Nu in de regio: Zwarte Ooievaar

In de orde van Ciconiiformes is een deel van deze zeer kloeke vogels verzameld die vroeger tot de groep der “grote steltlopers” werden gerekend. Alle leden van deze orde hebben zeer lange poten en een zeer buigzame hals. De orde telt vijf families van waadvogels en omvat met name reigers, ooievaars, hamerkoppen, ibissen, lepelaars en flamingo’s. Flamingo’s hebben zwemvliezen tussen de tenen, maar bij de overige Ciconiiformes zijn de tenen vrij en is de duim (achterteen) opponeer baar, zodat ze op boomtakken kunnen zitten. De familie Ardeidae (60 soorten) omvat alle reigers, zilverreigers, roerdompen, kwakken en woudaapjes. Het zijn merendeels visetende vogels met een lange puntige snavel. In de familie Ciconiidae zijn de ooievaars, de maraboes en de nimmerzatten verenigd.

Verspreidingskaartje Zwarte Ooievaar
Verspreidingskaartje Zwarte Ooievaar

De Zwarte Ooievaar is een schuwe, sierlijke, in hoofdzaak Oost-Europese vogel. Hij broedt nooit zo openlijk als we van onze Ooievaar gewend zijn, maar bouwt zijn nest meestal in het bos, in de top van een boom. De Zwarte Ooievaar broedt in hoofzaak in Midden- en Oost-Europa en ontbreekt vrijwel in West-Europa, waar de broedpopulatie in Spanje en Portugal een geïsoleerde verspreidingskern vertegenwoordigt. De voornaamste broedgebieden liggen in Polen, de Baltische staten, Rusland, alsook plaatselijk in Griekenland en Turkije. De aanwezigheid van bossen liefst in een rotsachtige omgeving, is van levensbelang voor deze vogels. Daar zijn ze veilig voor mensen en vinden ze geschikte nestplaatsen. Activiteiten van mensen vormen een ernstige bedreiging voor de Zwarte Ooievaar. De soort is namelijk erg gevoelig voor verstoring in zijn broed- en foerageergebieden. Lozing van gif en afval in zijn viswatertjes, kappen van broedbomen en al te nieuwsgierige wandelaars en natuurliefhebbers zijn voorname risicofactoren die het voortbestaan van de Europese populatie in gevaar brengt. In heel Europa leven tussen 6500 en 19.000 broedparen al is dat een slag in de lucht, omdat de aantallen in Rusland en Turkije lastig zijn in te schatten. In West-Europa en ook in ons land zie je de soort vooral als doortrekker vooral in augustus en september.

Zwarte Ooievaar ©Toy Janssen
Zwarte Ooievaar ©Toy Janssen
Zwarte Ooievaar ©John Hermans
Zwarte Ooievaar ©John Hermans
Zwarte Ooievaar ©Martien van Dooren
Zwarte Ooievaar ©Martien van Dooren

De Zwarte Ooievaar verschilt opvallend van de Ooievaar door zijn grotendeels zwarte verenkleed met groene en paarse weerschijnkleuren. Alleen de buik, de onderborst en de oksels zijn wit. Het lichaam loopt sierlijk uit in een lange, lenige, zwarte hals en staat op lange rode poten, precies zoals dat hoort voor een grote waadvogel. De kleine kop eindigt in een lange, felrode snavel die geleidelijk in de scherpe punt is versmald. Het oog is sprekend met een rode rand er om heen. De jonge dieren lijken sterk op hun ouders, maar ze zijn wat fletser van tint zonder weerschijnkleuren en de poten zijn bleekrood. Verder zijn de snavel en oogring nog groenachtig-zwart; die worden pas op latere leeftijd rood. De dieren trekken in de herfst in kleine groepjes weg naar tropisch en zuidelijk Afrika. Meestal zoeken ze open, natuurlijke landschappen, met bos in de buurt, veel ondiep water en ook steile rotsen. Zwarte Ooievaars houden er grote jachtterritoria op na, waar je altijd veel zoet water kunt vinden, in de vorm van beken, riviertjes, plassen , moerassen en vochtige graslanden. Daar vangen ze kikkers en padden, kleine reptielen en insecten; die vormen wel hun hoofdvoedsel, maar af en toe eten ze ook kreeftachtigen en piepkleine zoogdieren. Zwarte Ooievaars vormen vaste broedparen, voor het leven verenigd. Na de voorjaarstrek, eenmaal terug in de broedgebieden, bouwt elk broedpaar een takkennest in de top van een zware boom, vaak een eik of een beuk. Het vrouwtje legt daar twee tot vier eieren, die door beide ouders in ongeveer vijf weken worden uitgebroed. De jongen worden negen tot tien weken op het nest verzorgd voor ze uitvliegen. De Zwarte Ooievaar is vrij zwijgzaam; op het nest hoor je soms een klagend “hie-lieh”. De vlucht is krachtig en regelmatig vaak afgewisseld met een glijvlucht. Tijdens de trek naar het zuiden vliegen de dieren op grote hoogte.

Zwarte Ooievaar ©Toy Janssen
Zwarte Ooievaar ©Toy Janssen
Zwarte Ooievaar ©Martien van Dooren
Zwarte Ooievaar ©Martien van Dooren

Dick Slaa