Zilverplevier, Pluvialis squatarola, 26 - 29 cm
Herkenning
Vrij grote plevier, met dik lijf, grote kop en zware snavel. In de vlucht is een brede witte vleugelstreep zichtbaar en de stuit is wit. De okselveren zijn zwart (de Zilverplevier heeft zwarte okselveren, geen enkele andere steltloper heeft zwarte oksels). In de winter zijn de kop en buik licht van kleur, de rug is lichtgrijs gemêleerd. In broedkleed wordt echter de Zilverplevier diepzwart op zijn buik en borst en kop. Is te verwarren met de Goudplevier, maar heeft een zwaarder postuur, forsere snavel en grotere ogen. De Zilverplevier heeft vaak een ineengedoken houding, de Goudplevier staat rechtop. Overwinterd in Afrika, maar enkele blijven hier.
Biotoop
Delta’s en kwelders (wadden), in broedgebied arctische toendra’s van Canada en Rusland voorbij de boomgrens op stenige richels.
Geluid
De Zilverplevier heeft een heldere, driedelige roep
Voedsel
Er wordt vooral wormen, week- en schelpdieren, zeeslakken en krabbetjes, die soms rennend gevangen worden.
Broeden
Het nest is een simpel kuiltje tussen de stenen en het korstmos. In juni worden vier eieren gelegd, die bijzonder fel door de ouders verdedigd worden. De kuikens zijn nestvlieders. Tegen het einde van augustus zijn de jongen vliegvlug.
Aantallen in Nederland
Broedt niet bij ons, doortrekker, vooral op de wadden, slikken en buitendijks grasland. Enkele vogels blijven in Nederland in de winter.
Aantallen in onze omgeving
Vrij zeldzame doortrekker voor onze regio. Niet elk jaar, maar toch regelmatig overtrekkend op de telposten, meestal met regenachtig weer.