Pestvogel, Bombycilla garrulus, 18 - 21 cm
Herkenning
Roodbruine grijsachtige compacte vogel met een dikke hals, grote kuif en een smal zwart oogmasker. De vleugeltekening is mooi gekleurd, de keel is zwart en de staartpunt is heldergeel. Bij het mannetje is de gele eindband van de staart breder dan bij het vrouwtje. Het is een opvallende verschijning. Pestvogels zijn erg sociale vogels, die altijd in groepen rondtrekken. Doordat ze in hun normale leefgebieden geen mensen tegenkomen, zijn ze erg tam. De vlucht lijkt op die van een Spreeuw, snel en recht, met af en toe een hoge roep. Je ziet dan ook de lichte ondervleugel. De Pestvogel is bij ons een invasiegast, d.w.z. dat als in hun broedgebieden het voedsel schaars wordt, gaan ze zwerven. We zien ze dus lang niet ieder jaar bij ons, maar slechts af en toe. Vroeger, in de tijden vol bijgeloof, dacht men dat de Pestvogel en voorbode was van ziekte en ongeluk. Dit kwam door zijn invasie-achtige karakter (naam).
Biotoop
Afgelegen oude bossen met vochtige bosrijke bodem met korstmossen. Bij voedselschaarste komt hij ook naar ons land, we vinden ze dan vooral op bes dragende struiken in stadsparken en grote tuinen.
Voedsel
Voornamelijk bessen zoals de Hondsroos, Jeneverbes, Gelderse Roos, Hulst, Meidoorn en Lijsterbes. Het zoeken van voedsel gaat vaak op acrobatische wijze. Door de lage voedingswaarde van de bessen moet hij er grote hoeveelheden van eten. In de broedgebieden worden insecten gegeten.
Broeden
Nestelt hoog in de vork van een tak, vaak in naaldbomen bij een meer of beek. Ze kiezen vaak een boom aan de bosrand. In een komvormig nest van korstmossen, gras en naaldboomtakjes worden vier tot zes eieren gelegd. Het vrouwtje broedt deze in twee weken uit.
Aantallen in Nederland
Broedt niet bij ons, soms 's winters in grote groepen in stadsparken en grote tuinen.
Aantallen in onze omgeving
Broedt niet bij ons. Laatste keer in onze regio was in 2016, in 2005 een flinke groep in Uden.