Overige natuurgebieden van de omgeving Uden
Aa-Broeken
Oppervlakte: 60 Ha
Ligging: ten noorden van de Aa, tussen Veghel en de A50
Eigendom: Gemeente Veghel
Kenmerkende soorten: IJsvogel, Zwartkop, Bosrietzanger, Krakeend
De Aa-Broeken vormt een mooi beekdallandschap van de rivier "de Aa". Het gebied bestaat uit graslanden, afgewisseld
door houtsingels, vochtige loof- en broekbosjes en moeraszones. Rond 1930 is er een gemeentelijke ijsbaan aangelegd,
die met geschikt weer nog steeds gebruikt wordt. In een deel wordt de vegetatie met runderen begraast. Het gebied is
ingericht met wandel- en knuppelpaden en is geschikt voor recreatie. Door nathouding van het gebied zal de
oorspronkelijke flora en fauna een nieuw kans krijgen.
De gemeente Veghel heeft ter compensatie van de A50 een 10 hectare landbouwgrond aangekocht. In het kader van
Masterplan de Aa wordt dit gebied ingericht tot natuurlijk bloemrijk grasland, moeras en moerasbos. Dit is het deel
dat tegen de snelweg A50 aan ligt.
De IJsvogel is een vogelsoort die regelmatig in het gebied gezien wordt en er ook gebroed heeft. De Groene Specht is
een soort die regelmatig wordt gehoord en in de zomer zijn er genoeg Zwartkoppen, Tjiftjaffen, Winterkoningen en
Grasmussen te horen. In de natte stukken zijn Bosrietzangers aan te treffen. De Koekoek is hier ook nog regelmatig
aanwezig. Langs de Aa zijn er stukken die geschikt zijn voor Kleine Karekieten. Veel bijzondere soorten zijn ooit
waargenomen in dit gebied, maar broeden er niet of niet elk jaar. Er zijn ruim 120 soorten gemeld, bijvoorbeeld de
Lepelaar (foeragerend langs de Aa), Zwarte Ooievaar (overvliegend), Wielewaal (zingend in de broedperiode),
Zomertortel (voor het laatst in 2015), Waterral en Patrijs (waarschijnlijk broedvogel). De Aa is natuurlijk voor
andere soorten een interessant biotoop. Langs de oever zijn er Grote Gele Kwikstaarten en Watersnippen gezien en in
de winter zit er vaak een grote groep Krakeenden in en langs de rivier. In 2010 in het gebied door IVN-Veghel
geïnventariseerd. Dat leverde 42 broedvogelsoorten op.
Impressie Aa-Broeken
Annabos
Oppervlakte: 55 Ha
Ligging: Noordwest van Uden
Toegankelijkheid: deels toegankelijk, nat gebied
Kenmerkende soorten: Waterral, Kleine Plevier, Bosrietzanger
Het Annabos is een uniek gebied, hier treedt namelijk wijst op. Wijst is een grondwaterverschijnsel dat op breuklijnen in de bodem kan ontstaan. In de ondergrond houdt een laag (met leem) het water tegen op zo’n manier dat de hogere grond nat blijft, terwijl de lagere grond aan de andere kant van de breuklijn veel droger is. Zo’n nat gebied is natuurlijk lastig voor landbouw en zo kon het Annabos ontstaan. Hier is de hogere grond dus moerasachtig en de ernaast gelegen grond veel minder nat. Het beheer is in handen van Staatsbosbeheer en de eigenaar van een deel van het gebied. Er loopt een knuppelbrug over een deel van het natste stuk, zodat er een rondwandeling die deels door het gebied gaat, mogelijk is. Het Annabos is vele jaren achter elkaar in verschillende perioden op broedvogels geïnventariseerd (1989-1998, 2006, 2018-nu). Tegenwoordig worden er ruim 50 broedende soorten geteld, vroeger waren dat er minder, maar werd er een kleiner gebied geteld. Dat komt mede doordat er landbouwpercelen aangekocht zijn en als natuurgebied zijn ingericht, wat de Kleine Plevieren aantrok. De talrijkste soort is de Winterkoning, maar tegenwoordig ook de Zwartkop en de Bosrietzanger is ook heel talrijk. De Koekoek is er ook elk jaar, de Nachtegaal heeft er een paar jaar geleden ook gebroed, maar was het volgende jaar er niet meer. Voor Grasmussen is dit ook een heel goed gebied. In het ontoegankelijke deel wordt met grote regelmaat de Waterral gehoord. In 2019 heeft een Sprinkhaanzanger er een broedterritorium gehad.
