Rouwkwikstaart, Motacilla yarellii, 16,5 – 19 cm
Herkenning
Slanke vogel met lange, smalle zwart-witte staart die constant op en neer bewogen wordt. Verschilt van de Witte Kwikstaart door zijn glanzend zwarte rug en stuit, de rug en stuit van de Witte Kwikstaart zijn grijs. Het gezicht en de buik zijn contrasterend wit. Ook de witte vleugelstrepen zijn bij beide geslachten opvallend. De Rouwkwikstaart werd lang als ondersoort beschouwd van de Witte Kwikstaart, maar is nu een afzonderlijke soort. Ze hebben een kenmerkende korte roep.
Biotoop
Gelijk aan Witte Kwikstaart, dus vogel van tuinen, boerderijen en open land, bedrijventerreinen, bruggen, grasland en steden.
Voedsel
Jaagt op de grond, heen en weer rennend op insecten. Eet rupsen en luisjes van de weg. Eet ook insecten die aanspoelen op oevers.
Broeden
De Rouwkwikstaart is een holtebroeder, ze nestelen in holtes van oevers, rotsen, stapels hout, oude muren of binnen in vervallen gebouwen. Er worden vijf tot zes eieren gelegd, die na elf tot zestien dagen broeden uitkomen. De kuikens vliegen na twee weken uit. Ze komen vooral op de Britse eilanden voor en zijn daar standvogels.
Aantallen in Nederland
Zeldzame broedvogel in Nederland, vooral in de kuststreek, 20 – 30 broedparen. In maart en april kunnen door een oostelijke trekroute enkele honderden Rouwkwikstaarten in Nederland aangetroffen worden.
Aantallen in onze omgeving
Zeldzame doortrekker. Op verschillende plekken in deze omgeving gezien, onder andere bij het Palmven.