Putter, Carduelis carduelis, 12 – 13,5 cm
Herkenning
De Putter is gemakkelijk te herkennen aan zijn rode gezicht. De kop is verder zwart met wit, de rug is effen bruin, de vleugels zwart met geel en de staart is gevorkt. De brede gele vleugelstreep is ook goed te zien als hij zit. Het is een mooie opvallend gekleurde vogel die ook wel ‘distelvink’ wordt genoemd, omdat hij graag de zaden van de distels eet. De snavel is een echte zaadsnavel, conisch van vorm, lang, spits en licht van kleur, precies gemaakt om zaden uit bloemhoofden te peuteren. Het geluid is kenmerkend, babbelend en kwetterend, de vlucht is dansend. Wordt buiten de broedtijd vaak in groepen gezien.. Mannetje en vrouwtje van de Putter zijn gelijk. De Putter werd vroeger veel in kooitjes gehouden, vanwege zijn mooie kleuren. Hij dankt zijn naam aan het feit dat volièrevogels een klein emmertje aan een touwtje omhoog kunnen halen.
Biotoop
Loofbossen, gemengde bossen en dennenbossen, ook in tuinen, boomgaarden en parken.
Geluid
De Putter heeft een zang die vaak een beetje als gebrabbel klinkt. Sommigen vinden de zang op die van een Kanarie lijken en anderen op de Sijs. De roep bestaat uit tie-de-liet en dan meerdere keren herhaald soms alleen tie-de/tie-de...
Voedsel
Uitgebloeide distels en klissen, zonnenbloemzaden, zaden van de paardenbloem en zaden van de kaardenbol. De zaden worden ook wel ondersteboven uit de bloemhoofdjes gehaald. De rode veertjes in het gezicht zijn extra stug en bieden zo bescherming tegen de stekels. Er worden in de zomer ook wel insecten gegeten.
Broeden
Het nest is en tere kom gevoerd met distelpluis, door het vrouwtje gebouwd, goed verborgen in de hoogste takken van een kleine boom. Er wordt twee weken gebroed, twee weken gevoerd en na het uitvliegen nog een week gevoerd. Het voer is meestal opgebraakte geweekte zaden en beide ouders voeren. Bij de jonge vogels ontbreekt het rode gezicht en de zwart-wit tekening nog. Wel hebben ze al de gele vleugelstreep.
Aantallen in Nederland
De Putter heeft zich sinds 1975 sterk uitgebreid, nu broeden 35.000 tot 43.000 paren in ons land, dit is een verachtvoudiging! In de trektijd worden grote groepen waargenomen.
Aantallen in onze omgeving
Was tot 20 jaar geleden een vrij zeldzame broedvogel in onze omgeving, maar sindsdien flink toegenomen. Regelmatig in parken in de dorpen te zien in de broedtijd. Ook in de bossen, bij de meeste inventarisaties worden er ook Putters vastgesteld. Zeker 100 broedpaar, waarschijnlijk veel meer.