Zilvermeeuw, Larus argentatus, 54 - 60 cm

Zilvermeeuw | Larus argentatus
Zilvermeeuw

Herkenning

Dit is een veel voorkomende meeuw, die voornamelijk aan de kust voorkomt. Hij heeft een witte kop (in de winter gestreept) en staart en grijze bovenvleugels met zwarte vleugelpunten. Hij heeft een wat streng uiterlijk, een gele zware snavel en roze poten. Het is een robuuste en agressieve vogel. Van kuiken tot volwassen vogel kent zijn verenkleed vier stadia en draagt dus pas na vier jaar het volwassen kleed. Zilvermeeuwen broeden ook pas na vier jaar.

Biotoop

De Zilvermeeuw is voornamelijk standvogel, maar in de winter komen er veel noordelijke vogels bij. Het is vooral een kustvogel (een echte zeemeeuw) en broedt in kolonies. Kan wel dertig jaar oud worden.

Voedsel

Krabben, schelpdieren, zeesterren, vissen, regenwormen, maar het is ook een echte afvaleter. Hij schooiert op vuilstortplaatsen en volgt schepen voor overboord gegooide hapjes. Ook worden mosselen gegeten, ze laten de schelpen op een harde ondergrond vallen, zodat de inhoud opgegeten kan worden. De jonge vogels moeten dit nog leren. Er wordt regelmatig voedsel van andere vogels gestolen. Volgt op de Waddenzee de boten voor een lekker hapje. Voor het voedsel kan er een behoorlijk eind gevlogen worden, er is bekend dat vogels die op Texel broeden in de Amsterdamse binnenstad foerageren.

Broeden

Nestelt in kolonies in de duinen, op klippen en vooruitstekende punten aan de kust. Zilvermeeuwen zijn plaatstrouw en kunnen hetzelfde kuiltje jaren gebruiken als nest. Gras, zeewier en aanspoelsel worden gebruikt om het nest te bekleden. Bij de baltsroep wordt de kop schuin naar voren gestrekt en worden harde kreten uitgestoten. Beide ouders broeden en na een maand komen de eieren uit. De jongen verlaten al snel het nest en verstoppen zich in de dichtstbijzijnde vegetatie, wachtend op hun ouders. Die braken het voedsel uit nadat de kuikens de rode plek op de snavel hebben aangetikt. Ze herkennen elkaar in de kolonie door het unieke geluid dat iedere vogel heeft. Broeden ook op daken en schoorstenen, dit tegen predatie van o.a. de vos. Kuikens die hun ouders kwijt zijn worden zonder pardon door koloniegenoten opgegeten.

Aantallen in Nederland

42.000 tot 46.000 broedparen, de aantallen nemen af.

Aantallen in onze omgeving

Tussen de Kleine Mantelmeeuwen in de kolonie op het dak op het Veghelse industrieterrein zitten ook enkele Zilvermeeuwen te broeden.