Middelste Jager, Stercorarius pomarinus, 42 – 50 cm exclusief verlengde staart

Middelste Jager | Stercorarius pomarinus
Middelste Jager

Herkenning

Een bruine valkachtige roofmeeuw, die over de oceanen vliegt. Vliegt laag over de zee met een regelmatige ontspannen vlucht. Duidelijk groter dan Stormmeeuw, kleiner dan Zilvermeeuw. De stompe middelste staartveren zijn een goed kenmerk. Komt voor in lichte en donkere vorm. De donkere vorm is geheel donker, behalve de lichte dubbele vleugelvlekken. De lichte vorm heeft een witte buik met zwarte pet op kop, de witte hals valt hierbij op.

Biotoop

Toendra, kale eilanden en kustvlakten in Scandinavië, IJsland, Schotland en Spitsbergen.

Voedsel

Ze hebben een sterke neiging tot kleptoparasitisme. Dit wil zeggen dat ze het voedsel van andere vogels stelen. Dit gebeurt vooral op zee. Hebben ze een slachtoffer in het oog gekregen, dan wordt het tempo van de vleugelslag verhoogd en raken de vleugelpunten elkaar onder het lichaam. Ze achtervolgen de vogels tot ze hun prooi loslaten of uitbraken. Rooft ook jongen en eieren. Slachtoffers zijn vaak Drieteenmeeuw, Noordse Stern en Papegaaiduiker.

Broeden

Nestelen in losse kolonies op de grond in open terrein (toendra en venige kustvlakten) en doen felle aanvallen op indringers. Ze broeden pas als ze vier jaar oud zijn. De twee eieren liggen in een ondiep kuiltje en komen na 26 dagen uit, de jongen zijn na vier tot vijf weken vliegvlug. Lichte en donkere vorm vormen ook broedparen. Ze broeden vaak in de buurt van zeevogelkolonies.

Aantallen in Nederland

Doortrekker, vooral van augustus tot oktober. Broedt niet in ons land.

Aantallen in onze omgeving

Slechts éénmaal waargenomen in onze regio (telpost zuid, november 2007).

Middelste Jager ©Peter van de Braak
Middelste Jager ©Peter van de Braak