Kleine Barmsijs, Acanthis cabaret, 12 – 14 cm
Herkenning
Een kleine gestreepte grijsbruine vinkachtige met helderrood voorhoofd en zwarte kin. Vrij zeldzaam. In de broedtijd is bij het mannetje de borst ook rood. De snavel is klein, geel en spits. Heeft een hoge metaalachtige roep. Ze worden soms samen met Sijsjes gezien. Lijkt veel op de Grote Barmsijs (vroeger één soort). De Kleine Barmsijs is geelbruin getint, de Grote is meer wittig. In de winter zien we vooral overwinterende Grote Barmsijzen, in de zomer meer Kleine Barmsijzen. Ook de Witstuitbarmsijs lijkt er veel op
Biotoop
Kreupelhout, heesterbeplanting, vooral els, wilg, lariksbossen, jeneverbes en berk. In noordelijke gebieden ook op rotsachtig terrein boven de boomgrens en op toendra’s. Hier ook in tuinen en begraafplaatsen
Geluid
Op de opname zijn de roepjes te horen van foeragerende Barmsijsjes. Snelle trillertjes. Soms zijn naast deze trillertjes ook opgaande nasale tonen te horen die doen denken aan een Keep.
Voedsel
Berkenzaden, elzenzaden, maar ook graszaden, onkruidzaden en kleine insecten. Ze hangen vaak aan het uiteinde van een tak te bungelen om daar de insecten af te halen.
Broeden
Het nest is een komvormig bouwsel gemaakt van twijgen en gras, bekleed met plantaardig pluis. Er worden vier tot vijf eieren gelegd, die in 11 tot 13 dagen worden uitgebroed. Er wordt ook wel in losse kolonies gebroed. Na twee weken vliegen de kuikens uit en worden ze nog enkele dagen gevoerd door beide ouders.
Aantallen in Nederland
100 tot 170 broedparen van de Kleine Barmsijs. ’s Winters komen hier ook Grote Barmsijzen voor.
Aantallen in onze omgeving
De Kleine Barmsijs komt als broedvogel niet voor in onze omgeving.