Wielewaal, Oriolus oriolus, 22 – 25 cm
Herkenning
Prachtige fel gele vogel met zwarte vleugels en staart, ongeveer de grootte van een lijster. Komt pas laat terug uit Afrika als de bladeren bij ons al aan de bomen zitten. Hierdoor is het moeilijk om hem te ontdekken tussen de geelgroene bladeren. Het vrouwtje is meestal wat groener van kleur met gestreepte onderzijde, maar kan ook net zo geel zijn als het mannetje. De snavel is fors en roodachtig van kleur. Laat zich meer horen dan zien.
Biotoop
Leeft hoog in broekbossen, populierenbossen, grote tuinen en boomgaarden met oude bomen, liefst in de buurt van water.
Geluid
Staat bekend om zijn liedje (dudeljo), maar kan ook gaai-achtige klanken voortbrengen.
Voedsel
Insecten (harige rupsen, vlinders, hommels, meikevers) en vruchten (bessen, kersen). Soms ‘bidt’ de vogel, voor dat hij de prooi van een blad af pikt.
Broeden
De Wielewaal maakt zijn diepe komvormige nest hoog in een loofboom in de vork van een horizontale tak. Het is een kunstig gevlochten nest dat gemaakt is van halmen en bast. De buitenkant wordt bekleed met mos en korstmos. Er worden drie tot vijf eieren gelegd, die alleen door het vrouwtje worden uitgebroed. Na twee weken broeden en nog eens twee weken voeren vliegen de kuikens uit. Ze worden eerst gevoerd met uitgebraakt voedsel, daarna met hele prooidieren. Soms helpen eenjarige vogels hierbij.
Aantallen in Nederland
Rode lijstsoort door afname van de houtwallen en verdroging van de bossen. 1700 tot 2900 broedparen.
Aantallen in onze omgeving
Als broedvogel is de Wielewaal in onze omgeving schaars. Op Landgoed de Tongelaar bij Mill is de kans groter om ze aan te treffen.