Nationale tuinvogeltelling 2025

Voor de 15e keer worden er tellingen van leden van de Vogelwacht Uden verzameld van de Nationale tuinvogeltelling. Tegen mijn verwachting in zijn er toch weer twee nieuwe soorten gezien die nooit eerder door ons geteld werden; de Dodaars en de Vuurgoudhaan. Na al die jaren zijn er nu 67 soorten in totaal gezien, een deel daarvan is maar eenmalig gezien. Uiteraard die Dodaars en Vuurgoudhaan, maar ook Appelvink, Grote Gele Kwikstaart, Grote Zilverreiger, Kuifeend, Middelste Bonte Specht, Tjiftjaf, Watersnip, Witte Kwikstaart, Zwarte Roodstaart en Zwarte Specht. En ook de Bahamapijlstaart (een eendensoort) is maar eenmalig gemeld, maar dat is geen inheemse soort.

Er zijn 652 vogels geteld, verdeeld over 29 tuinen en 39 soorten. Een beetje scheef is het wel, want van de 652 vogels werden er 111 in één (grote) tuin gezien. Dit is ook de tuin met verreweg de meeste soorten, 20 stuks. Gemiddeld zien we 8,7 soorten en 22 vogels per tuin. Vergeleken met voorgaande jaren is 39 soorten gemiddeld, maar 23 vogels per tuin is laag (alleen in 2019 waren het er net zo weinig). De Huismus is bij ons het meest geteld, maar de Koolmees wordt in de meeste tuinen gezien (25 van de 29 dus). De Merel wordt in 23 tuinen gezien, maar in totaal werden er 44 Merels geteld. Meestal zie je ook maar één of twee Merels, vier was het maximum. In tabel 1 staan de aantallen die per soort door ons zijn gezien, met twee soorten opvallend hoog; de Sijs staat op plek 9, dit is één groep geweest in die grote tuin. Ook de Koperwiek staat hoog, op de elfde plek. Die zijn wel in twee verschillende tuinen gezien. Het leek er op dat er dit jaar geen één Groenling geteld zou worden, maar gelukkig was er bij de laatste inzending nog één Groenling gezien. Dat is wel het laagste aantal in al die jaren.

Regionale verschillen

Er zijn geen verschillen in de top 3 tussen landelijk, Noord-Brabant en onze tellingen. De Huismus, Koolmees en Pimpelmees staan er overal in dezelfde volgorde. Noord-Brabant lijkt heel veel op Nederland, er worden meer Houtduiven dan Vinken geteld, de rest van de soorten staan op dezelfde plek. Wij tellen naar verhouding meer Vinken en de Merel staat twee plaatsen lager. De Wilde Eend staat bij ons op de 7e plek (door die grote tuin), landelijk op de 19e plek.

Pimpelmees &coypy;Martien van Dooren

Groenling ©Martien van Dooren

Roodborst ©Martien van Dooren

De Merel

Een aantal jaar geleden kregen de Merels in Nederland last van het Usutu-virus. Dat was ook te zien in de landelijke tuinvogeltelling, de aantallen Merels daalden fors. Zelfs uit onze eigen cijfers was het op te maken. Nadien is er wel herstel te zien geweest en er was zelfs sprake van dat de Merel weer op zijn oude niveau terug was. Daarom het ik een grafiek gemaakt van onze tellingen waarbij je kunt zien hoe het hier met de Merel gaat. Omdat er niet elk jaar evenveel tuinen mee doen met de telling, is daar voor een correctie gedaan. In de grafiek staan drie lijnen. De blauwe lijn is het aantal getelde Merels, de rode lijn het aantal tuinen in dat jaar en de groene lijn is het aantal merels per tuin (m/t). In 2020 is er herstel te zien, maar daarna is het aantal Merels per tuin vrij constant en minder dan voor de Usutu-uitbraak in 2018. Bij ons is er dus nog geen compleet herstel.

Vogelvriendelijke tuin ©Martien van Dooren

De Merel en het Usutu-virus ©Arend Vermaat

Grote Bonte Specht ©Martien van Dooren

De tuinvogeltellers

Annetje Elfrink, Leo Ballering en Mignon van de Wittenboer, Martien van Dooren, Glenn van de Akker, Corine Hagens, Ad Bekkers, Marion Wetzels, Peter van de Braak, Wilbert van de Rakt, Annie van Eggelen, Ralf van Hoof, Ankie de Kemp, Jos van der Wijst, Karel van Lin, Ria de Vent, Alexander Vesters, Simone Schraven, William van de Velden, Noud van de Berg, Inge van den Heuvel, Rick Meulendijks, Arjan Peters, Tineke Huijs, Jan van den Tillaart, Theo Vos, Frank Verhoeven, Wout van Eldijk, ik zelf en alle huisgenoten die meegeteld hebben.

Arend Vermaat

De 31 tuinvogeltellingen opgeteld per soort