Grauwe Gors, Miliaria calandra, 16-19 cm
Herkenning
Grote gors met een zwaar lichaam, dikke nek grote kop en een grote gedrongen snavel. Ze zijn fel gestreept zwart en grijsachtig bruin bovenaan en fijn gestreept bruin en crèmekleurig onderaan. Met donkere strepen op keelzijde en borst en smallere op de flanken. Heeft geen wit in de staart. De poten en de snavelzijden zijn geel-roze. Ze worden vaak waargenomen zittend op draden of palen en ze vliegen vaak met afhangende poten.
Biotoop
Te vinden in uitgestrekte open agrarische gebieden, velden met hagen en struiken.
Geluid
De kenmerkende zang klinkt als gerinkel van een sleutelbos.
Voedsel
Eet zaden en bessen.
Broeden
Maakt z’n nest in en kommetje op of nabij de grond en legt daarin 4-6 grijs gespikkelde witte eieren. Deze worden in 12-14 dagen uitgebroed door het vrouwtje. De jongen vliegen na ±12 dagen uit. In Nederland een zeldzame broedvogel, die niet elk jaar meer hier broedt.
Aantallen in Nederland
Zeldzame broedvogel in Nederland, 0-2 broedparen.
Aantallen in onze omgeving
Als broedvogel komt de Grauwe Gors bij ons niet voor. Is slechts enkele malen in het voorjaar in de Maashorst waargenomen en een paar keer op de trektelpost Noord.