Vale Gier, Gyps fulvus, 95 – 110 cm
Herkenning
Met een vleugelspanwijdte van ongeveer twee meter vijftig is de Vale Gier een van de grootste en indrukwekkendste Europese roofvogels. Tijdens hun trage zweefvluchten op de thermiek trekken ze de lange hals in. Het is een lichtbruine vogel met grote donkere dekveren en een witte kop, hals en halskraag. De vleugeldekveren zijn lichtbruin, de slagpennen donker, waardoor ze een tweekleurige indruk maken. Ze hebben brede vleugels met zeer lange gespreide vingers De staart is naar verhouding zeer kort, donker en vierkant.Ze zweven vaak in een typische ondiepe V-vorm.
Biotoop
Open gebieden, kale bergen en kloven met steile rotswanden, voornamelijk in de bergen van Spanje, Turkije en de Kaukasus.
Voedsel
Dit bestaat voornamelijk uit het vlees en de ingewanden van kadavers. Op sommige plekken in Spanje is hij geherintroduceerd en wordt daar gevoerd met slachtafval.
Broeden
Het is een standvogel die vooral in de bergen rond de Middellandse Zee broedt. Vaak wordt in kleine kolonies gebroed. Het nest ligt meestal op een ontoegankelijke plaats, zoals een rotsrichel. Soms wordt de horst van een roofvogel gebruikt. Het enige ei is roodbruin gevlekt en wordt vooral door het vrouwtje in 48 tot 52 dagen uitgebroed. Beide ouders voeren het jong, dat na drie maanden pas uitvliegt. Na nog een maand is het jong zelfstandig.
Aantallen in Nederland
Door honger gedreven kunnen Vale Gieren soms ver afdwalen tot zelfs in Nederland aan toe.
Aantallen in onze omgeving
Zeer schaarse doortrekker, maar vier gevallen. De oudste waarneming is van 2007, twee vogels. Zomer 2012 wordt er een ter plaatse ontdekt in de buurt van vliegveld Volkel die door veel mensen is gezien. In 2020 vliegt er een groep van 14 over en in 2021 een groep van 15. Alle waarnemingen zijn in de zomer.