Kleine Rietgans, Anser brachyrhynchus, 64 – 76 cm
Herkenning
Een kleine gans met zeer donkere kop en bovenhals, blauwgrijze voorvleugels en lichte borst. De Kleine Rietgans lijkt op de Toendrarietgans, maar heeft een korte, driehoekige zwart met roze snavel en roze poten. De rug is blauwgrijs met witte strepen en de witte staartband is vrij breed. De bouw is wat gedrongen. Heeft een hoog en melodieus geluid, maar is ook vaak zwijgzaam.
Biotoop
Is bij ons in de winter vaak op bouwland te vinden. Verder zijn ze te vinden in kwelders, natte weilanden, stoppelvelden en geploegde akkers.
Geluid
Een hoog en melodieus geluid.
Voedsel
Allerlei grassen, granen, wortels, aardappelen, achtergebleven suikerbieten en bladeren.
Broeden
Broedt op arctische toendra en berghellingen van Groenland, IJsland en Spitsbergen, meestal in verlaten streken. Nestelt op de grond, maar soms ook op de rotsen of langs rivieroevers. Er worden vier tot zes eieren gelegd, die na vier weken uitkomen.
Aantallen in Nederland
Vrij talrijke wintergast van september tot april, vooral in Friesland. Zekere broedgevallen zijn tot op heden nog niet vastgesteld. Soms overzomeren enkele vogels.
Aantallen in onze omgeving
Regelmatig overvliegend over een van de trektelposten, maar niet elk jaar. Grootste groep was op 7 oktober 2019, 23 vogels.