Maashorst erg nat dit jaar
En ineens is het supernat in de Maashorst. Hoe kan dat eigenlijk en wat betekent dat voor de natuur? De Maashorst is het hoogstgelegen gebied in Noordoost Brabant. Het centrale deel ligt tussen de 16 en 20 meter boven Nieuw Amsterdams Peil en juist daar is het nu kletsnat na jaren van extreme droogte. Hoe verklaar je dat? Het Maashorstgebied bestaat uit maasafzettingen van grof zand met veel grind. Het is dus eigenlijk een soort hooggelegen spons die snel op kan drogen maar ook water vast kan houden en nu verzadigd is geraakt. Dit effect wordt nog versterkt door de aanwezigheid van vele ondoorlaatbare leemlagen in de ondergrond. Niet voor niets heeft het gebied oude topografische namen die wijzen op vroegere nattigheid; denk aan Brobbelbies, Palmven en Straatsven. En dan is er nog iets bijzonders; aan de flanken van de Maashorst liggen breuken. Scheuren in de aardkorst waarin door aardbevingen verdichting is ontstaan waardoor het afstromend grondwater stagneert en naar de oppervlakte wordt gestuwd. Dit zijn de bekende wijstgronden. De naam komt van “woest” en het kenmerk is dus dat ze relatief hoog liggen en toch nat zijn.
Maar de breuken en wijstgronden liggen op de flanken van de Maashorst en niet in het centrale deel. Ze verklaren dus niet de natte situatie in het centrale deel zoals de gebieden rondom de Zevenhuizerweg, de Udensedreef, de Palmvenseweg en nabij het Slingerpad. Van belang is te weten dat in het middendeel van de Maashorst (oa het wisentgebied) in de jaren 2003-2005 sommige gebieden een halve tot een hele meter zijn afgegraven voor zand ten behoeve van de aanleg van de A50. Dit versterkt het onderlopen en dit zijn de delen die nu onder water zijn komen te staan. Nabij het Palmven is eveneens grond afgegraven ten behoeve van het ophogen van de Schaijkse natuurbegraafplaats. Ook daar is het kletsnat.
Wat een contrast met de Maashorst die de afgelopen jaren enorm last had van verdroging. Klimaatverandering met droge zomers was daarvan een belangrijke oorzaak, maar ook de moderne landbouwberegeningssystemen in het middengebied van de Maashorst versterkten de verdroging. Dit was het geval in 4 van de 5 laatste zomers. Bossen van fijnspar maar ook andere boomsoorten als eiken hadden enorm last van de verdroging en gingen hier dood aan. En natuurlijk ging het ook slecht met bijvoorbeeld amfibieën, libellen en waterafhankelijke vogels. Maar dit jaar is alles anders. Ik inventariseer samen met twee andere vogelaars elk jaar een ‘kilometeruurhok’ in de Maashorst op broedvogels. Dat is een hele klus; van april tot en met juni om de twee weken drie tot vier uur tellen, te beginnen voor zonsopkomst. Toevallig hadden we dit jaar een kilometerhok in het wisentgebied in het centrale deel van de Maashorst. En we vielen van de ene verbazing in de andere zeker toen bleek dat de hoge waterstanden van deze winter alsmaar aangevuld werden. Laarzen werden ons nieuwe standaard schoeisel en sommige delen van het gebied bleven de hele periode onbegaanbaar door de hoge waterstanden.
De vogelstand leverde volop verrassingen op naast een aantal algemene eenden en ganzensoorten zagen we bijzondere soorten die we nooit eerder zagen in dit seizoen in de Maashorst. Zo zagen we Zomer- en Wintertaling, Pijlstaart, Slobeend, Kuifeend en Casarca’s. En wonderwel gingen deze soorten ook nog broeden. De Casarca broedt nauwelijks in Nederland en bracht in de Maashorst 10 jongen groot. Ook broeden er in het centrale deel circa 6-8 paar Dodaars (een kleine donkere futensoort) en zagen we steltlopers als Kleine Plevier, Tureluur, Groenpootruiter en Witgatje. Een mooie vondst in de Maashorst waren een tweetal twee biotopen van Waterral en na 15 jaar ook weer een Blauwborst als broedvogel in de Maashorst.
Erg mooi is ook te zien dat er weer veel kikkers en padden zijn, waardoor Reigers en Ooievaars veel in het gebied foerageren en ook de Boomvalk regelmatig gezien is die jaagt op de vele libellen. Dat hadden we al lang niet meer gezien. We constateerden ook wat tegenvallende resultaten bij sommige reguliere broedvogels. Er waren weer veel Grauwe Klauwieren, die broeden in doornstruiken, maar het aantal jongen viel tegen. Wellicht door verregende nesten. Kortom een zeer bijzondere situatie die de Maashorst dit jaar een heel ander gebied maakt dan anders jaren. Stierven er bomen en struiken de afgelopen jaren door droogte, nu hebben op sommige plekken volwassen bomen en struiken het lastig door de met water verzadigde ondergrond en sterven ze omdat ze geen zuurstof uit de grond kunnen opnemen. Al met al veel nieuwe dynamiek in de Maashorst. We zijn benieuwd hoe dit verder gaat.
Waterschap Aa en Maas was al bezig om maatregelen te treffen om de droogte te bestrijden en meer water vast te houden. De Maashorst is tenslotte een zogenaamd inzijg-gebied. Een gevulde grondwaterbuffer op de hoge zandgronden voorkomt dat water te snel wordt afgevoerd naar de Maas en leidt tot problemen in laag gelegen gebieden. Als de spons gevuld blijft gaat het grondwater langzaam afstromen en dit komt ter plaatse van de breuken zeker ten goede aan de wijstgronden en haar bijzondere dieren- en kwelvegetaties. We zijn als natuurorganisaties kortom content met wat er nu gebeurt en koesteren de verandering en zeer bijzondere toename van biodiversiteit.
Jos van der Wijst, voorzitter Stichting Natuurorganisaties De Maashorst