Er zijn ook bijzondere soorten gezien in het Annabos; in 1989 heeft er een Porseleinhoen en een Kwartelkoning geroepen, in 2019 is er drie keer een Zwarte Ooievaar gezien. Recent heeft er een Kwartel geroepen en een Sprinkhaanzanger en in 2019 is er een roepende Ortolaan waargenomen, een doortrekker.
Impressie Annabos
Bedafse Bergen
Oppervlakte: 170 Ha
Ligging: tussen Uden en Vorstenbosch
Eigendom: Gemeente Maashorst
Toegankelijkheid: vrij wandelen op wegen en paden; diverse wandelroutes
Kenmerkende soorten: Groene Specht, Gekraagde Roodstaart, Boomleeuwerik, Geelgors
De hoogste stuifzandwal van Noord Brabant, met daarachter een uitgestoven vlakte. Er is ook een klein heide gebied
met een eikenbos. Dit deel is erg in trek bij recreanten en als er sneeuw ligt, wordt er volop gesleed van de
stuifzandwal af. Aan de noordwestzijde heeft de gemeente ter compensatie van de A50 29 hectare landbouwgrond
aangekocht en ingericht als schraal natuurgebied. Er is een grote sloot gedempt, bovenlaag verwijderd en er is een
uitkijktoren neergezet. Een deel wordt begraasd met enkele koeien. Dat houdt de opslag van berken helaas niet genoeg
tegen. in 2018 is het gehele gebied geïnventariseerd, het noordwesten was in 2014 al eerder geïnventariseerd (een
soort nulmeting). In 2018 werden er 54 broedvogelsoorten vastgesteld, de Vink was de talrijkste.
Het is een gebied met vrij veel verschillend biotopen en daarom zijn er ook al veel vogelsoorten waargenomen.
Kenmerkend voor het gebied zijn de volgende soorten: Kuifmees, Bonte vliegenvanger, Gekraagde Roodstaart, Geelgors,
Boomleeuwerik, Groene Specht maar ook Zwarte, Grote Bonte en Kleine Bonte Specht. Andere bewoners zijn bijvoorbeeld
de Goudvink en de Appelvink, de Matkop, Grote Lijster en de Koekoek wordt ook elk jaar wel gehoord. Opvallende
waarnemingen zijn er ook aardig veel, zoals een Kraanvogel ter plaatse in 2011, een jonge Zwarte Ooievaar ook ter
plaatse in 2012. In 2007 is er een Zomertaling gefotografeerd. De meest curieuze waarneming is die van een
Jan-van-Gent, die in maart 2008 dood gevonden werd, waarschijnlijk door een storm verdwaald en hier doodgegaan.
