Beflijster. Ook kan de speciale Blauwborst gezien worden, hier leeft een ondersoort die geen rode of witte vlek heeft. Het is zelfs mogelijk om hier de Wilde Kat, Bruine Beer en Wolf te zien. Het park is zo’n 650 km2 groot. Het water heeft diepe dalen uitgeschuurd en daardoor zijn er vele kloven ontstaan. De hooilanden in de dalen herbergen zo’n 40 verschillende orchideeën. Het kan er ook in april nog wel spoken. De vogels zijn te vergelijken met die van de Pyreneeën, maar zijn makkelijker te bereiken. De drie hoogtesoorten Rotskruiper, Sneeuwvink en Alpenheggenmus zijn algemeen. Ook soorten als Rode Rotslijster, Alpenkraai, Alpenkauw, Waterpieper, Vale Gier, Steenarend, Dwergarend, Slangenarend, Aasgier, Havik, Sperwer, Torenvalk en Slechtvalk zijn goed aanwezig. Rotszwaluw, Alpengierzwaluw en Zwarte Roodstaart zitten graag bij de rotswanden. Waterspreeuw en Grote Gele Kwikstaart vinden we bij de snelstromende watertjes. De Lammergier is in de 20ste eeuw uitgestorven in Picos, maar doordat ze het de laatste tijd weer goed doen in de Pyreneeën zijn deze weer uitgezet. Zwarte en Middelste Bonte Specht vinden we in de bossen, het Auerhoen is echter zeer zeldzaam aan het worden. Roodkopklauwier, Draaihals en Bonte Vliegenvanger zijn vogels van de valleien, evenals Bijeneter en Wielewaal.
Woensdag 3 mei
22 deelnemers stonden om 16.00 uur gereed bij Eindhoven Airport. Helaas konden John en Jan-Willem door omstandigheden hier nog niet bijzijn. Ze zouden zaterdag aansluiten bij de groep. Na een voorspoedige vlucht kwamen we in Bilbao aan. Echter hier begon het vervelend te worden. De gereserveerde drie busjes konden door allerlei oorzaken niet uitgeleverd worden.
Uiteindelijk zijn we met een aantal taxi’s naar hotel Adeko gereden, aan de rand van Bilbao en hebben zeer laat gegeten.
Donderdag 4 mei
De voormiddag stond in het teken van auto’s regelen. Dit viel niet mee, maar uiteindelijk werden toch 6 auto’s gevonden. De rest van de groep was aan het vogelen in de schitterende omgeving van het hotel. De eerste Vale gieren, Aasgieren, Monniksgier en Dwergarend waren reeds gezien. Tot overmaat van ramp had Jos gisteren ook nog zijn telefoon in de taxi laten liggen. Bij het ophalen van de auto’s in de buurt van het vliegveld, werd deze weer terugbezorgd aan Jos door de taxichauffeuse.
Rond half 3 konden we vertrekken. Het was een wat bewolkte dag waarbij af en toe de zon nog doorkwam. De omgeving was een mooi heuvelachtig terrein waarbij we de eerste Zwarte Wouwen over zagen komen. Bij een eerste koffiestop waarbij we genoten van onze eerste buitenlunch kwam nog mooi een Buizerd en Ooievaar laag over.
We moesten nog een flink stuk rijden waarbij het landschap steeds grilliger en de bergen hoger werden. Na een 2 uur rijden besloten we toch een plaspauze te nemen. Natuurlijk op een mooie locatie waar we ook even rond konden vogelen. Turkse Tortels werden genoteerd, evenals een zingende Cetti’s Zanger.
Een baltsende Dwergarend gaf ook een leuk showtje weg. In de verte zaten wat Turkse Tortels op een draad en een wat kleinere duif ernaast. Jawel dit was een Zomertortel, wat een van de weinige was die we deze reis hebben gezien. Ook in Noord-Spanje is het een soort die sterk achteruitgaat. De wegen werden smaller en het landschap steeds mooier. We reden door een kleinschalig landbouwgebied waarbij de Grauwe Gorzen hoorbaar waren. Ook enkele Grauwe Kiekendieven en Bijeneters werden er genoteerd. In de Populieren aan een waterstroompje hoorde we een Wielewaal roepen. In de schemer kwamen we aan bij ons hotel Teirra de la Reina. Na ons gesetteld te hebben in de kamers konden we aanschuiven voor het avondeten.
