Grote Kruisbek, Loxia pytyopsittacus, 16 – 18 cm

Grote Kruisbek | Loxia pytyopsittacus
Grote Kruisbek

Herkenning

De Grote Kruisbek heeft een 'dikkere' nek dan de gewone Kruisbek, en de ondersnavel komt niet boven de bovensnavel uit als je hem van opzij ziet. De snavel is even dik als dat ie lang is en is erg gekromd. In de ondersnavel zit een S-vormige onderrand, waardoor dit papegaai-achtig eruit ziet. De Engelse noemen deze soort dan ook wel "Parrot Crossbill". De kleuren komen overeen met de kleuren van de gewone Kruisbek; het mannetje is dieprood en het vrouwtje mosgroen.

Biotoop

Vooral naaldbossen, liefst dennen.

Geluiden



Voedsel

Voornamelijk zaden van dennen, door de kop zijdelings langs de kegel te houden, worden de zaden eruit gepeuterd. Deze oliehoudende zaden bevatten weinig water, dus moeten Kruisbekken regelmatig drinken. Omdat de vruchtoogst van jaar tot jaar verschilt, variëren de aantallen ook enorm.

Broeden

Grote Kruisbekken broeden al in februari, omdat er dan veel dennenzaden voorhanden zijn. Het nest is een stevig komvormig bouwsel, met een ondiepe binnenkom van haren en veren. Het vrouwtje broedt de twee tot drie eieren in drie weken uit, de sterk gestreepte kuikens verlaten pas na ruim drie weken het nest, ze ontwikkelen zich ongewoon langzaam. Vergeleken met vogels van hun grootte, broeden ze langer en worden de jongen ook veel langer gevoerd. Ze zijn pas na een maand voeren zelfstandig. De eerste drie weken van hun leven is de snavel nog recht.

Aantallen in Nederland

Zeldzame wintergast (invasievogel). Zeer zeldzame broedvogel, 0-15 broedpaar.

Aantallen in onze omgeving

Slechts enkele malen waargenomen in onze omgeving (invasie 2013). In 2017 een met geluid gedocumenteerde waarneming. Alle waarnemingen in de bossen bij de Schaijkse Heide.

Grote Kruisbek | Gemaakt in de Maashorst| Peter vd Braak