Klapekster, Lanius excubitor, 22 - 26 cm
Herkenning
De Klapekster is een witgrijze vogel met een brede zwarte band door het gezicht (bandietenmasker). De grote kop en de rug zijn grijs, buik en borst zijn zuiver wit. De snavel heeft een haakvormige punt, de zwarte lange staart heeft witte zijkanten en wordt regelmatig heen en weer bewogen. In de golvende vlucht is een witte vleugelvlek op de zwarte vleugels zichtbaar. Snelle vleugelslagen worden afgewisseld door glij-perioden met volledig ingetrokken vleugels. Zit vaak op een hoge uitkijkpost in de top van een struik of boom (vliegden) of op draad. De Klapekster kent verschillende ondersoorten. Het zijn vrij agressieve vogels die zelfs een Buizerd van haar nest kan verjagen. De naam komt van 'verklapekster'; De vogel werd in een kooi gestopt en men kon aan zijn gedrag zien wanneer er een roofvogel in de buurt was.
Biotoop
Berkenbossen, moerassen, heide, hoogvenen met verspreide dennen, kleinschalig cultuurlandschap (heeft uitkijkpost nodig).
Geluid
Het geluid van de Klapekster is een serie noten met vaak imitaties van andere vogels (bijvoorbeeld in de 2e opname zijn duidelijk de Witte Kwikstaart en de Gaai te herkennen). Altijd zitten er een paar dissonanten in. De alarmroep, die ook gebruikt wordt als er roofvogels in de buurt zijn, lijkt een beetje op de roep van een Gierzwaluw. Op de 2e opname hieronder is dit te horen in de eerste minuut van de opname.
Voedsel
Grote insecten, nestjongen, volwassen vogels, hagedissen, amfibieën en knaagdieren zoals muizen. De prooi wordt met de snavel gedood en na het vangen in de poten meegedragen, net als een roofvogel dat doet. Hij maakt een voorraadkamer van opgeprikte prooien, door deze op de doornen van een struik of in het prikkeldraad te prikken. Kan ook wel grotere vogels doden, zoals Merels en lijsters.
Broeden
De Klapekster brengt jaarlijks slechts één broedsel groot. Het nest is een kom van gevlochten gras en mos en wordt zacht gevoerd met pluisjes en veertjes. De vijf tot zeven eieren worden hoofdzakelijk door het vrouwtje uitgebroed in ruim twee weken. Beide ouders verzorgen de kuikens, die na ongeveer twintig dagen uitvliegen.
Aantallen in Nederland
Voormalige broedvogel, het laatste zekere broedgeval is van 1999. Wordt wel als wintergast regelmatig waargenomen, tussen de 300 en 400 vogels.
Aantallen in onze omgeving
Broedt niet in onze omgeving. In de winter zijn op de verschillende heidegebieden Klapeksters waar te nemen, zoals op de Kanonsberg (Nistelrode), bij de 3 vennen (Maashorst) en op de Slabroekse hei. In sommige jaren worden er in de Maashorst 5-6 gezien. Buiten de Maashorst zeer zeldzaam.