Impressie Bedafse Bergen
Goorse Bossen
Oppervlakte: 97 Ha
Ligging: ten noorden van Erp
Eigendom: Gemeente Meierijstad
Kenmerkende soorten: Zwarte Specht, Kleine Bonte Specht, Bosuil
De Goorse Bossen is voornamelijk een naaldbomenbos, ongeveer 97 ha groot, wat langgerekt en ligt gedeeltelijk op
stuifduintjes. Ten noordoosten van het bos stroomt de Leijgraaf. Tussen het bos en de Leijgraaf liggen
landbouwgronden (percelen met maïs, gras en fruitbomen), de Hooge Gooren. Sommige landbouwpercelen worden gescheiden
door houtwallen waar de Geelgors gebruik van maakt. Ook in het bos zelf liggen enkele percelen met voornamelijk
aspergevelden. De Leijgraaf is een natte ecologische verbindingszone waaraan drie gemeentes (Boekel, Uden en Veghel)
en het waterschap hun bijdrage aan hebben geleverd. De oevers (vaak beide) zijn natuurvriendelijk gemaakt en er zijn
poelen gegraven en struiken geplant. Bovendien is er een laag teelaarde verwijderd om verschaald grasland te
krijgen. Gemeente Uden heeft rondom de poelen een bloemenmengsel ingezaaid. Verschillende Libellensoorten hebben dit
gebied weten te vinden. Het gebied is in 2012 geïnventariseerd door IVN Veghel en Vogelwacht Uden samen en in 2018
door de Vogelwacht Uden. Beide inventarisaties betrof het ook een deel van de Leijgraaf en aanliggende weilanden. In
totaal zijn er in de laatste 69 soorten als broedvogel vastgesteld (74 zelfs in 2012). De Vink is de talrijkste
broedvogelsoort.
Kenmerkend voor het bos zijn vooral de Groene en de Grote Bonte Specht, Houtduif, Grauwe Vliegenvanger, Zwartkop,
Tjiftjaf en verschillende mezensoorten. De Patrijs is kenmerkend voor het open gedeelte langs de Leijgraaf, daar
zitten ook Ringmussen en Gele Kwikstaarten en mogelijk nog een Veldleeuwerik en een Kwartel. In de rietzomen langs
het water zitten Kleine Karekieten. In de loop van de jaren zijn er nog veel meer soorten gezien, zoals regelmatig
de Zwarte Specht (broedvogel, in ieder geval tot 2018 of 2021). Of de wielewaal er nog broedt is niet duidelijk,
maar die wordt nog regelmatig in het gebied gehoord. In 2013 is er een Kortsnavelboomkruiper gefotografeerd, een
grote zeldzaamheid in deze regio. Langs de Leijgraaf worden ook langstrekkende watervogels gezien, zoals een
Visdief, een Groenpootruiter of regelmatig een Witgatje.
Impressie Goorse Bossen
Ham-Havelt
Oppervlakte: 500 Ha, 83 Ha natuur
Ligging: Aan beide zijden van de Aa, tussen Veghel, Keldonk en Erp
Eigendom: nvt.
Kenmerkende soorten: Blauwborst, Roek, Koekoek
Ten zuiden van de kern Veghel wordt het buitengebied tussen het Kanaal (Zuid-Willemsvaart) en de weg tussen Veghel
en Erp het Ham genoemd. Havelt is de verzameling oude boerderijen tegen de kom van Veghel aan. Het Ham is
grotendeels agrarisch, maar momenteel wordt er (flink) gebouwd aan Veghels Buiten. Langs de Aa is er een
waterbergingsgebied dat bij hoog water mag overstromen, dit is vanaf 2010 in gebruik. Het wordt in de zomer met
enkele runderen begraasd. Hier in de buurt zijn de meeste interessante vogels te zien. Tegen Veghel en het kanaal
staat nog een bosopstand met een grote Roekenkolonie, die deels ook aan de andere kant van het Kanaal verder gaat.
Dit is één van de grootste Roekenkolonies in de omgeving. Stroomopwaarts van het waterbergingsgebied ligt er een
stuw in de Aa met een vistrap erlangs. IVN-Veghel heeft deze omgeving met nog omliggend land (83 hectare) in 2011
geïnventariseerd (ook planten en amfibieën enzovoort), er werden 43 broedvogelsoorten vastgesteld.
De Blauwborst is al genoemd als kenmerkende soort voor dit gebied, maar de Kleine Karekiet komt er ook veel voor.
Andere typische rietvogels zoals Rietgors zijn er ook te zien. De Rietzanger is er maar één keer gezien en de
Sprinkhaanzanger is er maar één seizoen (2013) aangetroffen. In juni 2020 werd er een Roodkopklauwier gezien die
enkele dagen in het gebied bleef. Toen is er ook een nest van de Kleine Karekiet met een Koekoeksjong er in gezien.