Natuurlijk werd er na het eten de soortenlijst bijgewerkt, we kwamen op 67 soorten.
Vrijdag 5 mei
Vandaag stond de tocht naar Fuente Dé op het programma. Met een kabelbaan worden we naar grote hoogte gebracht. Voor het ontbijt werd rond het hotel Teirra de la Reina rondgekeken. Het hotel lag in een klein dorpje Boca de Huérgano aan een snelstromend riviertje. De Rotsmus was al vroeg te horen, evenals de Zwarte Roodstaart.
Bij het bruggetje over de rivier zagen we Grote Gele Kwikstaart, Oeverloper en Rotszwaluwen. Na het ontbijt zijn we direct vertrokken richting Fuente Dé.
Het was er gelukkig niet erg druk zodat we vrijwel direct de kabelbaan op konden. Om de 5 minuten vertrok er een gondel met maximaal 20 personen. We konden dus in 2 gedeelten naar boven.
De gondels gaan redelijk stijl naar boven van 1000 meter naar 1800 meter. Boven aangekomen stond er een fris windje met een heerlijk verraderlijk zonnetje.
Al direct werden de Alpenkauwen gezien die al spelend met de wind af en toe naar de grond kwamen om wat broodresten van de toeristen mee te pikken.
In groepjes gingen we uiteen op zoek naar leuke bergsoorten. Zwarte Roodstaart en Waterpiepers zagen we al snel. Een vrouwtje Rode Rotslijster liet zich nog even mooi op een rotspunt zien.
De uitzichten die we hadden waren enorm mooi! Wat verderop zagen we een eerste Alpenheggenmus, dit was toch wel een doelsoort op deze hoogte. Er bleken er zelfs meerdere bij elkaar te zitten. De fotografen konden zich hier uitleven.
Een 6-tal werden er bij elkaar gezien. Al druk foeragerend en af en toe aan het zingen en zelfs tussen het foerageren door werd er nog gepaard. Naast de Alpenkauwen vlogen er ook enkele Alpenkraaien tussen.
Deze hebben opvallende rode snavels en poten. Een enkele Vale Gier en Aasgier werden er ook nog gezien.
In een flits kwam een Lammergier voorbij gevlogen die slechts door enkele is waargenomen. Sneeuwvinken zaten er niet veel, maar werden natuurlijk wel op de foto gezet. Rond 4 uur vertrokken we weer met de kabelbaan naar beneden. Bij de auto’s zong nog mooi een Vuurgoudhaan en Europese Kanarie.
Op de terugweg naar het hotel zijn we op diverse plekken in de kloof stil gaan staan, op zoek naar de Rotsklever. We zagen wel Grote Gele Kwikstaart en Waterspreeuw, maar helaas geen Rotsklever te bekennen.
In één auto spotten ze een Wilde Kat die snel in de berm verdween. Bij het hotel aangekomen zijn er nog enkele doorgereden op zoek naar de Wilde Kat. Deze werd helaas niet gevonden, wel enkele Edelherten en een zingende Draaihals. We noteerden die avond 98 soorten.
Zaterdag 6 mei
Vandaag staat Monte de Riano op het programma. Voor het ontbijt het dorpje nog bekeken. Bij het watertje zit een Waterspreeuw. In het dorp veel Zwarte Roodstaarten, Grauwe Gorzen, Rotsmussen en een broedende Ooievaar. De zoektocht naar de Wilde Kat leverde helaas weer geen kat op.
Een Baardgrasmus was wel een nieuwe soort die we er prachtig zagen. We besloten om langs het stuwmeer te rijden. Hier zagen we een enkele Fuut, Aalscholver en een Knobbelzwaan. Een Bergfluiter liet zich fraai horen en ook zien.
Vanuit het stuwmeer zijn we westelijk gereden. Hier is een gebied met kleinschalige landbouw. Al snel zagen we een koppel Draaihalzen langs de weg zitten. Wat verderop zat hun nestholte in de boom.
Een Groene Specht liet nog van zich horen. Wat verderop zaten in een weiland wel 75 Alpenkraaien.
We reden vanuit hier een zandpad in. Naast dit pad in een Meidoorn zat een van de weinige Grauwe Klauwieren die we gezien hebben.
De weg liep helaas dood, waardoor we terug moesten rijden. Een 10km verderop was een wandelpad in een naaldbos. Hier aangekomen hoorden we al direct een Bergfluiter en een Boomkruiper zingen. De wandeling gaf naast mooie uitzichten niet veel vogelsoorten weer.
