Lepelaar, Platalea leucorodia, 80-93 cm
Herkenning
Deze gemakkelijk herkenbare vogel met zijn sneeuwwitte verenkleed heeft een lepelvormige zwartachtige snavel met lichte vlekken en zwarte poten. In broedkleed is een afhangende kuif zichtbaar. Overwinterd in Afrika.
Biotoop
Moerassen, duingebieden, kwelders, agrarische gebieden met veel sloten.
Voedsel
Foerageren vaak op grote afstand (30 tot 40 km) van de broedplaats. Eten allerlei kleine waterdieren, maar vooral visjes (stekelbaarsjes) en kreeftachtigen zoals garnalen. Eten gezamenlijk in ondiep water en "lepelen" hun voedsel uit het water door er met maaiende bewegingen doorheen te gaan. De prooi wordt meer op de tast dan op zicht gevangen, het uiteinde van de snavel is erg gevoelig door de vele zenuwuiteinden.
Broeden
Zomervogel die erg plaatstrouw is. Alleen aanhoudende predatiedruk (vossen, bruine ratten) kan leiden tot verhuizing. Er broeden veel vogels op de Wadden, omdat de vos daar niet voorkomt. Vaak broeden Aalscholvers, reigers of meeuwen in de buurt. Broedt in kolonies op omgeknakt riet of in de struiken, ook wel in bomen. Beide partners maken het grote nest. Er worden meestal vier eieren gelegd die na drie weken uitkomen. Na drie tot vier weken verlaten de jongen het nest en zijn na drie weken zelfstandig.
Aantallen in Nederland
2530 - 3050 broedparen.
Aantallen in onze omgeving
De Lepelaar komt als broedvogel in onze omgeving niet voor. Regelmatig te zien als trekvogel over de telpost en als zwerver bij oprit Uden Zuid, bij Veghel langs de Aa en Schil en Punt.