Steltlopers komen ook regelmatig pleisteren in het gebied; Bosruiter, Groenpootruiter en regelmatig Witgatjes en
Oeverlopers bijvoorbeeld. Op diverse plekken langs de Aa zijn geregeld IJsvogels gezien en Roodborsttapuiten zijn er
ook overal aan te treffen. Doortrekkende Zomertalingen werden in een plasje langs de Aa in 2015 gezien en in de
winter kunnen er Waterpiepers aangetroffen worden, vooral bij het waterbergingsgebied. Als het hard vriest dan
worden er ook Grote Zaagbekken op de Aa gezien.
Impressie Ham-Havelt
Hemelrijk
Oppervlakte: 50 Ha
Ligging: tussen Volkel en Odiliapeel
Eigendom: Billy Bird recreatie
Toegankelijkheid: Entreeprijs recreatieplas
Kenmerkende soorten: Oeverzwaluw, Geoorde Fuut. In de winter diverse eendensoorten
Hemelrijk is een recreatieplas die ontstaan is uit zandwinning. Sinds 1986 is het ingericht als een recreatieplas.
Door de Vogelwacht Uden is hier destijds een succesvolle oeverzwaluwwand gebouwd inclusief een vogelkijkhut. De
omgeving rondom de oeverzwaluwwand is aangeplant met diverse struiken. Rond 2020 wordt de oeverzwaluwwand niet meer
gebruikt door Oeverzwaluwen, maar er worden ingrepen gedaan om de wand weer interessant te maken voor Oeverzwaluwen.
Dit bleek in 2021 goed voor ruim 50 nesten van Oeverzwaluwen. In deze periode is ook een twee plas in aanleg, de
Vlinderplas. Deze ligt ten oosten van de oudere plas en dichterbij Odiliapeel. In 2021 is het hele gebied, dus ook
de vlinderplas, geïnventariseerd, met 50 broedvogelsoorten als resultaat.
Voor de Oeverzwaluw is dit gelukkig weer de plek om ze te zien, helaas is de Geoorde Fuut niet meer als broedvogel
aanwezig (wel gezien in 2021). Er zijn veel Tuinfluiters, Zwartkoppen en Spotvogels in de bomen die rond de plas
staan aanwezig. Ook zijn er nog steeds Kleine Plevieren in het broedseizoen, ook bij de oude plas. In de winter zijn
er veel soorten eenden gezien: Slobeend, Wintertaling, Smient, Tafeleend, Pijlstaart, Brilduiker en Grote Zaagbek.
Naast de Geoorde Futen zijn er ook Dodaarzen en Futen te zien en is de Parelduiker er ooit (1990) ook gezien. Op
doortrek komen er ook leuke soorten langs, bijvoorbeeld Beflijsters, Boomvalken, Zwarte Sterns en Visdieven,
Groenpootruiters, Oeverlopers (tot wel 28 tegelijkertijd), Witgatjes, Tureluurs en Zwarte Ruiters. Er worden zelfs
strandlopers gezien; Bonte-, Drieteen- en Kleine Strandloper.
Heel bijzonder was de Oehoe in 2015, een Velduil in 2000, een Purperreiger in 2009, een Zwarte Ibis in 1988 en de
Grote Zee-eend in 2010.
Impressie Hemelrijk
Hurkskese Bossen
Oppervlakte: 223 Ha
Ligging: ten zuiden van Erp, aan de weg naar Gemert
Eigendom: Gemeente Meierijstad
Kenmerkende soorten: Zwarte Mees, Kuifmees, Grote Bonte Specht, Bonte Vliegenvanger
De Hurkskese Bossen worden meestal t Hurkske genoemd, maar eigenlijk is dat het buitengebied tussen deze bossen en de weg van Erp naar Boerdonk. Het is bos op arme grond (voormalige hei) met vrij veel naaldhout, enkele mooie lanen met loofbomen en enkele vennen. Ín de boswachterswoning is sinds 2015 een koffie- en theehuis gevestigd. Het bekendste ven is het Rauwven, de laatste plaats hier in de omgeving waar de Knoflookpad voorkwam tot begin deze eeuw. Er liggen meerdere vennen in dit gebied, verspreid over het hele bos. Het gebied is nooit door de Vogelwacht Uden geïnventariseerd (wel geteld voor de Sovon-atlas van 2017). Er komen veel Grote Bonte Spechten voor, maar ook Kleine Bonte Spechten en de Zwarte Specht wordt er ook vaak gehoord. Naaldboomsoorten zoals de Kuifmees, Zwarte Mees en de Goudhaan doen het hier ook goed en Bonte Vliegenvangers zitten er ook, vooral in de nestkasten. Bijna elk jaar worden er ook Kruisbekken gezien.
