Velduil, Asio flammeus, 34 - 42 cm
Herkenning
De grootte van de Velduil is vergelijkbaar met de Bosuil en de Ransuil. Opvallend zijn de' strenge' gele ogen in een zwart masker. De Velduil lijkt veel op de Ransuil, maar het verenkleed is grover gevlekt. De Velduil heeft net als de Ransuil 'oortjes', deze zijn echter kleiner en minder opvallend dan die van de Ransuil. De eigenlijke oren zitten aan weerszijden van de kop. In de vlucht verschilt de Velduil van de Ransuil door zijn slankere, spitsere vleugels. Een belangrijk kenmerk is dat de Velduil dikwijls overdag jaagt.
Biotoop
De Velduil voelt zich thuis in gebieden die laagbegroeid zijn en een open karakter hebben, zoals moerassen, heidevelden, duinen en kwelders. Dit betekent voor Nederland dat de Velduil veelal te vinden is in de kop van Nederland en op de Waddeneilanden. Bij ons in de omgeving is de Velduil niet aanwezig, hooguit zie je een enkele keer een Velduil die rondzwerft.
Voedsel
De Velduil heeft een belangrijke prooisoort; de woelmuis. Het al dan niet voorkomen, of een plaag veroorzakend, bepaalt het aantal broedende Velduilen.
Broeden
De Velduil broedt op de grond, tussen half april en begin juni. Afhankelijk van het voedselaanbod tot 10 eieren, die direct bebroed worden. Twee weken na de uitkomst verspreiden de jongen zich in de omgeving. Soms een tweede legsel. Een vogel kan het volgende jaar in een heel ander land broeden.
Aantallen in Nederland
Het aantal broedparen in Nederland varieert van 10 - 100 paren per jaar, afhankelijk van het aantal woelmuizen..
Aantallen in onze omgeving
In het voor- en najaar worden er doortrekkende Velduilen waargenomen in kleine aantal, vooral op de telposten, maar soms ook zomaar op de hei.