Zwarte Mees, Periparus ater, 10 - 11,5 cm
Herkenning
Deze kleine mees leeft vooral in naaldbossen. Hij is iets kleiner dan de Pimpelmees en lijkt wat op een kleine Koolmees. De Zwarte Mees heeft geen gele, maar een roomwitte buik en de kop is naar verhouding groot in vergelijking met het kleine lichaam. De kop is zwart, met een witte wangvlek en een kenmerkende witte nekvlek. Heeft verdere een dubbele witte vleugelstreep en een grijsachtige rug en vleugels. De snavel is lang en spits. Buiten de broedtijd trekken de Zwarte Mezen rond met Koolmezen en Pimpelmezen op zoek naar voedsel. Zwarte Mezen zoeken hun voedsel in de kruinen van de bomen.
Biotoop
Naaldbossen, vooral sparrenbossen, buiten het broedseizoen ook wel in boomgaarden en tuinen.
Geluid
De zang van de Zwarte Mees lijkt wat op een handfietspomp en is weinig gevarieerd.
Voedsel
Kevertjes, vliegjes, bladluizen, spinnetjes, insecteneieren en larven. Ze zijn erg behendig in het zoeken naar insecten. Eet ook wel plantaardig voedsel zoals sparrenzaden en onkruidzaden. In de winter wordt hij ook wel op de voedertafel gezien. Het zijn ijverige hamsteraars, ze verstoppen voedsel op plekken waar ze gewoonlijk ook hun voedsel zoeken.
Broeden
Broedt in boomstronken, muurgaten, oude muizengangen, een holte in de oever en nestkasten, meestal laag bij de grond. Beide ouders bouwen het nest van mos en bekleden het dik met haar en veertjes, waardoor een mooie kom ontstaat. Tijdens het broeden voert het mannetje het vrouwtje. De zeven tot negen eieren worden twee weken bebroedt, na zestien tot negentien dagen verlaten de kuikens het nest.
Aantallen in Nederland
Het is bij ons een standvogel, noordelijke en oostelijke broedvogels trekken wel bij ons door of overwinteren bij ons. Neemt af in aantal, nog 16.000 tot 20.000 broedparen.
Aantallen in onze omgeving
Was in onze omgeving vooruit gegaan maar lijkt nu weer af te nemen. Dat is nog niet in cijfers te zien. Toch in de meeste bossen aan te treffen, zeker als er genoeg Sparren staan.