Kramsvogel, Turdus pilaris, 22 - 27 cm
Herkenning
De Kramsvogel is een vrij grote, mooi gekleurde lijster met grijze kop en stuit, roestbruine rug en lange zwarte staart. De keel en borst zijn geel en is sterk gevlekt, de oksels zijn wit. Staat vaak in waakzame opgerichte houding. Het 'sjak-sjak' geluid is kenmerkend. Wordt vaak in grote groepen samen met de Koperwieken gezien.
Biotoop
Weilanden, boomgaarden met bessen en fruit.
Geluid
Roep is een kenmerkend "Tsjak-tsjak".
Voedsel
In de zomer wormen en insecten zoals spinnen en duizendpoten, in de winter meidoornbessen en andere bessen, zaden en afgevallen fruit.
Broeden
Broedt in open bossen, struiken, parken en grote tuinen, voornamelijk in Scandinaviƫ, Walloniƫ en Duitsland. Broedt in kolonies, waardoor ze zich beschermd voelen tegen kraaiachtigen, die actief weggejaagd worden of met uitwerpselen gebombardeerd. Het nest wordt in een takoksel gemaakt en is komvormig. Er worden vijf tot zes eieren gelegd, die het vrouwtje uitbroedt. Na ruim twee weken vliegen de jongen uit.
Aantallen in Nederland
Rode lijstsoort, 10 - 25 broedparen, voornamelijk langs onze oostgrens. Na een piek rond 1985 weer sterk afgenomen. Talrijke wintergast en doortrekker. Bij strenge kou trekken ze verder zuidwaarts.
Aantallen in onze omgeving
Broedt niet in onze omgeving, er zijn wel enkele intrigerende zomerwaarnemingen. Op doortrek en in de winter wel hier te zien.