Bij de parkeerplaats zagen we een mooie Grijze Gors zitten.
Om ongeveer 13.00 uur kregen we bericht dat John en Jan-Willem onderweg waren van Bilbao naar Monte de Riano. Het duurde even, maar rond vieren haakten deze aan en was de groep compleet. Het weer was inmiddels een stuk slechter geworden. Veel regen en zelfs sneeuw was er gevallen. Besloten werd om naar het hotel te gaan. Het weer klaarde wat op. Bij Oseja de Sajambre hebben we een stop gemaakt. Hier nog mooi een Europese Kanarie en veel Rotszwaluwen gezien. Deze broeden hier in de steile rotswanden. Rond 21.00 uur gegeten in het hotel en hierna uiteraard gelijst.
De stand is op 110 soorten gekomen.
Zondag 7 mei
Vandaag weer een wisseldag. We gaan de Picos verlaten en rijden naar Somiedo. Maar na het ontbijt zouden we eerst nog naar Lago de Enol gaan. Ook nu weer rond het hotel veel vogels, zoals Zwarte- en Gekraagde Roodstaart, Rotsmus, Waterspreeuw en Grauwe Gors.
Voordat we wegreden moest echter eerst nog de mobiel van Isidro gezocht worden. Bij het zien van de Rotsmussen heeft hij deze verloren. Gelukkig konden we na een half uur toch richting Puerto del Ponton gaan. Er moest echter nog getankt worden in het dorpje Riano, gelegen aan het stuwmeer. Er zaten enkele Aalscholvers op het meer en veraf op een rotspunt waren enkele Vale Gieren te zien. Op naar Lago. Onderweg zagen we wel borden met Vuelta de Femini, maar hebben daar geen acht op geslagen. Echter steeds meer auto’s die met wielrennen te maken hadden zagen we voorbijrijden. Bij de afslag naar Lago de Enol werd ons duidelijk gemaakt dat we hier niet naar toe konden. De finish van de Vuelta voor vrouwen was vandaag bij het Lago. Jammer, dus snel richting kust voordat we in deze wielertour terecht kwamen. We reden de N625 op richting Oviedo, echter werden we na een aantal kilometers naar de kant gedirigeerd, de ronde kwam hier voorbij. Het was rond de middag, dus hebben we van de nood een deugd gemaakt en zijn gaan picknicken.
Na anderhalf uur was de karavaan voorbij getrokken en konden wegzakten onze weg vervolgen. Via de A66 van Oviedo naar Villablino. We zijn niet meteen naar het hotel gegaan, maar wilden eerst naar het natuurcentrum. Het natuurcentrum was dicht, maar rond het natuurcentrum waren allerlei paden aangelegd. Het was een hele klauterpartij en er viel niet veel te zien. Het was dan ook al wat later op de middag en redelijk warm. Een Goudvink liet zich wel mooi zien, ook aan vlinders kwamen we niets te kort. De Rouwmantel liet zich op de foto zetten.
Aan de andere zijde van het plaatsje Villablino, wist John ons te vertellen, lag een mooi gebied. Bij de begraafplaats van Piedrafita de Babia hebben we onze auto’s gestald en zijn het open gebied ingelopen. We zagen vrijwel meteen een Tapuit en enkele Rotsmussen. Ook de Kneu vloog rond, maar op een stenen muurtje ontdekten we de Rode Rotslijster, een mannetje. Prachtig op kleur.
Maar ook Aasgier, Waterpieper en Gele kwikstaart, een prachtig gebied. Terug naar het Villablino, naar hotel la Branina, waarbij het niet meeviel om de auto te parkeren. De kok van het hotel was ziek, dus we konden in een restaurant iets verderop gaan eten. Het was een luidruchtig gebeuren met ons en enkele Spanjaarden. Er was ook nog keuze, maar het valt niet mee om voor 24 personen de juiste keuze uit te serveren. Afijn, we hebben goed gegeten. Sommigen weten nu hoe jonge Aaltjes smaken. We besloten wel om het lijsten in het hotel te doen, waar de akoestiek iets beter was. De teller is gekomen op 114 soorten.
