Kolgans, Anser albifrons, 64 - 78 cm
Herkenning
Volwassen Kolganzen zijn middelgroot en hebben een opvallende witte 'kol' rond de snavel en duidelijk getekende onderdelen (donkere dwarsstrepen over de lichtbruine onderbuik). Hierdoor zijn ze gemakkelijk herkenbaar. De jonge vogels missen deze kenmerken. De Kolgans heeft slankere vleugels en is in de lucht leniger dan de meeste grauwe ganzen. Vliegende Kolganzen (in mooie V-formatie) zijn ook te herkennen aan hun roep, die hoger is dan de meeste ganzensoorten. Soms zit er tussen de Kolganzen een Dwerggans, deze is kleiner en heeft een gele oogring, bij ons een zeldzame soort. Er is ook een Groenlandse vorm van de Kolgans en die heeft een oranje snavel in plaats van een roze.
Biotoop
Vochtig grasland zoals ondergelopen weiland. Leeft in groepen.
Voedsel
Grassen en hun wortelstokken, oogstresten van suikerbieten en akkeronkruiden. Door de zaagrand aan de bovensnavel zijn ze in staat om dit ruwe voedsel te eten. Plantaardig voedsel verteert slecht, er moet veel van gegeten worden. Ganzen eten daarom de hele dag.
Broeden
Broedt voornamelijk in Siberië in venen, moerassen en poelen. Recent ook in Nederland broedend. Ganzen blijven hun partner hun leven lang trouw. Het nest is niet meer dan een kuil, gevoerd met gras en dons. Vier tot zeven vuilwitte eieren worden in vier weken door het wijfje uitgebroed. Families blijven tot het volgende seizoen bij elkaar.
Aantallen in Nederland
420 - 700 broedparen in Nederland, breidt zich uit. Overwintert echter met duizenden tegelijk in het Noorden van het land en rond de grote rivieren.
Aantallen in onze omgeving
Broedt niet in onze omgeving. In de winter hier wel te zien, meestal overvliegend. Op de telposten worden ze vanaf eind september op trek waargenomen, soms met duizenden per dag.