Wintertaling, Anas crecca, 34 - 38 cm
Herkenning
Van dit kleinste eendje heeft het mannetje een kastanjebruine kop, met een geel omlijnde groene vlek over het oog, grijs lijf, grijze snavel, gele borst en anaalstreek. Op afstand lijkt het een kleine grijze eend met donkere kop. Het vrouwtje is bruin van kleur met donkere vlekken en strepen. Ze kunnen bijna loodrecht uit het water opstijgen. Vliegen in groepen met zeer snelle wendingen wat aan steltlopers doet denken. Voornamelijk wintergast. Wanneer de Wintertaling naast een Wilde Eend zwemt, zie je pas goed hoe klein hij is.
Biotoop
Rustige waterrijke gebieden met stilstaand water en dichte oeverbegroeiing (vennen en veenputten). Komt in het binnenland en aan de kust voor.
Voedsel
In brak water is het belangrijkste voedsel de vruchten van zeekraal en fonteinkruid. In het binnenland eten ze de vruchten van waterbiezen, kruipende boterbloem en muggenlarven. Wintertalingen zoeken hun voedsel vaak zwemmend met de kop onder water of grondelend.
Broeden
Voeren een vaak ingewikkelde balts uit. Mannetjes jagen elkaar soms over flinke afstanden achterna. Eén legsel met 5 tot 16 eieren, broedtijd loopt van mid april tot juli. Een maand na het broeden krijgt het mannetje zijn eclipskleed. Ze zien er dan bijna hetzelfde uit als de vrouwtjes. Ze vallen dan minder op voor predatoren.
Aantallen in Nederland
1600 - 1900 broedparen.
Aantallen in onze omgeving
In onze omgeving komt de Wintertaling niet als broedvogel voor. Wel kun je ze buiten het broedseizoen hier zien. Een goede locatie is de omgeving van de waterzuivering van Dinther.