Maandag 8 mei
Voor het ontbijt nog even het dorp doorgelopen. Niets bijzonders gezien. Na het rijkelijke (voor Spaanse begrippen) ontbijt hebben we eerst de boodschappen gedaan. Op het parkeerterrein van de supermarkt zagen we veel Gierzwaluwen of zijn het Vale Gierzwaluwen.
Het blijft moeilijk. Vandaag gingen we via Puerto de Somiedo, gelegen op 1848 meter hoogte richting Pola de Somiedo. Iets voorbij Caunedo zagen we een aantal Spanjaarden met telescoop naar de berghelling kijken. Gestopt en gevraagd wat er te zien was. Ze waren naar een berenhol aan het kijken en inderdaad zagen we, zei het veraf een Beer lopen.
We zouden naar Valle de Lago gaan, maar de Spanjaarden vertelden dat we eerst naar het verder gelegen Alto de Farapona moesten gaan. Een zeer mooie route met adembenemende landschappen. Onderweg ook veel vogels gezien, zoals Grote Gele Kwikstaart, Kneu en Alpenkraaien. Op een gegeven moment kwamen we een Franse groep tegen die ook naar beren op zoek waren. Ze hadden ze op een plek een klein half uur geleden nog gezien. Op dit moment echter niet. Op het eind van de weg, de top ligt een mooi wandelgebied naar Lago de Salienca. Hier wordt vaak de Rotskruiper gezien.
Helaas hadden we dit geluk niet, maar wel Rode Rotslijster, Heggenmus, Roodborsttapuit en broedende Rotszwaluwen.
Op de parkeerplaats teruggekeerd eerst de boterhammen genuttigd. We werden gadegeslagen door enkele Vale Gieren die over kwamen vliegen. We reden weer naar beneden en stopten uiteraard bij de plek waar eerder de Beren gezien waren. De Fransen waren weg, maar we hadden geluk. Twee mooi spelende jonge Beren waren door de telescoop te zien. Het was wel erg ver en voor sommigen is door een telescoop kijken een hele opgave.
Afijn iedereen heeft ze uiteindelijk gezien. We gingen terug naar de hoofdweg en toen richting Valle de Lago. Hier hebben we weer een stukje gewandeld, het was inmiddels aardig heet geworden.
We zijn dan ook niet bij het meer uitgekomen. Hoogtepunt van deze wandeling waren ongetwijfeld de twee Steenarenden, die redelijk dichtbij te zien waren. Wat een fantastische beesten om te zien. We gingen terug naar het hotel, maar hadden nog tijd om even bij de begraafplaats van Piedrafita de Babia een rondgang te maken. De Rode Rotslijster liet zich hier ook weer zien, evenals Gele Kwikstaart, Kneu, Grauwe Gors en een Aasgier die wel heel dichtbij kwam.
Ook nu was het diner een kakofonie aan geluid.
Het lijsten werd weer in het hotel gedaan, inmiddels is de teller gekomen op 119 soorten.
Dinsdag 9 mei
Vandaag gaan we weer verkassen. Het weer was wat minder. Na de boodschappen zijn we richting Aviles, de kust gereden. Voor het ontbijt zijn enkele fotografen nog naar de Rode Rotslijster geweest. Deze liet zich evenals een Tapuit mooi op de foto zetten.
Onderweg veel mist en regen. Bij Luanco ligt Punta de la Vaca. Dit is een mooi uitzichtpunt om vogeltrek waar te nemen. Echter hiervoor waren we al veel te laat in het seizoen. Auto’s geparkeerd en langs de kust gelopen. We begonnen goed met een Orpheusgrasmus in de struiken.
Het waaide ontzettend hard, zodat op de punt je moeite moest doen om te blijven staan. Het is een hele toer om met je telescoop nog iets te zien op de oceaan. Toch konden we de Kuifaalscholvers onder aan de rotsen bij de branding gadeslaan. We liepen terug naar de auto’s, hier lag een ideaal terrein voor de picknick. Onder het genot van een broodje, hoorden en zagen we Graszanger, Roodborsttapuit en Winterkoning.
Op zee vlogen Jan van Genten en Kuhls Pijlstormvogels voorbij. Bij Zeluan ligt een estuarium met slikvlakten. Dit is in trektijd een eldorado van vogels. Zoals gezegd waren we iets aan de late kant, dus de grote aantallen hebben we gemist. Het was vloed aan het worden.
