Broedgeval Waterral in de Maashorst
Op 19 juli werd door Etienne van Dillen bij een vennetje in de Maashorst een paartje Waterrallen met 3 pullen gefotografeerd. Dit is het eerste gedocumenteerde broedgeval van de Waterral in de Maashorst. Er werden eerder exemplaren waargenomen, maar dat ging vrijwel zeker om doortrekkende vogels. In het werkgebied van de Vogelwacht Uden is de Waterral een zeer schaarse broedvogel. Hij broedt wel vrijwel ieder jaar in het Annabosje en er is een gedocumenteerd geval in het Hurkske.
Met zo’n 2.800 tot 4.700 broedparen is de Waterral in ons land zeker geen zeldzame broedvogel, maar het zwaartepunt van hun verspreiding ligt duidelijk in de lage delen van Nederland. Zoals de naam al doet vermoeden is de Waterral afhankelijk van water. Ze broeden namelijk in moerasgebieden met veel ondergroei en kleinschalig open water en zijn dan ook in aardige aantallen te vinden in bijvoorbeeld de Oostvaardersplassen en de Weerribben, hoewel ze ook genoegen nemen met kleinere moerassen of rietslootjes. Op de hoge zandgronden (minder nat) zijn Waterrallen echter veel schaarser en zo ook in regio Uden. Toch zijn er dit jaar in de Maashorst kleine Waterralletjes opgedoken. Aan het begin van de zomer waren nog niet alle vennetjes in het natuurgebied van de Maashorst opgedroogd. Een koppeltje Waterrallen zag de kans schoon om hier hun legsel uit te broeden.
Waterrallen zijn notoir geheimzinnige vogels met een verborgen leefwijze en om ze te zien heb je een goede dosis geluk nodig. Áls ze er zijn maak je meer kans om ze te horen (het “gillende speenvarken”). Waterralpullen, pluizige zwarte donsballen met een felgeel snaveltje, verlaten meteen na het uitkomen hun nest en zijn misschien nog niet zo goed in geheimzinnig doen. Ze worden nog 20 tot 30 dagen verzorgd door hun ouders. Waterrallen hebben één tot twee broedsels per jaar met meestal 6-11 eieren.
Bij de ontdekking van het broedgeval op 19 juli werden in eerste instantie 3 pullen gezien, maar al snel bleek het om maar liefst 5 jongen te gaan. In de daaropvolgende weken zagen verschillende waarnemers op diverse momenten tussen de 2 en 5 pullen. Het was duidelijk dat niet alle waterrallen, inclusief de ouders, zich altijd even goed lieten zien. Het vennetje werd ondertussen droger en droger en minder geschikt voor het jonge gezin om voedsel te vinden en in de eerste weken van augustus werden er meestal nog maar 2 of 3 pullen gezien, maar juist omdat ze zich zo goed kunnen verstoppen is het is dus lastig te zeggen hoeveel van de pullen groot genoeg zijn geworden om de nestlocatie te verlaten. De oudere vogels werden niet meer gezien sinds 8 augustus, maar toch werden rond 18 augustus nog 2 jongen waargenomen. Deze vogels waren al redelijk groot en het is vrij aannemelijk dat deze het overleefd hebben, zie filmpje. Met zomers als deze, waarin geschikt broedbiotoop bijna letterlijk voor je neus opdroogt, is het afwachten of de soort in de toekomst een nieuwe broedpoging zal ondernemen.
Gedurende de wintermaanden zijn Waterrallen in ons land talrijker en ruimer verspreid. In de winter en tijdens de trek worden ze ook vaker in Oost-Brabant gesignaleerd. Ook dan blijft de soort in de Maashorst echter erg schaars. Een deel van de Nederlandse Waterrallen blijft tijdens de winter in eigen land, maar de meeste overwinteren in Groot-Brittannië en Frankrijk, wanneer juist Waterrallen uit het noorden en oosten van Europa in Nederland verschijnen om de winter door te brengen. Moerasontwikkeling en zachte winters zijn gunstig voor zowel broedende als overwinterende waterrallen en de Nederlandse broedpopulatie laat dan ook een stijgende lijn zien.
Noud van den Berg