Reuzenstern, Hydroprogne caspia, 48 - 55 cm
Herkenning
Zeer grote witte stern met een felrode zware snavel met zwarte punt. Een goed herkenningsteken in de vlucht is dat er veel zwart aan de onderkant van de handpennen te zien is. Het grootste gedeelte van het jaar is de kopkap zwart gestreept, alleen in de zomer is deze egaal zwart. De staart is gevorkt en de poten zijn zwart, de dekveren lichtgrijs. De Reuzenstern is bijna zo groot als een Zilvermeeuw en heeft ook een meeuwachtige, minder soepele vlucht. De zware snavel valt op in de vlucht.
Biotoop
Zandige kusten, meren, grote rivieren en eilanden in het Oostzeegebied.
Voedsel
Het voedsel bestaat voornamelijk uit vis, dat in de broedtijd soms wel 60 kilometer van de broedplaats gevangen wordt. Reuzensterns vissen met een spectaculaire duik, meestal niet op zee, maar in zoet of brak water van lagunes.
Broeden
Broedt op afgelegen plekken in kolonies of solitair, op voor de kust gelegen eilanden. Het nest is slechts een kuiltje op de stenige of zandige grond. De twee tot drie eieren komen na een broedtijd van 20 tot 25 dagen uit.
Aantallen in Nederland
Zeer schaarse zomergast en doortrekker, vooral in augustus en september. De meeste overwinteren in westelijk Afrika.
Aantallen in onze omgeving
Slecht tweemaal in onze regio waargenomen; telpost zuid, augustus 2004 en september 2021, 's nachts roepend boven Vorstenbosch.