De Lepelaar was met zijn kenmerkende kopbewegingen en lepelvormige snavel het voedsel aan het vergaren. Opvallend veel Zilverplevieren, dit is een soort die het laatst naar zijn broedgebieden in Siberië trekt. De mannetjes zijn nu mooi op kleur. Ook nog een enkele Bonte Strandloper en Tureluur. Uiteraard veel Geelpootmeeuwen.
Toch leuk om hier onder een aangenaam zonnetje te vogelen. We besloten van hieruit naar de uiterste punt van het schiereiland te gaan, genaamd Cabo Penas. Hier rijzen de rotsen meteen uit het water, vormend een witte zee aan de voet van deze rotsen. In het struikgewas bij de vuurtoren zou een Provençaalse Grasmus moeten zitten. Of de sterke wind parten speelde, weet ik niet, maar de vogel werd niet gezien.
Na het tanken werd koers gezet naar hotel El Carmen in Perlora. Een leuk plaatsje aan de zee met een prachtig hotel.
Het eten in het hotel was voortreffelijk. Bij het lijsten kwamen we op 134 soorten.
Woensdag 10 mei
We zijn vandaag in 2 groepen op pad. Twaalf personen gaan een boottocht maken op de Cantabrische Zee en waren al vroeg vertrokken naar de haven van Gijon. Maar liefst 8 uur duurde de boottocht. Om 8.00 uur hadden we met de schipper Fredy in de haven van Gijon afgesproken. Als snel vonden we de catamaran en konden we aan boord.
Het was nog best fris en maar goed dat we een jasje aangetrokken hadden. Na ons gesetteld te hebben vertrok de boot gevolgd door wat Geelpootmeeuwen.
In de verte zagen we al een Jan van Gent en een enkele Kuifaalscholver vliegen. Toen we al een eind uit de haven waren begon de collega van Fredy de emmers met visafval te openen. Een niet prettig geurtje kwam ons tegemoet. De Geelpootmeeuwen waren al snel bij de boot en smulden al snel mee.
Na een tijdje kwam er een Kuhls Pijlstormvogel bij. Deze bleef jammer genoeg wel op afstand van de boot.
Wat later zagen we diverse Jan van Genten en ook Grauwe- en Vale Pijlstormvogels erbij komen.
Het waaide flink en de golfslag was ook best aanwezig waardoor het fotograferen en kijken wel moeilijk ging. Na een paar uurtjes op zee kwamen ook Stormvogeltjes op het visafval af. Deze Stormvogels zijn zo groot als een Spreeuw en vliegen vlak boven het wateroppervlak en pikken hier af en toe wat uit het water op. Een 6-tal Stormvogeltjes zagen we tegelijk.
Op de terugweg kwam er nog een Vale Pijlstormvogel met een Noordse Pijlstormvogel voorbij.
Een enkeling van ons kreeg toch nog last van zeeziekte en werd door Fredy naar de zijkant van de boot begeleidt. Rond 4 uur kwamen we tevreden in de haven terug waar we nog wat gedronken hebben. Hierna hebben we de “thuisblijvers” opgezocht. De “thuisblijvers” zijn naar de baai van Villaviciosa gegaan. Op papier een mooi vogelrijk gebied. Echter in trektijd.
We stopten voor een Kleine Zilverreiger, waarbij de gele poten in de slik wegzakten. Iets verderop een overtrekkende Zwarte Wouw en Geelpootmeeuwen. Bij een brug gestopt en zagen Zanglijster, Roodborst en Winterkoning. Op het eind van de baai ligt een zoutmoeras met een wandelpad tot aan de zee. Dit hebben we bewandeld, op zee Jan van Genten dichtbij. We besloten om weer naar Zeluan te gaan. Er was sprake dat daar een Dunbekmeeuw te zien zou zijn. Gisteren hebben we de vogel niet gezien, vandaag hadden we meer geluk. Diverse vogels lieten zich zien op de moddervlakte, zoals Bonte Strandloper, Steltkluut en Drieteenstrandloper.
