Morinelplevier, Charadrius morinellus, 20,5 - 24 cm
Herkenning
Plevier met korte hals, grote kop en kleine snavel. Brede witte wenkbrauwstreep die V-vormig doorloopt tot in de nek, witte borstband, roestrode buik met zwarte buikvlek en witte onderbuik. De hals en rug zijn grijs. In winterkleed heeft de vogel een grijs voorkomen met lichte wenkbrauwstreep en borstband. Is vaak tot dichtbij te benaderen, omdat ze geen mensen gewend zijn. Broedt in onbewoonde streken in o.a. Scandinavië. Bij ons zeer schaarse doortrekker.
Biotoop
Hoge berggebieden ook boven de boomgrens, kale, dorre bergvlaktes. In de trektijd op heidevelden en met schorrekruid begroeide stranden.
Voedsel
Bestaat voornamelijk uit insecten, zoals vliegen, kevers, spinnen en ook slakjes, wormen en zaden.
Broeden
Na het leggen van meestal drie eieren, verliest het vrouwtje belangstelling voor het broedsel en laat dit uitbroeden en verzorgen van de kuikens aan het mannetje over.
Aantallen in Nederland
Voormalige broedvogel in de pas drooggevallen IJsselmeerpolders, die rond 1970 weer verdween. Tegenwoordig doortrekker in kleine aantallen.
Aantallen in onze omgeving
Op ons telpost Brobbelbies is deze soort al diverse malen waargenomen, eigenlijk wel elk jaar. Soms blijven ze ook een paar uur aan de grond.