Geoorde Fuut, Podiceps nigrcollis, 28-34 cm
Herkenning
Dit bijzonder mooie Fuutje is niet veel groter dan de Dodaars. De Geoorde Fuut heeft een gedrongen lijf, bijna zwarte rug, hals en kop met bruine donsveren aan de achterflank en een rood oog. Hij dankt zijn naam aan de afhangende dunne pluim van lichtgele oorveren. Lijkt veel op de Kuifduiker. In de winter veel minder opvallend en lichter van kleur. Het hoge voorhoofd en iets opgewipte snavel onderscheid de Geoorde Fuut dan van de Kuifduiker.
Biotoop
Plassen met veel begroeiing (ook monotone pitrus-vegetaties) en stilstaand water, buiten de broedtijd is hij ook wel op open water te vinden.
Voedsel
Duikt naar kleine visjes, maar geeft de voorkeur aan insecten, insectenlarven en ander voedsel dat hij van het wateroppervlak en van de planten afhaalt.
Broeden
Broedt vaak in de nabijheid van een Kokmeeuwen- of Zwarte Stern kolonie, vaak met meerdere broedparen tegelijk. De sterns en meeuwen reageren heftig op indringers, waardoor de Geoorde Futen zich enigszins beschermt voelen. Ze hebben hetzelfde baltsritueel als de Fuut, inclusief het kopschudden en "de pinguïndans" waarbij de vogels zich borst aan borst, of zij aan zij uit het water verheffen. Het nest is een drijvende hoop vochtige planten en bevat 3 of 4 eieren die na drie weken uitkomen. De jongen zijn net als bij de Fuut gestreept.
Aantallen in Nederland
410 - 540 broedparen.
Aantallen in onze omgeving
Op Hemelrijk (Volkel) zijn enkele broedparen waargenomen.