Witte Kwikstaart, Motacilla alba, 16 - 19 cm
Herkenning
Slanke zwart-grijs-witte vogel met slanke poten en lange smalle witzwarte staart die constant op en neer bewogen wordt. De zwarte keelvlek is in de zomer veel groter dan in de winter. Is vaak druk in de weer, loopt vaak met stotende onrustige bewegingen. Is vaak in februari al weer terug in Nederland. Er is ook een Rouwkwikstaart, deze heeft een donkere rug en dekveren. De Rouwkwikstaart komt vooral in Groot-Brittannië voor.
Biotoop
Talrijke vogel van open cultuurlandschap bij bebouwing en water zoals boerderijen en oevers van meren. Komt ook wel in dorpen en steden voor.
Voedsel
Vliegen, muggen, kevers, mieren, libellen en vlinders. Is vaak te vinden op asfaltwegen, waar hij achter vliegende insecten aanjaagt of de luizen en rupsen, die van de afhangende bomen zijn gevallen, opeet. Heeft open ruimte nodig om zijn voedsel te vergaren.
Broeden
Maakt een slordig nest van gras en ander ruw plantaardig materiaal in spleten, gaten nissen of holten. De binnenkant wordt bekleed met haren of veren. Nesten bij de huizen worden soms op de meest vreemde plaatsen gevonden. De vier tot zes eieren worden door het vrouwtje bebroedt. Na het uitkomen van de kuikens verzorgd vader deze verder en zit moeder op het volgende legsel.
Aantallen in Nederland
70.000 tot 110.000 broedparen in Nederland.
Aantallen in onze omgeving
Algemene broedvogel in het buitengebied, maar geen grote aantallen. In de meeste broedvogeltellingen vastgesteld.