Tweedaagse excursie naar Diepholz oktober 2018
Kraanvogels hebben bij veel vogelaars toch altijd een bijzonder plaatsje in hun hart. Ze zijn hier niet zo vaak te zien en hun sliertachtige groepsvlucht en het daarbij karakteristieke trompetterende, trillende of krassende geluid grruu en/of krruu maakt dat ze al van ver zijn te horen. In het Duitse Diepholz komen ze echter massaal bij elkaar als tussenstop tijdens hun herfsttrek van het hoge Noorden naar het zuiden van Spanje en Afrika. In de moerassen en ondiepe vennen in de omgeving van Diepholz overnachten er vele tienduizenden. Daar voelen ze zich ’s nachts veilig met hun poten in het water. Maar deze gebieden zijn ook in het voorjaar en de zomer in trek bij de Kraanvogels als broedgebied. Zo luidruchtig als ze in de herfst zijn, zo stil en onzichtbaar zijn ze in de broedtijd. Kraanvogels zijn majestueuze vogels met een hoogte van 110 tot 130 cm en een gewicht dat ligt tussen vijf en zeven kilo en een spanwijdte van 2.20 meter. Negentig procent van de broedparen legt twee eieren, maar drie eieren is geen uitzondering. Er wordt 25 tot 30 dagen gebroed, waarna de grijze kuikens uitkomen. Tijdens de trek vliegen de Kraanvogels op 200 tot 1000 meter hoogte, maar boven de Pyreneeën bereiken ze een hoogte van 4000 meter. De gemiddelde vliegsnelheid ligt tussen de 45 en 65 kilometer per uur, maar bij goede thermiek en wind in de rug kunnen ook snelheden van 80 kilometer per uur gehaald worden. Wanneer Kraanvogels goed opgevet zijn, worden zonder tussenstop afstanden van 2000 kilometer afgelegd. De Kraanvogels foerageren overdag op velden met restanten mais. Tussen adulte vrouwtjes en mannetjes is weinig onderscheid in de kleur van het verenkleed, behalve de grootte, waarbij in de regel het mannetje iets groter is dan het vrouwtje. Door de teruggang van de Kraanvogels is in veel landen een beschermingsprogramma opgezet dat er in voorziet om de agrariërs de schade te vergoeden die Kraanvogels veroorzaken door het foerageren op ingezaaide velden. Tevens wordt subsidie vertrekt voor het later in de winter ploegen van geoogste korrelmaïsvelden. Vooral deze maatregel is erg gunstig voor de trekkende Kraanvogels die korte of langere tijd pleisteren in de Diepholzer Moorniederung. Ook is veel energie gestoken in de bouw van vogelobservatietorens, informatiepanelen en informatiecentra om belangstellenden optimaal te laten genieten zonder verstoring van de Kraanvogels. De Vogelwacht Uden is daar 27 en 28 oktober een weekend naar toe geweest. In één dag is het lastig om te doen, omdat je dan ’s nachts om drie à vier uur al moet vertrekken om het opstijgen van de Kraanvogels bij zonsopkomst te kunnen waarnemen. Want zowel dit vertrek als ook weer ’s avonds de terugkomst van de Kraanvogels is erg indrukwekkend om te horen en te zien. Net na zonsopkomst vertrekken ze vanaf hun overnachtingsplek in de veilige, ondiepe vennen van het Hoogveen naar de gebieden in de directe omgeving waar ze voedsel kunnen vinden. Dit schouwspel is vanaf de diverse uitkijktorens die er zijn opgesteld goed te zien. Dat is tevens ook een goede camouflage, want Kraanvogels zijn erg schuw. Zo gauw als ze ergens mensen zien staan vliegen ze daar met een zo groot mogelijke boog omheen. Kraanvogels kijken en fotograferen doe je dan ook vanuit de auto en dan moet je er nog minimaal zo’n 50 meter vanaf blijven om ze niet te verjagen. Foerageren doen deze vogels meestal op de akkers waar de mais al geoogst is, maar waar nog voldoende resten liggen. Vanwege de extreem droge zomer zijn ze dit jaar extra bijgevoerd door boeren uit de omgeving met karren mais. Hier krijgen ze selbstverständlich subsidie voor van de overheid.
