Graspieper, Anthus pratensis, 14 - 15,5 cm
Herkenning
De Graspieper is een bruin gestreepte pieper, met een vriendelijk gezicht, kleine kop en korte staart. De rug is donker en krachtig gestreept, de borst en flanken hebben zwarte lengtestrepen op een lichte ondergrond. De flankstrepen zijn even duidelijk als de borststrepen, dit in tegenstelling tot de Boompieper, waar de flankstrepen dunner en fijner zijn dan de borststrepen. Heeft opvallend lange nagels. Zit minder in bomen dan de Boompieper. Loopt met 'rukkende' bewegingen en wipt met de staart als een kwikstaart. De buitenste staartpennen zijn wit en vallen vooral op bij laagvliegende vogels. De Graspieper is vaak slachtoffer van de broedparasiet de Koekoek. Trekt in de winter vaak in grote groepen rond op zoek naar voedsel.
Biotoop
Vochtige weilanden, moerassen, duinen, heidevelden, maar ook langs spoorwegen en wegbermen. Alle gebruikte biotopen hebben lage begroeiing.
Geluid
Zingend vanuit een hoger punt in het landschap, tijdens zang vaak herhalend tsie.tsie.tsie.
Voedsel
In vochtige gebieden worden langpootmuggen en hun larven gegeten. Verder worden kleine insecten, rupsen, slakjes en wormen gegeten. In de winter worden ook zaden gegeten.
Broeden
De Graspieper heeft een kenmerkende zangvlucht, die weer anders klinkt dan die van de Boompieper. Tijdens een parachute-achtige daalvlucht laat hij met uitgespreide vleugels zijn hoge piepende tonen horen. Deze tonen nemen geleidelijk steeds meer in tempo toe. Zingt ook vanaf zangpost (paaltje of hek). Begint vaak al vroeg met broeden en heeft meerdere broedsels per seizoen. Het nest is een eenvoudig kuiltje met wat gras en bevat drie tot zes eieren. Het ligt onder de vegetatie verborgen en ligt vaak langs de slootkant. Het vrouwtje broed en beide ouders verzorgen de kuikens.
Aantallen in Nederland
Staat als "gevoelig" op de Rode Lijst door afname grasland en te weinig insecten. 55.000 tot 80.000 broedparen in Nederland.
Aantallen in onze omgeving
Broedt met zeer kleine aantallen in onze omgeving. In het voor- en najaar een algemene doortrekker. De voorjaarstrekkers kunnen nog vrij laat langstrekken.