Taigarietgans, Anser fabilis fabilis, 69 - 88 cm
Herkenning
Een grauwe gans met een donkere kop en oranje poten. Samen met de Toendrarietgans vaak als één soort beschouwd, maar in Nederland meestal als aparte soort. Taigarietganzen hebben vergeleken met Toendrarietganzen een meer zwaanachtige kop en vaak een oranje snavel (maar niet altijd en Toendra's kunnen ook veel oranje hebben). Goede foto's helpen voor het op naam brengen.
Biotoop
Broedt in de taiga-zone van Siberië en Scandinavië.
Geluid
Voedsel
Grassen en hun wortelstokken, oogstresten van suikerbieten en akkeronkruiden. Door de zaagrand aan de bovensnavel zijn ze in staat om dit ruwe voedsel te eten.
Broeden
Broedt in open berkenbossen en naaldbossen in noord Rusland en west-Siberië. Het broedsel bestaat uit vier tot zes eieren, die na vier weken uitkomen. Als ze het nest verlaat om zich te voeden, bedekt ze de eieren met donsveren. Ze begint pas met broeden als alle eieren gelegd zijn, waardoor alle kuikens tegelijk uitkomen. Het zijn donzige nestvlieders, die al snel zelf hun voedsel zoeken.
Aantallen in Nederland
Enkele tientallen jaren geleden kwamen er in de winter vrij veel Taigarietganzen naar Nederland, tot wel 18.000 met strenge vorst. die aantallen zijn hard gedaald en tegenwoordig blijft het bij enkele exemplaren en dat zelfs niet elke winter.
Aantallen in onze omgeving
Broedt niet in onze omgeving. De laatste vaste overwinteringsplaats was bij Helvoirt, hier enkele tientallen kilometers vandaan.