Zaterdagmorgen vertrokken we met zestien personen vanaf de Groenhoeve in vier auto’s voor een rit van ruim drie uur naar Diepholz, dat zo’n 25 kilometer voorbij Osnabruck is gelegen. Bij het vertrek werden er per auto een paar informatiesetjes verstrekt en een bakkie om met elkaar te kunnen communiceren. Afgesproken was om bij de uitkijktoren aan de Moordamm bij het Rehdener Geestmoor samen te komen. Daar werden de meegebrachte lunchpakketjes aangesproken en vervolgens vertrokken de auto’s ieder voor zich weer om te gaan zoeken naar de Kraanvogels in de omgeving. Het is niet zo handig om met vier auto’s achter elkaar aan te gaan rijden, omdat Kraanvogels nogal schuw zijn en het vergt ook veelvuldig overleg over waar naar toe te gaan. Op een kaartje waren diverse plekken aangegeven waar de Kraanvogels vaak foerageren en als je die enigszins aanhoudt dan zie je overal groepen Kraanvogels. Soms een paar bij elkaar, maar vaak ook honderden. Prachtig om te zien en ook om te horen als ze weer eens luidkeels er van door gingen. Het grote spektakelstuk begint zo rond vijf uur in de namiddag. Dan keren al die duizenden Kraanvogels weer terug naar de vennen in het hoogveengebied voor de nacht. Wij hadden weer bij de uitkijktoren aan de Moordam afgesproken. De toren zat al bomvol, maar het was mooi weer en dus zijn we met zijn allen buiten van het schouwspel gaan genieten met een prachtig ondergaande avondzon. Nadat de zon achter de kim was verdwenen zijn we naar ons hotel gegaan, wat toch nog een half uurtje rijden was. Moe na een lange dag, maar wel zeer voldaan hebben we ook nog eens van een voortreffelijk diner genoten. Daarna hebben we nog provisorisch gelijst en we kwamen zonder er echt op uit te zijn geweest toch aan 58 soorten. O.a. een Zeearend, Blauwe Kiekendief, Klapekster en Witkopstaartmees. Voor de liefhebbers werd er door Leo, die altijd in is voor een spelletje, het bordspel Keezen op tafel gelegd, een soort ‘Mens erger je niet’, maar dan uitgebreider met kaarten erbij. Erg leuk, maar daarna wel snel naar bed, want de volgende dag moesten we om zes uur alweer in de auto zitten om de Kraanvogels te zien vertrekken vanaf hun slaapplaatsen. Gelukkig werd de klok deze nacht één uur teruggezet i.v.m. de wintertijd.
Zondagmorgen was het erg koud, het had een paar graden gevroren. Iedereen was op tijd op en om kwart voor zeven stonden we op de uitkijktoren van het Neustädtermoor in Wagenfeld om de prachtige berijpte hoogveen velden onder ons te aanschouwen. Na een aarzelend begin kwamen er grote groepen luid trompetterende Kraanvogels uit de vennen en moerassen naar boven en vlogen ons links en rechts om de oren. Enorm indrukwekkend om weer te zien. Om een uur of acht hadden we blauw van de kou, maar warm van binnen door zoveel schoons, genoeg gezien en gefotografeerd en gingen we terug naar ons hotel voor het ontbijt. Dat was net zo voortreffelijk als het diner daags tevoren. Daarna moest er uitgecheckt worden en konden we weer vertrekken. Niet na eerst nog even een groepsfoto gemaakt te hebben met de Vogelwachtvlag er bij. De rest van de dag hebben we net als zaterdag besteed aan rondstruinen met de auto door het gebied op zoek naar Kraanvogels. De smalste en zanderigste wegen waren daarbij favoriet, omdat je daar overal veilig kunt stoppen. Wij zijn ook nog even naar het bezoekerscentrum in het Goldenstedter Moor geweest, van waaruit je mooie wandelingen in het veengebied kunt maken en na afloop koffie kunt drinken met boekweitgebak, een specialiteit van het gebied. Daar zagen we veel Kraanvogels hoog opschroeven in de lucht, thermiek zoekend om naar het zuiden te vertrekken. Om twee uur was het tijd om weer huiswaarts te keren. Wie zin had kon in La Place in Holten nog even stoppen om wat te eten. Daarna het laatste stuk richting Brabant om een zeer succesvol Kraanvogelweekend af te sluiten.
Martien van Dooren