Grote Bonte Specht, Dendrocopos major, 23-26 cm

Grote Bonte Specht | Dendrocopos major
Grote Bonte Specht

Herkenning

Zwart-witte vogel ter grootte van een spreeuw met rode stuit. Komt van de spechten het meest voor. Heeft grote witte schoudervlekken die vooral van achter opvallen. Het mannetje heeft ook een rode nekvlek, deze ontbreekt bij het vrouwtje. De jonge vogels hebben een mooi rood petje. Ze hebben een golvende vlucht waarbij de vleugels regelmatig gesloten worden. In het voorjaar roffelt hij veel op holle boomstammen en droge tak-stompen. 'Hipt' langs de stammen omhoog, waarbij hij twee tenen naar voren en twee naar achter gericht heeft. De stijve staart wordt ook als steun gebruikt.

Biotoop

Bosrijke gebieden vooral met naaldbomen, parken en grote tuinen.

Geluid

De Grote Bonte Specht is in bossen vaak te horen. Hij laat dan opvallende "kik" klanken horen die hij kort na elkaar uitstoot. Het roffelen van de Grote Bonte Specht is ook te onderscheiden van dat van andere spechten. De roffel wordt steeds zachter en de trillers sneller. Het is net alsof zijn kop tot stilstand komt tegen de boom waarop hij roffelt. De eerste opname laat de typische "kik" klanken horen van de Grote Bonte Specht.

Voedsel

In het voorjaar en de zomer wordt er voornamelijk insecten en hun larven en rupsen gegeten. Grote Bonte Spechten zijn vaak op dood hout vol met kevertjes en larven te vinden. Ze halen hun voedsel uit de spleten met hun lange kleverige tong. De kuikens krijgen vooral veel rupsen te eten, maar soms krijgen ze ook wel jonge zangvogelkuikens gevoerd, ook de ouders zelf eten eieren en jonge zangvogels. In de winter wordt op zaden overgeschakeld, ze eten dan veel sparren- en dennenappelzaden. De kegels worden in een takvork klem gezet om gemakkelijker bij de zaden te kunnen. We noemen dit een 'spechtensmidse'. Onder de boom vind je dan heel veel leeggegeten dennen- en sparrenappels. Grote Bonte Spechten komen ook wel op de voedertafel in tuinen, waar ze net als de mezen aan het pinda netje bengelen.

Broeden

Het territorium wordt afgezet met roffelen. De kop van de specht is hier speciaal voor aangepast. Vooral de man hakt de nestholte uit, ongeveer drie meter boven de grond in een rottende boomstam. Dit kan enkele weken duren. De opening is rond, bij de Zwarte Specht is het gat ovaal; een hulpmiddeltje hierbij is: 'bont rond'. De drie tot acht eieren worden op wat houtspaanders gelegd en zijn zuiver wit, want holenbroeders hebben geen schutkleur voor de eieren nodig. Na 16 dagen broeden komen de kuikens uit. Als de jongen wat ouder worden komt er behoorlijk wat gekwetter uit het spechtengat. Dit bedelgedrag zet de ouders aan tot voeren. Na drie weken vliegen de jongen uit.

Aantallen in Nederland

75.000 tot 100.000 broedparen. De aantallen zijn de laatste decennia behoorlijk toegenomen en de verspreiding over Nederland ook.

Aantallen in onze omgeving

Alleen al in de Maashorst komen er al minstens 400 broedparen voor. Verder in veel parken en de meeste bossen. In alle broedvogelinventarisaties veelvuldig geteld.

Grote Bonte Specht | Gemaakt in de Maashorst | Gijs Vermeulen
  Grote Bonte Specht | Gemaakt in de Maashorst | Peter van de Braak
Grote Bonte Specht | Gemaakt in de Maashorst | Peter van de Braak
  Grote Bonte Specht | Gemaakt in de Maashorst | Peter van de Braak
Grote Bonte Specht | Gemaakt in de Maashorst | Peter van de Braak
Grote Bonte Specht  | In de Maashorst| ©Peter van de Braak
Grote Bonte Specht | In de Maashorst| ©Peter van de Braak
Grote Bonte Specht (juveniel) | In de Maashorst| ©Peter van de Braak
Grote Bonte Specht (juveniel) | In de Maashorst| ©Peter van de Braak
Grote Bonte Specht (juveniel) | In de Maashorst| ©Peter van de Braak
Grote Bonte Specht (juveniel) | In de Maashorst| ©Peter van de Braak