Markante waarnemingen zijn de Zwarte Ooievaar in 2011, de Steltkluut in 2015, de Taigaboomkruiper in 2015 en de Kleine Zilverreiger, die buiten het bosgebied zat. In 2022 is voor het eerst er een Middelste Bonte Specht gezien.
Impressie Hurkskese Bossen
Kleuter
Oppervlakte: 44 Ha
Ligging: tussen Uden en Volkel (45-47-14)
Eigendom: Gemeente Maashorst
Toegankelijkheid: vrij wandelen op wegen en paden
Kenmerkende soorten: Fuut, Meerkoet, Kleine Karekiet. In de winter IJsvogel, Aalscholver
De Kleuter is een waterplas aangelegd als visvijver omringd met rietkragen. In 2004 is er een natuurlijke oeverzwaluwwand aan de oostzijde gerealiseerd. Helaas is dit geen groot succes geworden, waarschijnlijk door een onjuiste opbouw. Langs het gebied loopt de spoordijk van het voormalig Duits lijntje en aan de noordwestkant ligt een bosperceel met deels naaldhout. Het gebied is in 2011 en 2019 geïnventariseerd. dat leverde respectievelijk 50 en 40 broedvogelsoorten op.
Het water trekt veel watervogels aan en er zijn al veel soorten eenden op de Kleuter waargenomen; Slobeend, Smient en exoten zoals Mandarijneend, Bahamapijlstaart en ook een Zwarte Zwaan. Ook steltlopers weten het te vinden, Witgat, Oeverloper en Tureluur. In 1983 werd er zelfs een Roodkeelduiker gezien. De Zomertortel heeft tot 2011 gebroed in het gebied, waarnemingen nadien hebben mogelijk betrekking op een kooivogel (in elk geval de waarneming van 2015). De Kleine Bonte Specht is vrij vaak gezien, ook de laatste jaren. Tijdens de eerste inventarisatie in 2011 werd er een Nachtegaal ontdekt in het gebied. Deze heeft nog enkele jaren elk jaar zich langdurig laten hoeren maar sinds 2018 heeft hij zich verplaatst naar een park in de buurt. Tot twee keer toe heeft er een Grote Karekiet een aantal dagen zitten zingen op de Kleuter, in 2016 en in 2022.
Impressie Kleuter
Kooldert
Oppervlakte: 15 Ha
Ligging: 1 km ten zuiden van Uden
Eigendom: Staatsbosbeheer
Kenmerkende soorten: Bosrietzanger, Geelgors, Steenuil, Patrijs
Kooldert is een klein gebied net ten zuiden van Uden met ouderwets kleinschalig landschap, houtwallen met smalle
percelen ertussen. Vroeger zal de omgeving er ook wel ongeveer zo hebben uitgezien, alhoewel dit wel een vochtig
stuk is dankzij de wijst die hier voor speciale omstandigheden zorgt. De naam Kooldert verwijst naar de venige grond
die verkoold lijkt. Het gebied sluit aan bij de omgeving van de Leijgraaf, dat daar een verbinding geeft met de
Goorse Bossen. In 2006 is er hier door een ingenieursbureau geïnventariseerd, gelijk met het Annabos. Toen werden er
30 soorten broedvogels aangetroffen, onder andere de Zomertortel (nu niet meer). Dat is voor zo’n klein gebied
veel.
