Pontische Meeuw, Larus cachinans, 55 - 60 cm
Herkenning
Een grote meeuw die veel lijkt op de Zilvermeeuw. Verschilt door slankere langgerekte bouw ten opzichte van de Zilvermeeuw. De kop is kleiner met vlak achterhoofd en hoekige achterkruin. De snavel is langer en vaak zonder opvallende hoek ondersnavel. De poten lijken langer en zijn vleeskleurig tot strogeel. Onvolwassen dieren en in het winterkleed meestal een witte kop.
Biotoop
Broedvogel in het binnenland van Oost Europa.
Voedsel
Vis en dergelijke, afval, net als andere meeuwen alleseter.
Broeden
Broedt in kolonies op kleine eilandjes en langs ondiepe kliffen. Er worden 2 -3 eieren gelegd die na 30 dagen uit komen en na 7 weken kunnen de jongen vliegen.
Aantallen in Nederland
Inmiddels ook in Nederland broedend, nu zo'n 40 broedpaar. Ongeveer 500 overwinteraars.
Aantallen in onze omgeving
Waarschijnlijk talrijker dan het aantal waarnemingen doet vermoeden. Wordt op de telposten overvliegend gezien. In Uden bij de gemeentewerf zitten ze wel eens tussen de andere meeuwen en langs de Zuid-Willemsvaart in Veghel ook regelmatig te zien.