Gaai, Garrulus glandarius 32 - 35 cm
Herkenning
Grote vogel met een opvallend verenkleed. De boven- en onderdelen zijn rozig-bruin, gemarkeerd door zwarte vleugels met opvallende blauwe en zwarte handdekveren, die zeer duidelijk zijn in de vlucht en wanneer hij zit. Hij heeft een zwarte staart en een opvallend witte stuit. De kruin is gestreept, hij heeft een witachtige keel en een brede zwarte snorstreep.
Biotoop
Loof- en naaldbos, bosschages en parken, bij voorkeur met enkele oude eiken en beuken, tuinen.
Geluid
De Gaai wordt vaak met zijn krijsende "krèh" contactroep in verband gebracht. Dit doet de vogel echter tekort. De Gaai is een zeer goede imitator en doet zonder problemen een Havik (Goorse bossen) of Buizerd (Maashorst - begrazingsgebied) na. Ook zijn zang is mooi maar minder bekend. De eerste opname laat 2 Gaaien horen die tegen elkaar op zingen in de Goorse bossen.
Voedsel
Noten, zaden, wormen, rupsen, eikels, insecten, bessen, eieren en jonge vogels. Legt een wintervoorraad aan van eikels en beukennootjes en begint daarmee in oktober. Hij haalt ze van de bomen af en verzamelt ze op de grond. Zes kan hij er tegelijk meenemen, vijf in de krop, de grootste in z’n bek. Hij stopt ze her en der in de grond, soms op meerdere kilometers afstand.
Broeden
Maakt een meestal goed verstopt nest in bomen van takjes, plantenstengels en aarde. Legt 5-7 beige gespikkelde groenachtige eieren, die gedurende 16-17 dagen door beide ouders worden uitgebroed. De jongen vliegen na ongeveer 20 dagen uit.
Aantallen in Nederland
45.000 tot 65.000 broedparen.
Aantallen in onze omgeving
De Gaai is een algemene broedvogel in onze omgeving. In alle broedvogelinventarisaties is de Gaai vastgesteld.