Waterpieper, Anthus spinoletta, 15,5 – 17 cm
Herkenning
Lijkt in winterkleed sterk op de Oeverpieper, maar de rug is lichter gekleurd en de borst en buik hebben een lichtere grondkleur met duidelijkere strepen. Heeft zuiver witte buitenste staartpennen en een witte oogstreep. In zomerkleed heeft de Waterpieper een mooie roze ongetekende borst en buik en zijn de bovendelen en de kop grijzer. In de vlucht zijn duidelijk witte vleugelstrepen zichtbaar, deze ontbreken bij de Oeverpieper. Maakt gebruik van gemeenschappelijke slaapplaatsen, meestal in rietkragen.
Biotoop
Berggebieden, kale hellingen, hoogvlakten, bij ons ’s winters langs oevers van meren, rivieren, zoetwatermoerassen of ondergelopen akkers en weilanden. Mijdt zoute milieus.
Voedsel
Voornamelijk insecten, maar in de winter ook zaden.
Broeden
Broedt op de grond op met gras bedekte hellingen. De vier tot vijf eieren worden door het vrouwtje uitgebroed. De jongen zijn na zestien dagen vliegvlug.
Aantallen in Nederland
Schaarse wintergast, 5.000 tot 10.000 exemplaren.
Aantallen in onze omgeving
Schaarse doortrekker, jaarlijks enkele waargenomen op de telpost. Her en der in de winter aan te treffen, bijvoorbeeld bij de Dintherse Waterzuivering of langs de Aa ten zuiden van Veghel.