Grote Zilverreiger, Ardea alba, 85 - 100 cm
Herkenning
Zeer grote geheel witte reiger, even groot als Blauwe Reiger, maar sierlijker. Heeft een zeer lange dunne hals en een rechte dolksnavel. In de vlucht verschilt hij van de Kleine Zilverreiger, door de poten die ver achter de staart uitsteken. De Kleine Zilverreiger heeft gele poten die niet zover uitsteken. Wordt steeds meer gezien. Is bij ons wintergast, maar er komen steeds meer broedparen. Overwintert in het Middellandse Zeegebied en Afrika.
Biotoop
Sloten, waterkanten, ondergelopen land. Heeft 's winters gemeenschappelijke slaapplaatsen in bomen bij water, bijvoorbeeld een eendenkooi.
Voedsel
Vis en waterinsecten in sloten, maar ook zoogdieren zoals veldmuizen en amfibieƫn.
Broeden
Broedt in riet of bomen in grote moerasgebieden met overjarig riet. Broedt in kolonies, vaak met Lepelaars. Heeft in de broedtijd veel rust nodig. In broedkleed heeft hij lange sierveren aan de staart en de borst en een bijna zwarte snavel.
Aantallen in Nederland
Inmiddels zijn er tussen de 150 en 240 broedparen in Nederland, vanaf 1978 pas broedvogel in Nederland. In de winter zijn er tussen de 5.000 en 10.000 vogels.
Aantallen in onze omgeving
Overal in het buitengebied te zien, maar meestal wel vlakbij water.