Andere typische vogels voor dit gebied zijn de Koekoek, de Spotvogel, de Zwartkop, de Grasmus en in de omgeving de
Wulp, die hier nog wel gehoord en gezien wordt. In de winter is dit een plek voor groepen Kramsvogels en
Koperwieken. Ook groepen Sijsjes kun je hier in de winter aantreffen.
Impressie Kooldert
Melven
Oppervlakte: 195 Ha
Ligging: tussen Mariaheide, Erp en Veghel (45-46-14)
Eigendom: Gemeente Veghel, Brabant Water
Toegankelijkheid: vrij wandelen op wegen en paden, behalve bij het waterbedrijf
Kenmerkende soorten: IJsvogel, Houtsnip, Bosuil
Het Melven is gelegen in de kilometerhokken 45-56-14 en -24 aan de zuidoost kant van Veghel tussen Veghel en Erp. Het is 194,5 hectare groot. Het gebied wordt gekarakteriseerd door het waterwingebied van 50 hectare dat eigendom is van Brabant Water. Het bestaat hoofdzakelijk uit loofbos en dat is jong; het is aangelegd in de jaren tachtig en negentig. In het bos is voornamelijk zomereik, els en es ingeplant en hier en daar wat beuken. Uit 25 putten pompt Brabant water hier van maximaal 170 meter diep water op. In het bosgebied zijn er nog een aantal stukken oud bos. Ook is hier de begraafplaats Blankens kerkhof, daar waar de waterloop Beekgraaf het bos doorsnijdt. Vroeger werden hier mensen begraven die niet op de gewone begraafplaats mochten liggen. Het gebied is intensief geïnventariseerd, van 1992 tot 1999, in 2011 en vanaf 2018 weer elk jaar. In 2018 zijn er 40 broedvogelsoorten geteld, maximaal waren dat er 53 (in 2011 en 2019).
Kenmerkende soorten voor het Melven zijn de IJsvogel en vooral de Houtsnip. Met simultaantellingen zijn er in sommige jaren wel 6 territoria van de Houtsnip vastgesteld. Verder zitten er veel Roodborsten en Zwartkoppen in het gebied, broedt de Bosuil er en in het open gedeelte ook de Steenuil. De Boomvalk wordt er ook vaak gezien en heeft er ook wel gebroed. Andere roofvogels die er gezien zijn; Havik, Sperwer, Buizerd, Wespendief (sporadisch), Rode en Zwarte Wouw, Blauwe en Bruine Kiekendief (op trek deze vier). Spechten zitten er ook in het gebied, vooral Grote Bonte Spechten, maar ook Kleine Bonte (gebied wordt wat minder geschikt), Groene Spechten en recent is de eerste Middelste Bonte Specht er gezien. De Wielewaal is, ook recent, wel waargenomen, maar is geen broedvogel. Vroeger was de Zomertortel er broedvogel en tot 1999 was er een Roekenkolonie. De Geelgors gaat recent behoorlijk achteruit en is waarschijnlijk geen broedvogel meer. In de winter kunnen er behoorlijke groepen Sijzen worden gezien, in goede jaren zitten er ook Barmsijzen en een Vuurgoudhaan wordt er ook geregeld in de winter gezien.
Impressie Melven
Meuwel
Oppervlakte: 58 Ha
Ligging: ten zuiden van Nistelrode
Eigendom: Gemeente Bernheze
Toegankelijkheid: vrij wandelen op wegen en paden
Kenmerkende soorten: Gekraagde Roodstaart, Grauwe Vliegenvanger, Zwarte Specht
Meuwel is gelegen in de kilometerhokken 45-36-41, - 42, -51 en -52 en beslaat ongeveer 58 hectare. Het gebied wordt
gekarakteriseerd door gemengd bos op een stuifzandrug. Aan de noordzijde van het gebied liggen een rij vrij hoge
stuifzandduinen. In het gebied ligt een grote visvijver. De Scouting van Nistelrode heeft hier aan de visvijver zijn
clubgebouw en er zijn regelmatig Scoutingkampen in het gebied. Verder is er een groot grasveld waar vroeger het
buitenzwembad van Nistelrode lag. Daar is alleen nog een gebouwtje van terug te vinden. Tenslotte is er nog een
trimparcours in het gebied, met diverse trimtoestellen. Dit gebied is in 2012 en in 2019 geïnventariseerd. In de
laatste inventarisatie werden er 53 broedvogelsoorten vastgesteld.
