Wulp, Numenius arquata, 48 - 57 cm
Herkenning
Grootste Europese waadvogel, opvallende statige verschijning. Onmiskenbaar door de extreem lange gebogen snavel. De snavel van het vrouwtje is wel een derde langer dan die van het mannetje. De dekveren zijn bruin, de kop egaal bruin (vergelijk Regenwulp), de hals en borst zijn donker gestreept en de buik is wit. In de vlucht valt de witte wig op de stuit op.
Biotoop
In de broedtijd heidevelden, grasland, duinen en moerassig gebied, in de winter schorren en slikken. Van de Wulp wordt wel eens gezegd: "van heidevogel naar weidevogel" omdat hij steeds meer in grasland broedt. Overwintert langs de kusten van Groot-Brittannië, Frankrijk en Spanje, maar ook Nederland. Bij ons ook doortrekker.
Geluid
In de broedtijd maken ze een prachtig jodelend geluid, waarmee ze hun territorium afbakenen.
Voedsel
Het voedsel bestaat uit: schelp- en schaaldieren (liefst kleine krabbetjes), insecten, wormen, visjes, kikkers en in de herfst ook bessen en zaden. Met een ruk worden de prooien in de snavelopening geworpen. Met de gevoelige snavelpunt wordt ook wel in de grond gewroet naar voedsel, maar meestal wordt het van de grond of van het wateroppervlak opgepikt.
Broeden
De vogels paren meestal al voor aankomst in het broedterrein. Broeden tegenwoordig meestal in grasland vanaf begin april. Door de opvallende baltsvlucht en de verdragende zang zijn ze niet te missen. Het mannetje maakt meerdere nestkuiltjes met de borst tussen de graspollen. Een ervan wordt met sprietjes bekleed. Vier eieren worden vier weken door beide ouders bebroed, ze lossen elkaar twee keer per dag af. De kuikens zijn na zes weken zelfstandig.
Aantallen in Nederland
3900 - 4800 broedparen in Nederland. Neemt af in aantal, in 25 jaar 40% minder. Ondertussen nauwelijks meer op heidevelden te vinden en op landbouwgrond nemen de aantallen ook af.
Aantallen in onze omgeving
In onze omgeving kwam de Wulp met enkele broedparen voor in onder andere de Maashorst, Koldert, Annabos. Inmiddels op de meeste plaatsen verdwenen, maar er worden elk jaar nog wel baltsende Wulpen aangetroffen. Of dat tot broeden en jongen leidt is maar de vraag.