In de buurt van de kijkhut gegeten en toen weer naar de kaap gereden. Nog steeds geen spoor van de Provençaalse Grasmus, het was vrij rustig wat vogels betreft. Toch maar weer naar Zeluan, waar we de zeevaarders verwelkomden, de groep was weer compleet. Veel verhalen over Jan van Genten, Stormvogeltje, Kuhls Pijlstormvogel, Vale Pijlstormvogel en Grauwe Pijlstormvogel. We zijn benieuwd naar de foto’s. Twee personen hadden geen zeebenen, het was dan ook behoorlijk winderig. Ik denk dat niet iedereen spijt had, dat ze niet meegegaan waren. Vlakbij konden we genieten van de Bonte Strandlopers en Steenlopers die de insecten langs de rand oppikten. Vlak bij de kaap ligt een ander gebied, bij Verdicio gelegen. Mooi gebied, een stuk gewandeld met als resultaat Grauwe Gors, Veldleeuwerik, Roodborsttapuit en Graszanger.
Inmiddels was het al laat geworden en werd richting hotel El Carmen gegaan. Ook nu was het eten uitstekend.
Bij het lijsten komen we op 141 soorten.
Donderdag 11 mei
En dan is het al weer bijna voorbij.
Vandaag gingen we weer naar Bilbao. Maar voordat we hier naar toe gingen eerst een bezoek aan Marismas de Santona. Dit is het belangrijkste wetlandgebied aan de kust van Noord Spanje. We kwamen aan bij een vogelkijkhut, maar het regende pijpenstelen. Dus toch maar even gewacht.
Gelukkig trok het op en konden we gaan vogelen. Wulpen, Grutto’s, Regenwulp en voorbijvliegende Kleine Zilverplevier. Iets verderop was de groep Grutto’s, toch zo’n veertig stuks, goed te zien.
Langs een drukke weg stond nog een andere schuilhut. Helaas was deze gesloten, maar aan de voet had je ook een uitstekend zicht op het water.
Meteen werd er geroepen mannetje Eidereend. Deze verwacht je hier nu niet meer. De vogel was prachtig op kleur.
In de buurt een Steenloper, Tureluur en Regenwulp.
De fraaiste waarneming was wel die van een IJsduiker, ook niet verwacht.
In de haven van Santona begon het weer te regenen, echter konden we de auto’s schuilen in een parkeergarage. Het was inmiddels middag, dus hebben we deze schuilplaats benut om te eten. Toch droog! We wilden naar een punt op de kaart, echter was dit voor auto’s niet te doen. Dan maar geparkeerd en rondgelopen. Krakeend, Tafeleend en opvliegende Purperreiger voor onze neus.
Maar ook gewone soort als Meerkoet en Dodaars. Bij de gevangenis was een pad naar het wetland. Uiteindelijk stonden we in het hart van het gebied, maar zoals reeds vaker gezegd, we zijn hier niet in het juiste seizoen.
Het wetland was zo goed als leeg. Het begon ook weer te regenen, dus terug naar de auto’s en naar Bilbao. In hotel Adeko aangekomen moest er nog een groepsfoto gemaakt worden. Na het eten de lijst bijgewerkt. De uiteindelijke stand is 156 soorten. Jose had dit goed ingeschat in het begin van de reis en had 156 soorten ingevuld.
Vrijdag 12 mei
Auto’s inleveren en naar het vliegveld. Zoveel strubbelingen als we aan het begin van de reis gehad hebben, bleven ons nu gespaard.
Vlotjes en op tijd vlogen we met Transavia naar Eindhoven. Een geslaagde reis achterlatend.
