Roodhalsfuut, Podiceps grisegena, 46-51 cm
Herkenning
Deze fuut soort is van de gewone Fuut te herkennen door zijn roodbruine hals en grote witte wangen. In zijn winterkleed is het verschil minder groot, maar hij heeft geen witte wenkbrauwstreep en een gele snavelbasis.
Biotoop
Kleine ondiepe waters (vennen). In de winter overwintert deze op zee of op binnenwateren.
Geluid
Het geluid is een hoog "Kek-Kek".
Voedsel
De Roodhalsfuut eet voornamelijk waterinsecten (larven). Eet ook vis, maar in mindere mate dan de Fuut.
Broeden
Maakt een nest van plantenresten wat verankerd ligt tussen het riet. De jongen liften vaak mee op de rug van de ouders.
Aantallen in Nederland
Zeldzame broedvogel in Nederland met slechts 10-15 broedparen. In de winter ook een schaarse wintergast, met name aan de kust, maar ook in binnenwateren.
Aantallen in onze omgeving
Slechts een paar maal in de regio aangetroffen; op Hemelrijk te Volkel in 1990 en in 2000 op een vijver in het Arboretum in Heesch. Op de Kraaijenbergse Plassen wordt de soort vaker gezien.