Toendrarietgans, Anser serrirostris, 69 - 88 cm
Herkenning
Van alle 'grauwe' ganzen is de Toendrarietgans de meest zwijgzame soort. Hij is te herkennen aan zijn donkerbruin gevlekt verenkleed, de lange donkere hals, donkere kop met geel-zwarte snavel en oranje poten. Is middelgroot tot groot en heeft lange vleugels. Vergeleken met de Grauwe Gans is de kop kleiner en de hals dunner. De Toendrarietgans komt bij ons meer voor dan de nauw verwante Taigarietgans. De Toendrarietgans heeft een kortere nek en snavel dan de Taigarietgans.
Biotoop
Akkers in het binnenland in de winter. Broedt op de toendra.
Voedsel
Grassen en hun wortelstokken, oogstresten van suikerbieten en akkeronkruiden. Door de zaagrand aan de bovensnavel zijn ze in staat om dit ruwe voedsel te eten.
Broeden
Broedt in open berkenbossen en naaldbossen in noord Rusland, vooral west Siberië. Het broedsel bestaat uit vier tot zes eieren, die na vier weken uitkomen. Als het vrouwtje het nest verlaat om zich te voeden, bedekt ze de eieren met donsveren. Ze begint pas met broeden als alle eieren gelegd zijn, waardoor alle kuikens tegelijk uitkomen. Het zijn donzige nestvlieders, die al snel zelf hun voedsel zoeken.
Aantallen in Nederland
Enkele broedparen broeden in Nederland, als wintergast talrijk; 265.000.
Aantallen in onze omgeving
Broedt niet in onze omgeving, maar wel een wintergast hier en doortrekker.