Stormmeeuw, Larus canus, 40 - 46 cm
Herkenning
Middelgrote sierlijke meeuw, iets groter dan de kokmeeuw en lijkt iets op Zilvermeeuw, maar de Stormmeeuw is kleiner. Er zijn drie leeftijdsgroepen. De adulte Stormmeeuw heeft een ronde vriendelijke kop met een donker oog, een dunne gele snavel, geelgroene vrij lange poten, de buitenste handpennen zijn zwart met witte vlekken, de rug en dekveren zijn blauwgrijs. In de winter heeft de kop grijsbruine strepen.
Biotoop
De Stormmeeuw is een meeuw van rustig water en waagt zich zelden ver op zee. Komt verder voor op akkers, parken, sportvelden.
Voedsel
Vindt zijn voedsel vooral langs de kust en in landbouwgebieden. Eet insecten en wormen die achter de ploeg worden vergaard, eet verder zaden, vis, schaaldieren, zeepieren, zeesterren, weekdieren, kleine zoogdieren, eieren en kuikens, kleine vogeltjes, aas, afval en pikt ook wel het voedsel van andere meeuwen af.
Broeden
Broedt in kolonies of in losse paren langs kusten, op eilanden, in moerassen, langs rivieren of meren in het binnenland. Broedt vaak in de nabijheid van Zilvermeeuwen. Het nest is soms een klein kuiltje, soms een grote stapel gras en zeewier. Het ligt altijd in de buurt van water, soms op de rotsen, op de vegetatie of ook in bomen. Er worden twee of drie eieren gelegd en beide ouders broeden. Na drie weken komen de kuikens uit het ei, die ook door beide ouders worden gevoerd.
Aantallen in Nederland
3300 - 3700 broedparen in Nederland. In de winter komen veel vogels uit oost en noord Europa naar ons land om te overwinteren (voornamelijk noord Nederland en de Waddenzee).
Aantallen in onze omgeving
Broedt niet in onze omgeving. In het winterhalfjaar hier wel te zien, meestal in het buitengebied.