Ooievaar, Ciconia ciconia, 95-110 cm
Herkenning
Zeer grote vogel met zwart-wit lijf, lange nek en rode poten en snavel. Loopt met langzame statige passen door het weiland.
Biotoop
Komt voor in open landschappen met een hoge grondwaterstand en overgangen van hoge droge gronden naar lage vochtige delen (veenweidegebieden en langs de grote rivieren). Zijn erg populair, omdat ze graag bij de mensen wonen, (boerderijen) op hun dak of in hun tuin. Ieder jaar komen ze luid klepperend weer terug naar hun oude broedplaats. Zomergast die in de winter in Afrika verblijft. Gefokte exemplaren brengen vaak de winter bij ons door. Tijdens de trek zijn ze afhankelijk van de thermiek en moeten de kortst mogelijke weg kiezen bij het oversteken van de zee, bijvoorbeeld Gibraltar (geen thermiek boven zee).
Voedsel
Kleine dieren, zoals veldmuizen, mollen, kikkers, grote insecten, regenwormen, vis, jonge hazen en jonge weidevogels. Door het overschakelen op regenwormen hebben ze weer een goede kans om te overleven.
Broeden
Ooievaars kunnen prima zelf nesten maken, maar maken graag gebruik van aangeboden nestgelegenheid. Door herintroductie projecten (Ooievaarsdorpen) heeft de vogel zich hersteld. Broedt vaak in kleine kolonies in een groot nest van takken op een door de mens gemaakt platform (karrenwiel op paal met plateau). De nesten worden meerdere jaren achtereen gebruikt en kunnen tot enorme bouwsels uitgroeien. Mussen of Spreeuwen willen nog wel eens onder in het ooievaarsnest gaan broeden. Zijn zwijgzaam, maar op het nest begroeten de partners elkaar luid klepperend, waarbij de kop in de nek wordt gelegd. Er worden drie tot vijf eieren gelegd die in 33 dagen worden uitgebroed. Bij gevaar houden de jongen zich voor dood.
Aantallen in Nederland
Het dieptepunt was in 1974-1977 met vijf tot negen broedparen. Nu broeden er 825 tot 1000 broedparen in Nederland.
Aantallen in onze omgeving
Als broedvogel komt de Ooievaar in onze omgeving niet voor. Net buiten het werkgebied zijn er wel plaatsen waar Ooievaars broeden, onder andere in Megen en Sint Oedenrode. In de trektijd komen er regelmatig Ooievaars over de telposten, ook grote groepen.