Hierbij alle 157 waarnemingen:
01. IJsduiker | 28. Rode Wouw | 55. Tureluur | 82. Rotszwaluw | 109. Graszanger | 136. Wielewaal |
02. Fuut | 29. Zwarte Wouw | 56. Oeverloper | 83. Boerenzwaluw | 110. Cetti's Zanger | 137. Gaai |
03. Dodaars | 30. GrauweKiekendief | 57. Dunbekmeeuw | 84. Huiszwaluw | 111. Kleine Karekiet | 138. Ekster |
04. Kuhls Pijlstormvogel | 31. Sperwer | 58. Grote Mantelmeeuw | 85. Waterpieper | 112. Orpheusspotvogel | 139. Alpenkraai |
05. Vale Pijlstormvogel | 32. Havik | 59. Kleine Mantelmeeuw | 86. Boompieper | 113. Baardgrasmus | 140. Alpenkauw |
06. Noordse Pijlstormvogel | 33. Wespendief | 60. Kokmeeuw | 87. Graspieper | 114. Grasmus | 141. Raaf |
07. Grauwe Pijlstormvogel | 34. Buizerd | 61. Geelpootmeeuw | 88. Witte Kwikstaart | 115. Tuinfluiter | 142. Zwarte Kraai |
08. Stormvogeltje | 35. Steenarend | 62. Grote Stern | 89. Grote Gele Kwikstaart | 116. Zwartkop | 143. Huismus |
09. Jan van Gent | 36. Dwergarend | 63. Houtduif | 90. Iberische Kwikstaart | 117. Kleine Zwartkop | 144. Rotsmus |
10. Aalscholver | 37. Slangenarend | 64. Holenduif | 91. Waterspreeuw | 118. Bergfluiter | 145. Vink |
11. Kuifaalscholver | 38. Torenvalk | 65. Turkse Tortel | 92. Winterkoning | 119. Fitis | 146. Appelvink |
12. Koereiger | 39. Boomvalk | 66. Zomertortel | 93. Heggenmus | 120. Tjiftjaf | 147. Europese Kanarie |
13. Kleine Zilverreiger | 40. Slechtvalk | 67. Koekoek | 94. Alpenheggenmus | 121. Iberische Tjiftjaf | 148. Groenling |
14. Blauwe Reiger | 41. Kwartel | 68. Bijeneter | 95. Roodborst | 122. Goudhaan | 149. Putter |
15. Purperreiger | 42. Fazant | 69. Hop | 96. Nachtegaal | 123. Vuurgoudhaan | 150. Goudvink |
16. Ooievaar | 43. Rode Patrijs | 70. Steenuil | 97. Gekraagde roodstaart | 124. Bonte Vliegenvanger | 151. Sneeuwvink |
17. Lepelaar | 44. Meerkoet | 71. Bosuil | 98. Zwarte Roodstaart | 125. Grauwe Vliegenvanger | 152. Kneu |
18. Knobbelzwaan | 45. Steltkluut | 72. Alpengierzwaluw | 99. Paap | 126. Kuifmees | 153. Kruisbek |
19. Grauwe Gans | 46. Bontbekplevier | 73. Gierzwaluw | 100. Roodborsttapuit | 127. Pimpelmees | 154. Grauwe Gors |
20. Eidereend | 47. Goudplevier | 74. Vale Gierzwaluw | 101. Tapuit | 128. Koolmees | 155. Cirlgors |
21. Wilde Eend | 48. Zilverplevier | 75. Draaihals | 102. Blonde Tapuit | 129. Zwarte Mees | 156. Geelgors |
22. Krakeend | 49. Steenloper | 76. Zwarte Specht | 103. Blauwe Rotslijster | 130. Staartmees | 157. Grijze Gors |
23. Tafeleend | 50. Drieteenstrandloper | 77. Groene Specht | 104. Rode Rotslijster | 131. Glanskop | |
24. Monniksgier | 51. Bonte Strandloper | 78. Grote Bonte Specht | 105. Beflijster | 132. Boomklever | |
25. Aasgier | 52. Wulp | 79. Middelste Bonte Specht | 106. Merel | 133. Boomkruiper | |
26. Vale Gier | 53. Regenwulp | 80. Veldleeuwerik | 107. Zanglijster | 134. Grauwe Klauwier | |
27. Lammergier | 54. Grutto | 81. Boomleeuwerik | 108. Grote Lijster | 135. Zwarte Spreeuw |
Naast de vele vogels hebben we ook nog veel andere mooie dieren in noord Spanje gezien. De Beren waren daarbij het hoogtepunt, maar er zijn ook Gemzen, Edelherten, een Wilde Kat en sporen van een Wolf gezien; Muurhagedissen, Smaragdhagedis en Hazelworm. Voor vlinders was het ook goed (misschien nog wat vroeg, maar we hebben al veel soorten gezien). De lijst is zo ongeveer op volgorde van zien:
citroenvlinder, bont zandoogje, oranjetipje, bruin dikkopje, argusvlinder, kleine vos, bruine vuurvlinder, boomblauwtje, klein koolwitje, zuidelijke aardbeivlinder, adonisblauwtje, koninginnenpage, zuidelijke erebia, klein geaderd witje, rouwmantel, gehakkelde aurelia, kleine vuurvlinder, hooibeestje, atalanta, zilvervlek, geel oranjetipje, cleopatra, knoopkruidparelmoervlinder, oranje luzernevlinder, turkooisblauwtje, adonisblauwtje, tijgerblauwtje, zilveren maan, dagpauwoog, gewone worteluil, vijfvlek-sintjansvlinder
Jan Willem Hermans en Peter van de Braak