De Zomertortel was de mooiste soort in die laatste telling. Andere mooie soorten zijn de Matkop, Goudvink,
Spotvogel, Kleine Karekiet, Appelvink, Geelgors en de Zwarte Specht. allemaal broedvogels. De Grauwe Vliegenvanger
is in 2019 niet als broedvogel vastgesteld, maar wordt nog wel gezien in het gebied. De vijver zorgt voor aparte
waarnemingen in een bosgebied, zoals de IJsvogel, de Grote Gele Kwikstaart, Fuut en verschillende eendensoorten;
Krakeend, Smient, Mandarijneend. Voor spechten is het ook een goede plek, naast de al genoemde Zwarte Specht zitten
er ook Groene, Grote - en Kleine Bonte Spechten en ook de Middelste Bonte Specht is er al gezien.
Impressie Meuwel
Odiliapeelse Bossen
Oppervlakte: 123 Ha
Ligging: zuid en zuidoost van het dorp Odiliapeel
Eigendom: Gemeente Maashorst
Kenmerkende soorten: Bonte Vliegenvanger, Grote Bonte Specht, Groene Specht, Goudhaan
Deze bossen zijn tussen 1931 en 1936 aangeplant. Daarvoor was dit gebied een uitgestrekt heidegebied met diverse vennen. Nu is het voornamelijk een naaldbos met een gedeeltelijk loofbos en enkele Beukenlanen. De hoeveelheid loofbos neemt dankzij het beheer nog steeds toe. In 2004 en in 2019 is er op broedvogels geïnventariseerd. In 2019 zijn er 47 broedvogelsoorten aangetroffen. In 2008 werd er een Amerikaans Oehoe in het gebied gezien, dit was een ontsnapte vogel.
Impressie Odiliapeelse Bossen
Trentse bossen
Oppervlakte: 150 Ha
Ligging: ten noordoosten van Uden
Eigendom: Gemeente Maashorst
Kenmerkende soorten: Buizerd, Gekraagde Roodstaart, Grauwe Vliegenvanger, Matkop
De Trentse Bossen is een langgerekt bosgebied ten noordoosten van Uden en ligt tegen het Oventje (Zeeland) en
beslaat ongeveer 150 ha.
Het is een droog zandgebied dat voornamelijk bestaat uit aangeplant grove den en Amerikaanse eik. Het wordt
doorsneden door voor het merendeel kaarsrechte paden die op een enkele plaats stervormig bij elkaar komen. Vroeger
lag in het bos een schietbaan. Een opgeworpen aarden wal getuigt nog van de activiteiten die er hebben
plaatsgevonden. Ook zijn er nog bomkraters te vinden uit de tweede wereldoorlog. De Trentse Bossen maken deel uit
van de ecologische hoofdstructuur, die in verbinding staat met de Maashorst in het westen en de loofbossen bij Mill
in het oosten. In 2019 is dit gebied geïnventariseerd op broedvogels, er werden van 49 soorten ten minste één
territorium vastgesteld. Ten zuiden van de Trentse bossen ligt de voormalige spoorlijn ‘Duits Lijntje’ met een
aantal poelen en vennen die het ook interessant maken. Dit gebied is gelijktijdig geïnventariseerd en er werden 58
broedvogelsoorten vastgesteld.
De Trentse bossen worden niet vaak door vogelaars bezocht, er zijn dan ook niet heel veel soorten gezien. Recent
(2021) is er nog een Zomertortel zingend waargenomen, een zeldzaamheid tegenwoordig. Houtsnippen kun je er in de
winter tegenkomen. Spechten broeden er volop, waaronder de Zwarte en de Kleine Bonte Specht. Andere mooie
waarnemingen zij de Zwarte Wouw, Wespendief, Matkop, Boomleeuwerik, Vuurgoudhaan en de Beflijster.